Vrij om te kiezen? Genderstereotypen en de levensloop

tekening van verschillende mensen - keuzemomenten

Beeld: Deef Idee + Beeld

De eerste keuzes die mensen op jonge leeftijd maken, hebben grote invloed op hun levensloop. Eenmaal een pad ingeslagen is het lastig om daarvan af te wijken. Genderstereotiepe opvattingen en normen onder jongvolwassenen beïnvloeden hun keuzes met betrekking tot werken, zorgen en leren. Deze (stereotiepe) keuzes hebben grote invloed op latere uitkomsten, zoals de sector waarin iemand werkt en de arbeidsduur.

Dit blijkt uit onderzoek van Atria, waarin is onderzocht welke factoren de keuzes van jongvolwassen mannen en vrouwen* met betrekking tot werken, zorgen en leren beïnvloeden. De resultaten van het rapport zijn gebaseerd op een enquête onder ruim 1.300 jongvolwassenen tussen 25 en 35 jaar in Nederland. En twee groepsinterviews met jonge ouders.

Lees hier het rapport Vrij om te kiezen? Genderstereotypen en de levensloop [PDF]

Nederlandse jongvolwassenen denken nog steeds in stereotypen

Nederlandse jongvolwassenen hebben nog steeds stereotiepe denkbeelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid.

  • Daadkracht-kenmerken (zoals ambitie, besluitvaardigheid en agressie) worden vaker toegeschreven aan mannen, en gemeenschapszin-kenmerken (zoals meelevend, sensitief en emotioneel) vaker aan vrouwen.
  • Zowel jongvolwassen mannen als vrouwen hebben sterkere stereotypen over hun eigen gender.
  • Jongvolwassen mannen denken vaker dan vrouwen dat gender bepalend is voor iemands karakter en dat dit onveranderlijk is.
  • Maar weinig Nederlandse jongvolwassenen vinden dat een moeder voornamelijk verantwoordelijk zou moeten zijn voor de kinderen.

Vooral bij jonge mannen werken genderstereotypen door in de studierichting, beroepssector en arbeidsduur

Jongvolwassenen die meer stereotiepe denkbeelden hebben over gender, vertonen meer genderstereotiep gedrag. Genderstereotiepe opvattingen zijn echter niet bij iedereen even sterk. Ze beïnvloeden de keuzes van jonge mannen en vrouwen in verschillende mate.

  • Jongvolwassen mannen laten zich op het gebied van werken, zorgen en leren meer leiden door genderstereotypen en genderrolopvattingen dan vrouwen.
  • Stereotypen over mannelijkheid hangen bij mannen samen met een grotere kans om een technische of economische opleiding te hebben gevolgd. En brengen hen daarmee op een pad richting een beroep in deze sectoren en fulltime werk.
  • Voor vrouwen hebben de eigen opvattingen geen invloed op de studierichting en arbeidsduur.
  • Jongvolwassen vrouwen werken weliswaar vaker in parttimebanen dan mannen, maar dit hangt vooral samen met de sector waarin zij werken en de studierichting die daaraan vooraf is gegaan.

De taakverdeling in het huishouden: vrouwen moeten balanceren

  • Hoe sterker de genderrolopvattingen van jongvolwassen mannen, des te kleiner hun aandeel in het huishouden.
  • Jonge vrouwen doen steevast meer in het huishouden . Zij dragen vaker de verantwoordelijkheid voor zorgtaken dan mannen. Ongeacht hun opvattingen en of zij een betaalde baan hebben of niet.
  • Vrouwen met traditionele ideeën over moederschap doen meer in het huishouden en de zorg voor kinderen dan vrouwen met meer egalitaire opvattingen. Maar ook dit effect is bij mannen sterker. Mannen doen nog veel minder in huis als zij een sterke moederschapsideologie hebben.
  • Jonge moeders met een traditionele moederschapsideologie lijken dus het meest te balanceren. Tussen betaald werk, verantwoordelijkheid voor de zorg voor de kinderen en verwachtingen over moederschap.

Groot effect van eerdere keuzes op de levensloop

De eerste keuzes die mensen maken op jonge leeftijd maken hebben grote invloed op de levensloop. Eenmaal een pad ingeslagen is het lastig om daarvan af te wijken:

  • De studiekeuze is sterk bepalend voor de beroepssector en schept daarmee belemmeringen en mogelijkheden later in het leven.
  • De sector waarin iemand werkt hangt sterk samen met of iemand fulltime of parttime werkt. In sectoren waar veel vrouwen werken is parttime werk de norm. In sectoren waar veel mannen werken is fulltime werk de norm.
  • Zelfs als mannen wel graag parttime willen werken, dan is het afhankelijk van de sector of dat een mogelijkheid is. 

Regelingen aangeboden door werkgevers kunnen ongelijkheid in stand houden

De regelingen die vanuit de overheid en werkgevers zijn ingesteld om ongelijkheid op de arbeidsmarkt en in het huishouden tegen te gaan, lijken zich in de praktijk te voegen naar de bestaande sociale normen en houden daarmee de ongelijkheid in stand.

  • Regelingen die zijn ingesteld om werk en zorg beter te kunnen combineren stimuleren jonge vrouwen in ons onderzoek niet om meer te (blijven) werken of zorgtaken gelijk(er) te verdelen.
  • Mannen die gebruik maken van werk-thuisregelingen, die bedoeld zijn om werk en zorg makkelijker te combineren, nemen niet meer zorgtaken op zich. Zij werken juist vaker fulltime.
  • Mannen die gebruik maken van kinderopvangregelingen hebben wel een groter aandeel in het huishouden, ongeacht hun opvattingen. Dat geldt vooral voor mannen in de technische en economische sector. Zij doen over het algemeen het minst in het huishouden en werken het vaakst fulltime.

Aanbevelingen voor beleid

De bevindingen in dit onderzoek vragen om beleid dat specifiek gericht is op het tegengaan van stereotypen op jonge leeftijd – vooral bij jonge mannen. Ook moeten werkgevers regelingen instellen die prikkels bevatten voor mannen om de zorgtaken thuis eerlijk te verdelen. Dit vergroot zowel voor mannen als voor vrouwen de speelruimte om een eigen levenspad te bewandelen. Een pad dat niet begrensd wordt door genderstereotypen en genderspecifieke verwachtingen.

Lees hier het rapport Vrij om te kiezen? Genderstereotypen en de levensloop [PDF]

Lees hier de factsheet Vrij om te kiezen? [PDF]

* In het onderzoeksrapport is gebruik gemaakt van het binaire onderscheid tussen mannen en vrouwen, terwijl er meer dan twee genders zijn en veel mensen zich niet thuis voelen in de categorie man of vrouw. Hiervoor is gekozen, omdat sociale normen over mannelijkheid en vrouwelijkheid en hun reële effecten op de levens van mensen centraal staan in dit onderzoek.

Onderzoek door: Paula Thijs, Mickey Steijaert, Djoeke Ardon, Franca Hehenkamp, Ingrid Doorten

Dit onderzoek is onderdeel van de alliantie Werk.en.de Toekomst, een samenwerking van Atria, Emancipator, VHTO en de NVR en wordt gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Lees ook:

Delen:

Gerelateerde artikelen