Welke keuzes rond leren, werken, en zorgen maakte Sophie Redmond?

portret-sophie-redmond

In haar keuzes rond werken, zorgen, en leren, ontworstelde Sophie Redmond zich keer op keer aan de belemmeringen van haar gender en afkomst. Ze inspireerde niet alleen door de eerste zwarte vrouwelijke arts van Suriname te worden, maar ook met haar counterstereotiepe keuzes in haar eigen gezin.

De keuzes van vrouwen en mannen zijn al generaties gevormd door sociale normen over gender (wat mannen en vrouwen ‘horen te doen’). Deze normen worden zichtbaar in de studiebanken, op de werkvloer, en op het schoolplein. Mannen werken vaker fulltime en verdienen meer, terwijl vrouwen vaker parttime werken en het meeste doen in het huishouden. Dit roept de vraag op hoeveel speelruimte mannen en vrouwen in Nederland daadwerkelijk hebben om hun levensweg te kiezen. Deze vraag staat centraal in ons rapport Vrij om te kiezen? Echter, niet iedereen volgt het standaard levenspad. Ook vroeger waren er al vrouwen die wel een ander pad kozen. In deze serie kijken we naar wat we van hen kunnen leren.

In deze aflevering Sophie Redmond: de eerste zwarte vrouwelijke arts in Suriname.

portret sophie redmond door toos koedam

Leren

Sophie Redmond is in 1907 in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo geboren als dochter van een zwarte onderwijzer en schoolhoofd. Als Creoolse vrouw had zij een lastige positie in het Suriname van toen. Ondanks de afschaffing van de slavernij in 1863, nam de Creoolse gemeenschap nog steeds een achtergestelde positie in en bestonden er nog veel negatieve en racistische vooroordelen over de groep. Tegelijkertijd was haar familie onderdeel van de Creoolse bovenklasse. Redmond zou in haar leven keer op keer met vooroordelen over haar gender en huidskleur worden geconfronteerd – maar ze telkens overwinnen.

Redmonds vader wilde graag dat zij onderwijzeres zou worden. Dit werd gezien als de hoogst haalbare positie voor vrouwen van kleur. Redmond was er echter van overtuigd dat zij arts wilde worden. Haar vader vertelde later aan een krant hoe Redmond hem voor de keus stelde: of hij zou haar geneeskundestudie financieren, of ze zou direct als dienstmeisje aan de slag gaan – een beroep met een veel lager aanzien. Haar vader gaf uiteindelijk toe.

Tegenwoordig is het niet ongebruikelijk – of zelfs stereotiep – voor een vrouw om een baan in de zorg te ambiëren. De keuze van Redmond was echter om meerdere redenen zeer afwijkend van de norm. Toen zij in 1935 afstudeerde als arts, was zij pas de vijfde vrouwelijke afgestudeerde van haar school. Bovendien was ze de allereerste zwarte vrouw die het diploma behaalde. Dat zij de allereerste was is niet zo vreemd, aangezien Redmond als Creoolse het risico liep geweigerd te worden aan de geneeskundige school. Onder andere dankzij de inzet van haar vader wist zij uiteindelijk toch tot de school toe te treden.

Werken

Na haar studie vestigde Redmond zich met een zelfstandige dokterspraktijk in Paramaribo. In haar werk als arts bleef zij tegen de normatieve stroom inzwemmen. Zo behandelde zij regelmatig minder vermogende patiënten gratis, wat haar de geuzennaam ‘datra fu pôtisma’ (‘dokter van de armen’) opleverde. Daarnaast kreeg zij vanaf het einde van de jaren veertig landelijke bekendheid via een rubriek op de Surinaamse radio-omroep AVROS, waarin ze luisteraarsvragen beantwoorde over medische en sociale onderwerpen.

Maar ook buiten de medische wereld liet Redmond van zich horen. Ondanks dat het maatschappelijke leven in Suriname nog door witte mannen werd geregeerd, werkte Redmond zich op tot bestuurslid en commissaris van verschillende landelijke organisaties. Bijvoorbeeld het toneelgezelschap ‘Thalia’, waar zij zelf ook stukken voor schreef waarin ze soms zelfs meespeelde. In 1950 deed Redmond als onafhankelijk kandidaat een gooi naar een zetel in de landelijke verkiezingen, maar zij werd niet verkozen.

Samenwonen/trouwen

Zoals in alle facetten van haar lezen, koos Redmond ook op huwelijksgebied haar eigen pad. In 1941 trouwde ze met Emile Monkau. Zij hield echter haar meisjesnaam aan – een besluit dat ook nu, maar zeker toen zeer ongebruikelijk was. Redmond besefte zich dat men haar kende onder haar meisjesnaam (‘Dokter Redmond’), en dat een naamsverandering nadelig zou kunnen uitpakken voor haar bekendheid.

Wat ook meespeelde, was dat Sophie kostwinner was in het gezin Redmond. Dit was zeer ongebruikelijk in die tijd. Sterker: dat de man het hoofd van het gezin was, was in Redmonds tijd verankerd in het Burgerlijk Wetboek. Zowel Sophie als Emile trokken zich hier niets van aan. Tekenend voor de ‘omgekeerde’ situatie in gezin Redmond is dat Sophie zich inzette om Emile aan een baan te helpen. Ze hielp hem eerst aan een baan bij een bevriende apothekeres, en toen dat geen succes werd importeerde ze stoffen uit Curaçao waarmee Emile een winkel aan huis kon voeren.

Dat de situatie van het gezin Redmond tegen de norm inging, bleek uit de reacties die het koppel opriep. Over Emile werd gezegd: “A sufferd, nanga a sufferd, a nietsnut nanga san a go trow. Ma den sma ben luku, san ede a datra disi ben’m trow.” (“Die sufferd. Die sufferd. Die nietsnut met wie ze is gaan trouwen. Mensen vroegen zich af waarom deze dokter moest gaan trouwen”). Opvallend is dat de negatieve reacties zich vooral op Emile richtten. Blijkbaar werd vooral Emile, als man, aangerekend dat hij de stereotiepe mannelijke rol als kostwinner doorbrak. Zo zien we hoe gendernormen ook voor mannen beperkend kunnen zijn.

Zorg voor de kinderen

Het gezin Redmond bleef kinderloos. Dat betekende niet dat Redmond geen kinderen in de buurt had: bronnen beschrijven hoe kinderen bij haar thuis boeken lazen, en hoe Redmond in haar vrije tijd kinderen uit de buurt handwerken leerde. Daarnaast woonden bij het gezin verschillende ‘kweekjes’. Dit was een in die tijd in Suriname gangbare term voor informele adoptiekinderen, die bij (verre) familie of vreemden introkken en tegen kost en inwoning meehielpen in het huishouden.

Sophie Redmond deed verder weinig in het huishouden. Dit was ook niet nodig. Net als haar ouderlijk gezin, had zij een wasvrouw, een schoonmaakster en een strijkvrouw in dienst. Dit laat zien dat een deel van Redmonds counterstereotiepe keuzes mede mogelijk gemaakt werden door haar positie: zij werd door andere vrouwen die voor haar werkten in staat gesteld zich vol op haar carrière te richten. Ook in onze tijd hebben vrouwen met een hoger inkomen meer mogelijkheden om delen van het huishoudelijk werk uit te besteden aan andere vrouwen en zo counterstereotiepe keuzes te kunnen maken.

Sophie Redmond zwom tegen de stroom in ondanks haar achtergestelde positie als zwarte vrouw, maar dankzij haar positie uit de bovenklasse. Heb jij wel eens een keuze gemaakt die afweek van de norm? En wat heeft jou daarbij geholpen of juist tegengewerkt? Laat het ons weten via pr@atria.nl

Meer weten over Sophie Redmond?

Beeld: portret van Sophie Redmond door Toos Koedam, collectie IAV-Atria
Zie ook: serie ‘historische vrouwen’ op Facebook

Mickey Steijaert en Djoeke Ardon zijn onderzoekers en beleidsadviseurs bij Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis

Delen:

Gerelateerde artikelen