Door technologie gefaciliteerd gendergerelateerd geweld – CSW68

4 vrouwen zitten achter een tafel met op de achtergrond een scherm met daarop een slide van een powerpoint

Foto van panel, Amukelani Chauke (Sonke Gender Justice)

Vrijdag 15 maart 2024 waren we bij het CSW evenement Is technology facilitated genderbased violence real?, georganiseerd door Rutgers International en het Generation G partnership. Het antwoord op deze vraag wisten wij natuurlijk wel. Toch deden we nieuwe inzichten op over de offline consequenties van deze vorm van gendergerelateerd geweld. En wat er nodig is om het te voorkomen en slachtoffers beter te helpen.

Wat is door technologie gefaciliteerd gendergerelateerd geweld?

Gendergerelateerd geweld is geweld tegen iemand op grond van geslacht, genderidentiteit, seksuele oriëntatie of genderexpressie. Dit treft in de praktijk vooral meiden, vrouwen, lhbt+ personen en mensen met een genderexpressie of -identiteit die niet conform de norm is (Begrippenlijst Wat is gender [PDF]. Denk hierbij aan intimidatie, uitsluiting, fysiek, emotioneel en seksueel geweld. Gendergerelateerd geweld via technologie is bijvoorbeeld:

  • ongewenste sexting – het zonder toestemming delen van seksueel getinte beelden
  • sextortion – een vorm van afpersing met dreiging om zonder toestemming seksueel beeldmateriaal te openbaren. Of het dwingen om meer materiaal te sturen.
  • stalking door middel van technologie

Victim blaming

Nina Jane Patel (Kabuni) opent het gesprek en vertelt over haar eigen ervaring online. Binnen een paar minuten dat zij online was in Metaverse, werd haar avatar verbaal lastiggevallen en seksueel geïntimideerd. Deze ervaring heeft veel impact op haar gehad. En tot op de dag van vandaag krijgt ze ook nog eens te maken met online haat als ze dit verhaal deelt. De boodschap die we vaak te horen krijgen volgens Patel, is dat we niet een vrouwelijke avatar moeten kiezen. Of helemaal geen virtual reality moeten gebruiken. Dit staat gelijk aan schadelijke opmerkingen als ‘had je maar geen kort rokje aan moeten doen’ of ‘waarom liep je daar’ die slachtoffers van offline gendergerelateerd geweld vaak te horen krijgen. Dit laat een breder maatschappelijk probleem zien: de schuld leggen bij het slachtoffer, oftewel victim blaming.

Zowel door technologie gefaciliteerd gendergerelateerd geweld als de reacties daarop dragen bij aan het monddood maken van vrouwen en meiden. Patel vertelt dat onze hersenen hetzelfde reageren op digitale negatieve ervaringen als op dergelijke ervaringen in de echte wereld.

Cijfers

Khwezi Magwaza (digital strategy professional) deelt via een quiz met het publiek een aantal cijfers. Zo is 85% van de vrouwen wereldwijd getuige geweest van digitaal geweld tegen vrouwen (Global Economist Intelligence Unit, 2021). Dit laat zien hoe belangrijk de rol van omstanders is. In 64 van de 86 landen die zijn bestudeerd voor de Web Index 2021 nemen rechtbanken en instanties voor handhaving te weinig maatregelen om online gendergerelateerd geweld aan te pakken. Er is een gebrek aan infrastructuur om slachtoffers te ondersteunen. Vaak worden slachtoffers opgeroepen om zich uit te spreken. Maar dat heeft weinig zin als zij vervolgens nergens terecht kunnen, stelt Magwaza. Of wanneer dit nadelige gevolgen voor de melder heeft.

Op dit moment wordt door technologie gefaciliteerd gender gerelateerd geweld nog maar weinig herkend, door slachtoffers zelf, maar ook door plegers, instanties en wetgevers.

Offline consequenties

Abishiag Wabwire (Uganda Association of Women Lawyers (FIDA-U)) vertelt dat Uganda een van de weinige landen in Afrika is waar er een wet is aangenomen rondom online gender gerelateerd geweld. Het idee achter de wet was echter niet om vrouwen of slachtoffers te beschermen, maar om politieke leiders te beschermen tegen oppositie. Het is volgens Abbey dan ook belangrijk dat er meer bewustzijn komt rondom deze vorm van gendergerelateerd geweld. Wanneer mensen begrijpen dat dit een vorm van geweld is en het kunnen herkennen, is het makkelijker om er wetgeving op te maken.

‘Geweld online heeft grote gevolgen in het dagelijks leven van mensen, zowel fysiek als psychisch’.

Wabwire geeft een aantal voorbeelden van vrouwen die hun baan (vaak op goede posities, zoals bij de politie) zijn kwijtgeraakt doordat anderen zonder toestemming online beelden van hen verspreidden. Ook vertelt Wabwire over een minister die online werd gestalkt. De dader is uiteindelijk vervolgd, maar de minister kreeg veel negatieve reacties over zich heen van mensen die het opnamen voor de dader. Hierbij spelen sociale normen een grote rol.

Veranderen van sociale normen en veiligheidsmaatregelen

Sandra Khalil (All Tech Is Human) benadrukt het belang van veiligheidsmaatregelen. Zo moeten platformen veilig zijn en verantwoordelijkheid nemen voor de veiligheid van gebruikers. Als gebruiker moet je toegang hebben tot ondersteunende diensten. Bovendien moeten platformen volgens Khalil niet alleen duidelijk zijn in welk gedrag niet acceptabel is, maar ook laten zien wat wél wenselijk is. Daarnaast is het volgens haar effectiever om de focus te leggen op het verschuiven van sociale en culturele normen.

‘Het meemaken van online gendergerelateerd geweld gaat vaak samen met schaamte en schuldgevoelens’

Wanneer dit verandert en slachtoffers serieus worden genomen in hun ervaring en de consequenties die zij hier in hun dagelijks leven van ondervinden, kan door technologie gefaciliteerd gendergerelateerd geweld beter worden aangepakt.

Meer kennis is nodig

‘Het is heel belangrijk om door technologie gefaciliteerd gendergerelateerd geweld beter te begrijpen’ zegt Ayesha Mago (Sexual Violence Research Initative). ‘Alleen zo kan je het aanpakken’. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk. Er moet volgens Mago gekeken worden naar de relatie tussen online en offline geweld, hoe sociale normen in de echte wereld tot online geweld leiden en hoe je dit op een ethische manier kan onderzoeken. Ook de impact op specifieke groepen vrouwen en meisjes is belangrijk.

‘En er moet worden gekeken naar hoe we reageren op slachtoffers van deze vorm van geweld en welke rol grote tech bedrijven kunnen spelen’.

Dus hoe zij platforms veilig kunnen ontwerpen en inrichten. ‘Want het antwoord mag nooit zijn dat we offline moeten gaan’.

‘Het antwoord mag nooit zijn dat we offline moeten gaan’

Tot slot neemt Dawn (United Nations Population Fund) het woord. Zij benadrukt nogmaals dat het essentieel is om deze vorm van gendergerelateerd geweld beter te begrijpen en te erkennen. ‘Door technologie gefaciliteerd geweld staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een continuüm van gendergerelateerd geweld.’, aldus Dawn.

‘Het is zowel een gevolg van, als een middel om genderongelijkheid in stand te houden.’

We moeten onze blik richten op de verantwoordelijkheid van platforms, niet van de slachtoffers. De veiligheid van gebruikers moeten ontwerpers van digitale media en platforms bij het ontwerp meenemen, en niet pas achteraf (safety by design). Dawn sluit af met de conclusie dat we er niet omheen kunnen dat door technologie gefaciliteerd gendergerelateerd geweld reëel is en dat het vrouwen en meiden disproportioneel treft. ‘Maar’, zegt ze, ‘gendergerelateerd geweld is aangeleerd gedrag, en elk gedrag kan ook weer worden afgeleerd’.

Wil je meer weten over door technologie gefaciliteerd gendergerelateerd geweld? Lees hier het onderzoek van Rutgers International in meerdere landen.

Auteurs: Franca Hehenkamp en Paula Thijs
Zij zijn namens Atria aanwezig bij de 68e zitting van de VN-Commission on the Status of Women (CSW) in New York. Atria en WO=MEN zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de coördinatie van de input van het maatschappelijk middenveld aan de regeringsdelegatie tijdens de CSW.

Delen:

Gerelateerde artikelen