Publieke participatie van vrouwen en meiden in al hun diversiteit – CSW68

vrouw met lang zwart haar met microfoon in haar hand spreekt deelnemers site-event toe

Foto: Silveria Jacobs opent het side event, foto door Anika Snel.

Op dinsdagochtend 12 maart 2024 vond het officiële CSW side event van Nederland plaats. Op de 18e verdieping bij de Permanente Vertegenwoordiging kwamen we om 8:00 uur samen om te praten over publieke participatie van vrouwen en meiden in al hun diversiteit. Dragana Todorovic, uitvoerend directeur van de EuroCentralAsian Lesbian Community, leidt het event.

Aanhoudende discriminatie

De minister-president van Sint Maarten, Silveria Jacobs, opent het event. Ze benoemt welke vooruitgang er al is geboekt. Maar ook de aanhoudende en doordringende discriminatie van vrouwen, vooral vrouwen van historisch gemarginaliseerde groepen. Jacobs:

“Rechtvaardigheid kan niet worden bereikt als delen van de samenleving achterblijven.”

Hiervoor is het noodzakelijk om structurele barrières te ontmantelen en negatieve sociale normen en genderstereotypen tegen te gaan. Onder andere door gendersensitief onderwijs. Het bereiken van gendergelijkheid is niet alleen een morele plicht maar essentieel voor de samenleving, aldus Jacobs.

Na de opening start het panel, waarin een gevarieerde groep sprekers inzichten deelt over de participatie van vrouwen, meisjes en gender diverse personen in onderwijs, de werksfeer en gezondheidszorg. Ook wordt er gesproken over het belang van toegankelijkheid voor mensen met een beperking.

‘Nothing about us without us’

Ishani Cordeiro van Women Enabled International spreekt over het belang van een intersectionele lens voor meisjes, vrouwen en gender diverse mensen met een handicap. Voor meisjes, vrouwen en gender diverse mensen met een handicap betekent representatie niet alleen een plek aan tafel hebben, maar ook het recht hebben op die plek. Cordeiro: “Nothing about us without us.” Vrouwen en meisjes met handicaps lopen tegen allerlei technische en omgevings-barrières aan die hen het recht op toegang ontzeggen. Er zijn veel verschillende soorten handicaps. Niet alleen fysieke beperkingen, maar ook mentale beperkingen en neurodiversiteit moeten worden meegenomen. Het recht van al deze mensen op toegankelijkheid moet worden (h)erkend. Daar hoort ook de toegang tot inclusief onderwijs bij. Dit vraagt een transformatie van het onderwijssysteem, met respect voor en waardering van de diversiteit van leerlingen en studenten.

LBQ scholieren in Azië

Jean Chong, uitvoerend directeur van Asian Feminist LBQ Network, benoemt verschillende problemen waar lesbische, biseksuele en queer scholieren in Azië tegenaanlopen. Zoals pesten, victim blaming (zoals leraren die de schuld bij leerlingen zelf leggen, door hen te vertellen dat ze zich anders moeten kleden) en outing (het zonder iemands instemming bekendmaken van diens seksuele voorkeur of genderidentiteit). Chong legt uit dat er een gebrek is aan begeleiding voor scholen en leraren, waardoor zij schadelijke stereotypen in stand houden of versterken. Hierdoor is school voor veel lesbische, biseksuele en queer scholieren onveilig.

Inclusieve gezondheidszorg

Eugenia López Uribe, regio directeur bij the International Planned Parenthoofd Federation, vertelt over het belang van goede, uitgebreide seksuele vorming en onderwijs. We hebben al 30 jaar aan wetenschappelijk bewijs dat hierdoor gendergerelateerd geweld afneemt, (gezondheids)risico’s worden verlaagd en bescherming verhoogd, vertelt López Uribe. In Mexico is er een wet die stelt dat seksuele vorming en onderwijs gender inclusief moet zijn. Diversiteit en intersectionaliteit zouden onderdeel moeten zijn van het curriculum. Ook medische diensten en gezondheidszorg moeten vrij zijn van discriminatie en geweld. Dit staat wel in wetgeving, maar wordt in de praktijk vaak niet uitgevoerd.

Verschillende perspectieven meenemen in beleid

Minister Tania Verge voor Gelijkheid en Feminismes (nadrukkelijk in meervoud!) in Catalonië legt uit op welke manier het ministerie werkt. En wat het oprichten van een ministerie voor gelijkheid en feminismes Catalonië brengt. Volgens Verge is het belangrijk dat het personeel divers is, zodat verschillende perspectieven en inzichten worden meegenomen in het maken van beleid en bij de uitvoering hiervan. Er moet ook diversiteit zijn in mensen die uit steden komen en van het platteland. Dit is volgens haar een dimensie die wel eens over het hoofd wordt gezien.

Bij het ministerie werkt op het vluchtelingenbeleid voor het eerst iemand die zelf een vluchtelingenachtergrond heeft. Dit werkt volgens Verge goed, omdat diegene vanuit diens eigen ervaring weet wat er speelt. Zo wordt er nu ingezet  op het verminderen van de bureaucratie waar vluchtelingen tegenaan lopen. En er komt een actieplan tegen discriminatie en racisme (waaronder etnische profilering). Het voordeel van een ministerie op regionaal niveau is dat het lokale niveau vaak meer effectief is. Verge:

“Het regionale niveau is waar de belangrijkste publieke diensten worden geleverd.”

Ook kan er op lokaal niveau goede financiering worden gegeven en worden samengewerkt met grassroots organisaties.

“Nederland moet kritisch naar zichzelf blijven kijken”

De Nederlandse minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vertelt over het belang van intersectionaliteit op het werk en veilige werkplekken. Hij legt uit dat vrouwen en meiden in Nederland het in het onderwijs gemiddeld beter doen dan jongens. Op de arbeidsmarkt daarentegen is dit heel anders. Het is noodzakelijk om te zorgen dat werkplekken ook voor vrouwen veilig zijn. Er is meer gedisaggregeerde data nodig om dit te onderzoeken. Het ministerie heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek gevraagd om statistieken verder uit te splitsen naar gender en handicap. Ook is in Nederland regeringscommissaris Mariëtte Hamer aangesteld, die het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld ontwikkeld heeft. De regeringscommissaris voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld zet onder andere in op bewustwording bij werkgevers en campagnes op scholen.

Dijkgraaf benoemt dat hij een cultuurverandering in Nederland ziet. Het lijkt er misschien op dat het probleem erger wordt, omdat er meer meldingen worden gedaan. Maar dit betekent juist dat het beter wordt, omdat het nu wordt opgemerkt en aangepakt. Hij benadrukt ook dat Nederland kritisch naar zichzelf moet blijven kijken.

“Nederland kan het veel beter doen.”

We hebben volgens hem krachtiger beleid nodig. “De vaart is eruit, we kunnen de volgende stap niet nemen”.

Het systeem moet ruimte maken

Zowel López Uribe als Dijkgraaf benadrukken in hun verhaal dat participatie van vrouwen en meiden in al hun diversiteit verder gaat dan inclusie. Inclusie betekent dat mensen in het bestaande systeem worden toegelaten en kunnen meedoen. Het gaat echter juist om de vraag hoe het systeem ruimte kan maken, zodat iedereen mee kan doen. In het panelgesprek komt naar voren dat dit hard nodig is, én dat er een aantal mooie voorbeelden zijn van hoe dat kan.

Paula Thijs en Franca Hehenkamp zijn namens Atria aanwezig bij de 68e zitting van de VN-Commission on the Status of Women (CSW) in New York. Atria en WO=MEN zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de coördinatie van de input van het maatschappelijk middenveld aan de regeringsdelegatie tijdens de CSW.

Delen:

Gerelateerde artikelen