Het VN-Vrouwenverdrag en de strijd voor vrouwenrechten

jonge vrouw met halflang krullend haar in blauwe blouse staat op grasveld met op de achtergrond een aantal vlaggenstokken

Al vele decennia zetten vrouwen en maatschappelijke organisaties wereldwijd zich in voor gelijke rechten en tegen discriminatie van vrouwen. Dat is hard nodig, omdat gelijke rechten voor vrouwen en meisjes onder druk staan. Op internationaal niveau zijn er afspraken gemaakt tussen landen om de rechten en vrijheden van vrouwen te beschermen. Op 18 december 1979 zijn deze afspraken zwart-op-wit gezet tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Toen kwam het VN-Vrouwenverdrag  tot stand. Wat is het VN-Vrouwenverdrag? En hoe kan het helpen bij de strijd voor gelijke rechten voor vrouwen in Nederland en wereldwijd?

Paula Thijs, onderzoeker bij Atria, spreekt hierover met Dana Huisman, secretaris bij het Netwerk VN-Vrouwenverdrag en student van de masteropleiding Human Rights Studies aan de Universiteit van Lund, Zweden.

Wat is het VN-Vrouwenverdrag? Kan je er wat meer over uitleggen?

Dana Huisman: “Het VN-Vrouwenverdrag is een mensenrechtenverdrag van de Verenigde Naties, aangenomen in 1979 en sindsdien geratificeerd (ondertekend) door 189 landen, waarvan Nederland er één is. Dit verdrag verplicht de lidstaten om alle vormen van discriminatie van vrouwen uit te bannen. Het beschrijft wat de rechten van vrouwen en meisjes moeten zijn, van gezondheidszorg tot onderwijs en politieke participatie.”

“Landen die het verdrag ondertekenen gaan een juridisch bindende verplichting aan om deze rechten en fundamentele vrijheden van vrouwen te waarborgen. Deze landen worden hier iedere vier jaar op beoordeeld door een comité. De officiële naam van dit comité is Committee on the Elimination of All Forms of Discrimination Against Women, afgekort: CEDAW. Het CEDAW-comité bestaat uit 23 onafhankelijke experts. Deze zien toe op de naleving van het verdrag.”

Hoe gaat het CEDAW-comité te werk?

“Eens in de vier jaar moet ieder land dat het verdrag heeft ondertekend een verslag uitbrengen over hoe het verdrag in dat land is toegepast en welke vooruitgang er is geboekt op het gebied van gelijke behandeling van mannen en vrouwen. De lidstaten leveren deze rapportages in bij het CEDAW-comité. Daarna worden ze uitgenodigd voor een ‘Constructive Dialogue’ bij de VN in Genève, waarin de leden van het comité hen op hun beleid ondervragen. De comité-leden schrijven dan een concluderend rapport over hoe de regering het doet”, vertelt Dana. “En vooral ook over hoe ze het beter moeten doen.”

“De experts van het comité beoordelen nooit hun eigen land. Bovendien kunnen ze alleen moeilijk zelf alle ins en outs over de te beoordelen landen kennen. Daarom worden ze geholpen door maatschappelijke organisaties uit het land. Die leveren zogenaamde ‘schaduwrapportages’ aan. In deze schaduwrapportages leveren diverse (vrouwenrechten) NGO’s (niet-gouvernementele organisaties) commentaar op de regeringsrapportages en de naleving van het VN-Vrouwenverdrag in hun land. Zo krijgt het comité niet alleen informatie van de regeringen, maar ook van onafhankelijke NGO’s met expertise op de vrouwenrechten-situatie in de betreffende landen.”

“Het Netwerk VN-Vrouwenverdrag, waar ik vrijwilliger voor ben, is een netwerk van dit soort maatschappelijke organisaties in Nederland.” In dit netwerk zitten kennisinstituten zoals Atria, belangengroepen, maar ook individuele experts op het gebied van vrouwenrechten. Samen schrijven zij schaduwrapportages voor de beoordeling van Nederland. “We verspreiden daarnaast ook informatie over het VN-Vrouwenverdrag, houden elkaar op de hoogte van ontwikkelingen en lobbyen om ervoor te zorgen dat de Nederlandse overheid het verdrag goed implementeert.”, zegt Dana.

Hoe ziet een sessie bij de VN in Genève er in de praktijk uit?

“Voor mijn master doe ik onderzoek naar de deelname van maatschappelijke organisaties in het rapportageproces van het VN-Vrouwenverdrag. Afgelopen oktober mocht ik bij een sessie in Genève aanwezig zijn. Heel boeiend om te zien hoe de wereld achter het papierwerk eruitziet!”. “Ik zeg ‘mocht’, maar in principe kan iedereen hierbij aanwezig zijn als ‘observer’.” vertelt Dana. “Je moet je alleen van tevoren aanmelden. Eenmaal in Genève haal je je pasje op. Na een veiligheidscontrole ga je op zoek gaan naar de juiste vergaderzaal in een van de indrukwekkende gebouwen van het Palais des Nations.”

“Per dag wordt er meestal één land besproken. De commissieleden onderwerpen de regeringsdelegatie dan aan een vragenvuur over specifieke beleidsstukken per artikel van het verdrag. De regeringsdelegatie krijgt ruim de tijd deze vragen te beantwoorden, wat ze vaak doen met behulp van statistische gegevens en actuele wetsvoorstellen. In de lunchpauze wordt er vaak een informatiesessie georganiseerd door een maatschappelijke organisatie. Dit gaat over een bepaald thema in vrouwenrechten. Toen ik er was ging het bijvoorbeeld over feministische macro-economie. Daarnaast zijn er bijeenkomsten met meerdere vrouwenorganisaties van één land. Comité-leden stellen hen dan vragen ter voorbereiding op de sessie.”

Wat is het opvallendste dat je hebt meegemaakt in een sessie?

“De bespreking van Oekraïne vond ik erg indrukwekkend. Door de inval van Rusland was een deel van de regeringsdelegatie alleen online aanwezig, sommigen vanuit een bunker. Het voelde voor mij in deze situatie onnatuurlijk om op een zakelijke manier de rechten van Oekraïense vrouwen te bespreken. In mijn hoofd speelden alle afschuwelijke verhalen die ik had gehoord, bijvoorbeeld over het toegenomen seksuele geweld tegen vrouwen in Oekraïne. Dit zijn grove schendingen van vrouwenrechten die waarschijnlijk ook op het moment van de sessie plaatsvonden. Het voelde daarom in eerste instantie vreemd om het in deze situatie over, bijvoorbeeld, werkgelegenheidsbeleid te hebben.”

“Naast me zat een vrouw, werkzaam bij een Oekraïense NGO.”, gaat Dana verder. “Ze vertelde me dat het voor haar juist belangrijk was om ‘gewoon door te gaan’. Anders voelt het alsof de onderdrukker wint. In de sessie moeten de aanwezigen hun emoties soms tijdelijk uitschakelen. Ook minder urgente zaken moeten we bespreken om vrouwenrechten op de lange termijn te waarborgen.”

Wat heb je geleerd gedurende je tijd bij het Netwerk VN-Vrouwenverdrag?

“Ik heb veel geleerd over het VN-Vrouwenverdrag en wat ermee gedaan kan worden. Hiervoor had ik wel eens van het verdrag gehoord, maar wist er verder weinig vanaf. Zelfs als actief feminist. Ik denk dat veel mensen, waaronder ook feministen, zich niet zo bewust zijn van dit verdrag. Dat is niet vreemd. Het is een internationaal juridisch instrument dat specifiek gericht is op de staat. Op het eerste gezicht valt er op het niveau van lokale vrouwenorganisaties niet zoveel te halen.”

“Toch kan je als individu of kleinere organisatie wel degelijk actief gebruikmaken van het verdrag” zegt Dana. “Bijvoorbeeld door middel van de individuele klachtenprocedure die in het verdrag is opgenomen (het Optional Protocol), die Nederland ook heeft ondertekend. Dit houdt in dat je een klacht kan indienen bij het CEDAW-comité als je rechten op basis van het verdrag zijn geschonden en de rechters in Nederland je daarin geen gelijk hebben gegeven. Het comité doet dan een uitspraak en kan de overheid verplichten om jou je gelijk te geven. In Nederland is dit nog niet vaak gebeurd maar het kan wel een uitweg zijn. Dit bewijst bijvoorbeeld de zaak die in het in 2022 verschenen boek Eindelijk ‘n uitkering! Met dank aan het VN-Vrouwenverdrag wordt beschreven, over uitkeringsrechten van zwangere zelfstandigen.”

“Daarnaast kan het verdrag ook ingezet worden om actie te voeren. Om dit effectief te doen is kennis van het VN-Vrouwenverdrag belangrijk. Meer organisaties en individuen moeten zich bewust zijn van de verplichtingen die Nederland is aangegaan door het verdrag te ondertekenen. Samen kunnen we dan de overheid daar beter op aanspreken.”

Hoe kunnen mensen het Netwerk VN-Vrouwenverdrag steunen?

Dana vertelt me dat het belangrijk is dat meer mensen bekend worden met het VN-Vrouwenverdrag. “Advocaten zouden meer kunnen procederen met behulp van het verdrag. Vrouwenorganisaties kunnen lobbyen en actievoeren met het verdrag. En individuen kunnen een klacht indienen als hun rechten zijn geschonden.” Het is dus waardevol om informatie over het verdrag breed te verspreiden. “Ook jij kan dit doen.”, zegt Dana. “Bijvoorbeeld door onze sociale media te volgen, posts te liken en je te abonneren op onze nieuwsbrief.”

Als organisatie of individu kun je ook deelnemen of bijdragen aan activiteiten of vergaderingen van het netwerk. Dana: “We zijn een vrijwilligersorganisatie met beperkt budget, dus elke bijdrage is welkom. Of je nu wil meeschrijven aan de schaduwrapportage, ideeën hebt voor bijeenkomsten of een donatie wil doen. Je kunt hiervoor met ons contact opnemen via schaduwrapportage@gmail.com. Tot slot waarderen we alle input op onze schaduwrapportages en bijeenkomsten ook enorm. Meer informatie is te vinden op onze website. Kortom: laat je stem horen bij ons en verspreid zelf het woord over het VN-Vrouwenverdrag!”

Dana Huisman geïnterviewd door Paula Thijs
Met medewerking van Beau Visser

Lees verder:

boekomslag met 3 vrouwen die bovenop elkaars schouders zitten, de bovenste houdt een getekend papier vast Met recht een vrouw: het VN-Vrouwenverdrag nader toegelicht

Delen:

Gerelateerde artikelen