De lotsverbondenheid van drie Molukse vrouwen in Nederland

portretten van drie molukse vrouwen hansina dinah en ansje met op achtergrond gekaapte trein

In de vroege zomer van 1977 veranderden de levens van 3 jonge vrouwen voorgoed. De treinkaping ter hoogte van De Punt, een politieke actie van radicale jonge Molukkers, bracht ze onverwacht dichtbij elkaar. De perspectieven van Hansina Uktolseja, Dinah Marijanan en Ansje Monsjou op deze beroemde en betreurde kapingsactie laten zien hoe hun levens zijn vervlochten met de complexe geschiedenis van Molukse vrouwen in Nederland.

Door ‘een speling van het lot’, zo beschreef Dinah het later in haar boek Barak 85 kamer 10, kwamen gijzelnemer Hansina en gegijzelde Ansje elkaar tegen in de gekaapte trein. Dinah was met hen bevriend. Hansina was haar buurmeisje in het Molukse woonoord Schattenberg en Ansje was haar Groningse vriendin met een Ambonese oma. Beide vrouwen kwamen om tijdens de bestorming door mariniers die de 3 weken durende kaping beëindigde. Wat kunnen de verhalen van deze 3 vrouwen ons vertellen over zelfbeschikking en revolutionaire acties in de geschiedenis van Molukkers in Nederland, maar ook over vriendschap, verlies en emancipatie?

Voor Hansina en Ansje
door een speling van het lot kwam zij elkaar tegen
op het pad dat negen jonge mensen namen
omdat zij niet konden wegkijken van de pijn en
vernederingen, onze moeders en vaders aangedaan

Dinah Marijanan in Barak 85 kamer 10 (2019)

Hansina

De gijzeling van 54 passagiers in Groningen werd gauw nationaal nieuws. Het was niet de eerste keer dat Molukse actievoerders een trein kaapten, maar wel de eerste keer dat hier ook een vrouwelijke gijzelnemer bij betrokken was. Hansina Uktolseja werd door alle persaandacht bekend als de ‘eerste vrouwelijke kaper’. Een geuzennaam waarmee nog lang aan haar gerefereerd zou worden.

Duizenden Molukkers arriveerden in de vroege jaren ‘50 in Nederland na jarenlang in dienst te zijn geweest bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en een lange koloniale bezetting door het Nederlandse Koninkrijk daarvoor. Gedwongen reisden deze Molukse KNIL militairen af naar het koude en onbekende Nederland, partners en familieleden moesten mee. Bij aankomst werden ze naar woonoorden gestuurd, waaronder voormalig concentratiekampen uit de Tweede Wereldoorlog. Ze mochten niet werken in de eerste jaren na aankomst in Nederland en leefden in vervallen gebouwen.

Eenmaal in Nederland, eerst verblijvend in de woonoorden en later verkast naar speciaal gebouwde Molukse ‘wijken’, bleek hun situatie uitzichtloos. De Nederlandse regering had geen oog voor de onafhankelijkheidswens van de Molukkers. Diplomatieke relaties tussen Nederland en het net onafhankelijke Indonesië stonden in de weg van zelfbeschikking voor de Molukkers. Wat een tijdelijk verblijf had moeten worden in Nederland – hoogstens zes maanden zoals hen werd beloofd – veranderde in een nieuw leven moeten opbouwen ver van de Molukse eilanden.

Het ongenoegen over de passiviteit van de Nederlandse overheid resulteerde in de radicalisering van vooral Molukse jongeren in de jaren ‘60 en ‘70. Zij wilden zich hard maken voor de Molukse zaak, het oprichten van een onafhankelijke republiek genaamd de Republik Maluku Selatan ofwel RMS. Hansina behoorde tot deze geradicaliseerde jongeren, waarvan een deel ‘acties’ pleegden tussen 1966 en 1978. Naast treinen werden ook ambassades en een school doelwit van gijzelingsacties, die gemotiveerd waren door het lang broedende gevoel van onrecht in de Molukse gemeenschap.

Deze groepen politieke jongeren bestonden vooral uit mannen, vertelt Dinah ons in een telefoongesprek. Het was een uitzondering dat Hansina deelnam aan een gijzelactie. Hansina’s relatie met één van de mede-gijzelnemers wordt daarom vaak aangehaald als haar motief om mee te doen aan de kaping. Maar Hansina is beslist niet de eerste revolutionaire vrouw die het voor het bestaansrecht van de Molukkers heeft opgenomen. Anderhalve eeuw eerder trok Martha Christiana Tiahahu ten strijde tegen het Nederlandse koloniale bewind tijdens de Pattimura-opstand van 1817. Als zestienjarig meisje verenigde en motiveerde ze de bewoners van het eiland Nusa Laut om mee te vechten. Net als Hansina moest ook Martha deze rebellie met haar leven bekopen. Net als Martha wordt Hansina voor haar opoffering herdacht: “Ze wordt gezien als martelaar,” beaamt Dinah.

Dinah

De dood van Hansina werd door de Molukse gemeenschap diep gevoeld, de pijn om haar verlies smolt samen met de pijn van twee generaties veelal ongehoorde Molukkers in Nederland. Voor Dinah Marijanan, ooit het buurmeisje en een jeugdvriendin van Hansina, kwam de treinkaping als een schok binnendenderen.

Hansina en Dinah kenden elkaar van het Molukse woonoord Schattenberg waar ze opgroeiden en met knikkers speelden. De relocatie van Molukkers naar deze ‘wijken’ was niet gemakkelijk en ging gepaard met veel verzet. Na de verhuizing ontstond nog meer frictie, vooral omdat hoge huren voor deze nieuwe woningen gevraagd werden en de wijken ver van waar de Molukkers werkten, lagen. Het betekende dat Molukkers sociaal en financieel geïsoleerd bleven. Ze woonden gesegregeerd en hadden mede daardoor weinig kansen en een slechte sociaal-economische positie.

Racistische discriminatie tegen Molukkers was wijdverspreid. Het was voor veel jonge vrouwen in de jaren na de kaping dan ook een reden om zich bij Zwarte vrouwengroepen aan te sluiten. Zij herkenden het witte superioriteitsgedrag en hoe het hen benadeelde. Daarnaast bleef de ontbrekende en onvolledige erkenning van de koloniale geschiedenis van Nederland in de Molukken, evenals de rol van KNIL militairen, een doorn in het oog.

Het leven in de Molukse wijk was op verschillende manieren complex, zegt Dinah. Over het algemeen was de Molukse gemeenschap streng christelijk in Nederland, een koloniale erfenis. Vrouwen die de traditionele normen in deze Molukse wijken wilden ontsnappen, waaronder Dinah, wilden verhuizen naar de stad. Maar daarbij kwamen ze tussen twee werelden in te zitten, de Molukse wijk en de ‘Hollandse wereld’. In beide moesten ze zich aanpassen. “Aan de ene kant heb je de gemeenschap waar je vandaan komt en waartoe je behoort. Tegelijk ben je een vreemde in de Nederlandse wereld.”

De wil tot zelfbeschikking had twee aspecten. Een groot deel van de Molukkers wilden erkenning voor een onafhankelijke Molukse republiek. Er was ook de wens om mee te kunnen doen in de Nederlandse samenleving, om normaal te kunnen werken en leven zonder racistische vooringenomenheid tegen Molukkers. Er werd in de jaren na de laatste acties daarom veel ingezet op de ‘emancipatie’ van Molukkers. In raden en verenigingen pleitten veel Molukse groepen op nationaal en lokaal niveau voor beleid dat beter zou werken voor de Molukse gemeenschap. Bijvoorbeeld om scholing van jongeren te verbeteren, waarbij specifiek aandacht werd besteed aan het opleiden van vrouwen. Molukse vrouwen namen dan ook initiatief om deze onderwerpen samen aan te pakken.

Molukse jongeren waren zeer geïnspireerd door internationale activistische bewegingen. Er was weinig verbinding met het overweldigend witte feminisme in Nederland. In plaats daarvan lazen en luisterden de jongeren naar (Zuid-)Amerikaanse verzetsstrijders en denkers. “Ik had een poster van Che Guevara op mijn kamer, en Angela Davis was een popster in onze tijd,” vertelt Dinah, “en Black Panther, dat hield ik ook bij.” Maar tegelijk was het ook moeilijk om over revolutionaire en progressieve onderwerpen te praten in de Molukse gemeenschap, niet zolang de trauma’s uit het koloniale verleden niet uitgesproken konden worden. Ook bij de vele vergaderingen van de politieke jongeren werden ‘vrouwenonderwerpen’ niet of nauwelijks behandeld.

Ansje

Terug naar de treinkaping. Kort nadat Dinah te horen kreeg dat Hansina één van de kapers was, kreeg ze nóg een hartverscheurende boodschap te verwerken. Haar goede vriendin Ansje Monsjou zat namelijk ook in de gekaapte trein, maar dan als gijzelaar. Deze schok bracht Dinah’s leven in de war. Twee werelden botsten, de Molukse gemeenschap en de Nederlandse maatschappij stonden lijnrecht tegenover elkaar. Tegelijk oversteeg Dinah’s verbintenis met Hansina en Ansje deze kloof. Een dubbele loyaliteit naar de Molukse wijk en haar Hollandse vriendin vermengd met het gigantische verdriet om hun tragische lot toont wederom de complexiteit van de positie van Molukse Nederlanders.

Ansje, destijds 19 jaar, leerde Dinah in Groningen kennen, waar ze bij een bank werkte. Het eerste wat Ansje aan Dinah vertelde, was dat ze een beetje familie van elkaar waren door haar Ambonese oma. Met haar achtergrond heeft Ansje ongetwijfeld gezien hoe Molukse en Nederlandse emancipatie verschillende betekenissen hadden. “Ik denk dat zij het opnam voor de kapers, hoe ik haar ken, en er ook bijna een band mee kreeg,” memoreert Dinah over Ansje.

Als jongvolwassene behoorde Ansje net als Hansina en Dinah tot de tweede generatie Molukkers in Nederland. Haar vriendschap met Dinah bloeide op in een tijd dat het zich losmaken van traditionele systemen centraal stond. Veel ‘Nederlandse’ jongeren zetten zich af tegen hun ouders. Linkse emancipatiebewegingen kwamen op in allerlei contexten, zo ook in de Molukse gemeenschap. Er werd gerebelleerd tegen de gevestigde christelijke levensstijlen, waarin vrouwen weinig zeggenschap hadden en voor het huishouden moesten zorgen. Voor jonge Molukse vrouwen van de tweede generatie ging emancipatie daarom niet alleen om het kunnen studeren, stemmen of werken. Van groot belang was ook samen kunnen beslissen, door ouderen gehoord worden, en overleg en discussie in de Molukse wijk. Het was en is nog steeds complex: men moest uitzoeken wat het betekende om vrouw én onafhankelijk te zijn in de Molukse gemeenschap én in de Nederlandse samenleving.

Jonge Molukkers mengden zich rond de jaren ‘70 en ‘80 steeds vaker in culturele en politieke discussies. Ze waren kritisch op de gemeenschap maar kwamen ook op voor hun volk en diens positie in de Nederlandse samenleving. Veel jonge Molukkers vonden hun eigen manieren om voor deze persoonlijke onafhankelijkheid op te komen. Ze richten zangkoren en bands maar ook tijdschriften op, zoals het blad Tjengkeh. En ze verhuisden naar de grote stad en startten vrouwenbewegingen zoals Pattimura en Kelompok. Het was belangrijk dat er teksten werden geschreven en programma’s en beleid werd gemaakt door Molukkers zelf.

De derde en vierde generaties Molukkers in Nederland, die op allerlei manieren de Molukse identiteit blijven definiëren en vieren, laten zien hoe deze onderwerpen nog steeds leven. Hun initiatieven bouwen voort op het fundament dat door de vrouwengroepen, radicale en geëngageerde jongeren en hun Molukse (voor)ouders is gelegd. ‘Emancipatie’ heeft nieuwe vormen aangenomen en is een normale zaak geworden voor Molukse Nederlanders. Centraal staat nu de erkenning van de koloniale en dubbele geschiedenis van Molukkers in Nederland en op de Molukken. “Herdenking, erkenning en excuus,” begint Dinah, “de geschiedenis van Molukkers in Nederland moet een plek krijgen.” Dat is nodig voor verwerking, een proces dat bij velen nog moet beginnen. Maar ook om wortels in Nederland te kunnen schieten, “en daar hoort emancipatie van vrouwen bij.”

Een geschiedenis delen

Wat betekent het om een geschiedenis te delen? Kunnen er dan meerdere versies van die geschiedenis bestaan? Molukse Nederlanders leven in twee werelden, elk van die werelden kent hun complexiteiten en pijnlijkheden. Hansina vocht voor onafhankelijkheid, Dinah ging studeren en verhuisde uit de Molukse wijk, Ansje was via haar familielijn verbonden aan de gemeenschap. Ze hebben ieder de treinkaping op de Punt anders beleefd. Dinah stelt: “Mag je oordelen over een geschiedenis?” Mag je kritisch zijn op een geschiedenis die complex en dubbel is, maar ook een belangrijk element van je identiteit en leefwereld is? En vooral, kun je al kritisch zijn op een geschiedenis als je generaties aan trauma in die geschiedenis nog niet hebt kunnen verwerken?

Wat emancipatie voor Hansina, Dinah en Ansje heeft betekend hebben we alleen aan één van hen kunnen vragen, maar hun verhalen zeggen veel. Aan de ene kant is de zelfbeschikking van alle Molukkers in Nederland essentieel in het leven van alledrie. De kapingen zijn een keerpunt geweest in de positie van deze groep in Nederland, een revolutionaire kant die Hansina’s verhaal belichaamt. Tegelijkertijd is het verhuizen naar grotere steden, je leren verhouden tot Molukse culturele normen maar ook een plek vinden in de Nederlandse én in de Molukse gemeenschap ook emancipatie, zoals we leren van Dinah en Ansje. Onafhankelijkheid was voor deze drie vrouwen essentieel. De vriendschap, het verlies en de vermenging van leefwerelden van deze drie generatiegenoten tonen de complexiteit van de Molukse geschiedenis en de rol van vrouwen daarin.

Deze vertelling van de verhalen van Hansina, Dinah en Ansje, is gebaseerd op een gesprek met Dinah Marijanan en op verschillende stukken over deze drie vrouwen die wij vonden in mediabronnen. Dit verhaal is niet compleet of biografisch maar geeft een persoonlijke invalshoek op de geschiedenis van Molukse vrouwen in Nederland.

Bronnen

Voor dit stuk zijn verschillende archiefstukken, boeken en audiovisuele materialen geraadpleegd, onder andere uit de bibliotheek van Atria en de Bibliotheek Den Haag. Ook hebben we Dinah Marijanan geïnterviewd over de geschiedenis van Molukse vrouwen in Nederland, emancipatie en het verhaal van Ansje en Hansina.

Reportage van Rosa en Sophie Soeterbroek – Atria Reporters 2022

Bron achtergrondbeeld: Nationaal Archief, CC0

Wil je meer weten?

Meld je aan voor de serie interviews met pioniers uit de ZMV-Vrouwenbeweging

Delen:

Gerelateerde artikelen