Waarom verdienen vrouwelijke sporters minder dan mannen?  

2 vrouwen in zwempak met pijpen

Foto: Twee vrouwen in zwemkleding uit de jaren 1900-1920. Uit het toneelstuk Gek wijf, je most op je donder krijgen, ga liever je kousen stoppen. Opgevoerd tijdens het lustrum van de Leidse Vrouwelijke Studenten, 1965. Maker onbekend, Collectie IAV-Atria

De loonkloof in de sport tussen mensen die als man worden geboren (hierna: mannen) en mensen die als vrouw/niet als man worden geboren (hierna: vrouwen) is nog altijd erg groot. Behalve in het nationale voetbalteam, waar sinds 2022 de beloning gelijk is getrokken, valt er op veel terreinen nog genoeg te winnen op het gebied van gendergelijkheid. De wereldwijde topsport is cruciaal in het bereiken van algehele gendergelijkheid. Seksesegregatie in de sport heeft een krachtige invloed op de constructie van genderrollen. De samenleving werkt door in de sport, maar sport werkt ook door in de samenleving. De dominante ‘mannelijke’ norm uit de sport werkt door in de maatschappij. Waarom is er zo veel ongelijkheid in de sportwereld en hoe is die loonkloof ontstaan? In dit artikel zoeken we dat voor je uit.  

Was dat altijd al zo?

Als we de geschiedenis in duiken, zien we dat sport beoefend door vrouwen eeuwenlang veelal onesthetisch, ongepast en oninteressant gevonden werd. In 1896 vonden de eerste moderne Olympische Spelen plaats, maar vrouwen mochten hier niet aan deelnemen. In 1900 mochten vrouwen voor het eerst meedoen aan golf en tennis. Daarna kwamen boogschieten, kunstschaatsen, zwemmen, schermen en gymnastiek op het vrouwenprogramma. In 1928 deden vrouwen voor het eerst mee aan diverse atletiekonderdelen. Met de toetreding van vrouwen tot het olympisch boksen in Londen in 2012 namen vrouwen en mannen voor het eerst aan evenveel sporten deel.

Het standpunt dat vrouwen niet geschikt zouden zijn voor sport was gebaseerd op de veronderstelling van een biologisch verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwelijke lichamen zouden wel fysiek in staat zijn om aan topsport te doen, maar waren toch inferieur aan mannelijke lichamen. Rigoureuze fysieke activiteit zou ongepast zijn voor vrouwen en een gevaar vormen voor hun voortplantingsvermogen [PDF]. In het boek Women’s Sports: What everyone needs to know lezen we een citaat uit een Duits tijdschrift voor fysieke educatie uit 1898:

“Gewelddadige bewegingen van het lichaam kunnen een verandering in de positie en het loskomen van de baarmoeder veroorzaken, evenals verzakking en bloeding, met de daaruit voortvloeiende onvruchtbaarheid, waardoor het ware doel van een vrouw in het leven, namelijk het voortbrengen van sterke kinderen, teniet wordt gedaan.”

Dit kwam voort uit dezelfde geschiedenis van vooroordelen die ertoe leidde dat vrouwen ongeschikt werden gevonden voor allerlei beroepen, behalve voor secretaresse, verpleegster of leraar. Artsen hielden toen vol dat vrouwen fysiek niet sterk genoeg zijn om de stress van het hoger onderwijs aan te kunnen. En hun baarmoeder zou krimpen als vrouwen hun hersenen te veel gebruikten, waardoor ze onvruchtbaar zouden worden. In het boek Women’s Sports: What everyone needs to know legt Jaime Schultz overigens uit dat dit alleen gold voor de elite. Van vrouwen uit de arbeidersklasse en vrouwen van kleur werd vaak verwacht dat zij meewerkten op het land of in de fabriek, omdat hun gezinnen het extra inkomen niet kon missen. Voor hen golden dus noodzakelijkerwijs andere standaarden voor gender en geschiktheid om bepaalde activiteiten uit de voeren.

Waar komt dit sentiment vandaan?

Eileen McDonagh en Laura Pappano proberen dit standpunt historisch te duiden. Zij schrijven in hun boek Playing with the Boys, dat vrouwen in de Victoriaanse tijd moreel sterk werden gevonden, maar fysiek zwak. Mannen waren het tegenovergestelde: fysiek sterk, maar zij hadden vrouwelijke invloed nodig om hun morele kompas onder controle te houden. De menstruatiecycli van vrouwen werden gebruikt om hen af te schilderen als kwetsbaar, onstabiel, gebrekkig en onvolmaakt. Artsen uit de 17e eeuw beschouwden menstruatie als een letterlijk lek. En als bewijs dat de baarmoeder het zwakste deel van het vrouwelijk lichaam is, omdat deze er niet in slaagt de inhoud vast te houden. Dit beeld van vrouwelijke zwakte vormde de basis voor latere beperkingen die aan vrouwen werden opgelegd onder het mom van het ‘beschermen’ van kwetsbare organen, of het beschermen van de samenleving tegen de besmette vrouw.

Waarom is er seksesegregatie in sport?

McDonagh en Pappano beargumenteren dat seksesegregatie in de sportwereld sekseverschillen construeert. Als je echt zou kijken naar de fysieke verschillen, zou je eerder een verband verwachten tussen seksesegregatie en de specifieke fysieke eisen van een sport. Dan zouden bijvoorbeeld contactsporten zoals boksen, basketbal en voetbal sekse-gescheiden zijn, omdat kenmerken die verband houden met sekse (lengte, gewicht, kracht van het bovenlichaam) daar voordelig zijn. Niet-contactsporten, of sporten die minder fysiek veeleisend (schaken, biljart, bridge, tafeltennis en bowlen) zouden dan gemengd kunnen zijn. Fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen hebben beslist geen invloed op het vermogen om te poolen, te kaarten of schaakstukken te verplaatsen. Toch zijn veel sporten waarbij specifieke fysieke aspecten geen rol spelen alsnog gesegregeerd naar sekse. Dat komt dus vooral voort uit de alomtegenwoordige veronderstelling dat vrouwen gewoonweg inferieur zijn aan mannen in welke sportcompetitie dan ook.

Is het een kwestie van biologie?

Nog steeds hoor je vaak het argument dat mannen en vrouwen fysiek niet tot hetzelfde in staat zijn. Is het verschil in sportprestaties tussen mannen en vrouwen een kwestie van biologie of van de juiste training? Volgens onderzoek geldt het laatste. Vrouwen hebben jarenlang sportroutines uitgevoerd die gemaakt zijn voor vrouwen, door de veronderstelling dat vrouwen fysiek tot minder in staat zijn dan mannen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de “vrouwen-push up” op de knieën. Vrouwen kunnen wel degelijk kracht opbouwen en de prestaties verbeteren wanneer ze worden uitgedaagd en de kansen krijgen.  

Uit onderzoek blijkt dat vrouwen hetzelfde vermogen hebben als mannen om kracht te vergroten door te trainen. Training maakt hierin een enorm verschil. Het is dus vaker een kwestie van sociale verschillen dan biologische verschillen. Zo schrijven McDonagh en Pappano over een onderzoek bij de Amerikaanse luchtmacht. In 1979 voerde de luchtmacht dezelfde fysieke tests in voor mannen en vrouwen. Het aantal uitgevoerde push-ups door vrouwen steeeg met 111% tussen 1977 en 1987. Voor mannen was dit 42%. Ook het aantal sit-ups door vrouwen verbeterde aanzienlijk. In eerste instantie voerden vrouwen gemiddeld 7 sit-ups minder uit dan mannelijke collega’s. Toen vrouwen dezelfde training kregen hadden vrouwen echter gemiddeld 7 sit-ups meer dan mannen tijdens de twee minuten durende oefening.

Even terug naar die loonkloof ..

We hebben nu vastgesteld dat vrouwen fysiek tot hetzelfde in staat zijn als mannen. En vrouwen spelen nu al geruime tijd mee op hetzelfde niveau als mannen. Hoe kunnen we dan toch die loonkloof verklaren? In het antwoord vinden we een vicieuze cirkel. Er is minder vraag naar vrouwensport vanuit het publiek. En daardoor zijn er minder sponsors, kijkcijfers, media-aandacht, publiciteit en reclame-inkomsten dan bij mannensport. Hierdoor worden vrouwelijke sporters slechter betaald voor hun prestaties. 

Om dit te doorbreken, moet er meer media-aandacht en publiciteit zijn voor vrouwensport. Door meer aandacht te genereren, zullen de kijkcijfers toenemen. En komen er meer reclamegelden binnen, en ook meer sponsors. Hierdoor is er meer geld om te trainen, te professionaliseren en aantrekkelijkere wedstrijden te organiseren. Hierdoor kan er weer meer aandacht en geld worden gegenereerd.

Hoe kunnen we het eerlijker maken in de sport?

Naast de media-aandacht, zijn er meer dingen die we kunnen doen om sport gelijker te maken. De Europese Commissie heeft hier onderzoek [PDF] naar gedaan en kwam op de volgende aanbevelingen uit:  

  • Participatie: Integreer gendergelijkheid in alle sportbeleid en -strategieën door actieplannen te ontwikkelen voor gendergelijkheid en middelen te reserveren om de mogelijkheden voor sportbeoefening voor alle meisjes en vrouwen te vergroten. Ook de toegang tot voorzieningen zoals sportlocaties, uitrusting en kleding moet gelijk zijn.  
  • Positie van de coach: Zorg ervoor dat meer vrouwen coach kunnen worden door de kennis en mogelijkheden hiervoor te vergroten, wervingsprocedures en financiële stimulansen aan te passen. Coaches kunnen dienen als voorbeeld voor jonge meisjes.  
  • Vrouwelijk leiderschap: Geef vrouwen zeggenschap en steun de maatregelen voor meer vrouwen in leiderschapsposities door bijvoorbeeld scholingsprogramma’s op te zetten om jong en oud bewuster te maken van de mogelijkheden en de voordelen van vrouwen in leiderschapsposities.  
  • Sociale en economische aspecten: Waarborg eerlijke juridische kaders en gelijke kansen, zoals gelijkwaardige contractvoorwaarden. Zorg ervoor dat de economische ongelijkheid minder wordt door de rechten van vrouwen op grond van nationale arbeidswetgeving volledig toe te passen. Vraag aandacht voor discriminatie op de werkvloer door te zorgen voor goede meldpunten en systemen die dit monitoren.  
  • Berichtgeving in de media: Breid de berichtgeving over sport door vrouwen in de media uit, met de publieke media in een sleutelrol en verbeter hierbij de beeldvorming door af te rekenen met negatieve genderstereotypen.  
  • Gendergerelateerd geweld: Zorg ervoor dat vrouwen zich veiliger voelen om te sporten door scholings- en preventieprogramma’s te implementeren voor alle leden van de sportgemeenschap. Het is belangrijk om hierbij de definitie van geweld, vormen van geweld en risicofactoren te behandelen. Ook is het belangrijk om geweld te monitoren en meldingskanalen in te richten.

Lang is sport en fysieke kracht gezien als mannelijk. We moeten onze blik bijstellen en sport gaan zien als een menselijke activiteit. Sekse-gemengde sporten zijn een instrument om barrières af te breken. Inclusief stereotiepe opvattingen over de ‘rol’ of ‘plaats’ van een vrouw. Dan kan er ook een einde komen aan de overtuiging dat vrouwen inherent inferieur zijn aan mannen.

Bronnen:

Lees verder

Delen: