Humor, ansichtkaarten en vrouwelijke sporters

Humor, ansichtkaarten en vrouwelijke sporters

Kaart uit Collectie J. Steendijk-Kuypers

Tegenwoordig laten we via Instagram of Whatsapp aan onze vrienden weten waar we op reis zijn en is het versturen van ansichtkaarten bijna verdwenen. Toch zijn ansichtkaarten als historische bron onwijs interessant. Door de hoeveelheid en variatie aan ansichtkaarten, kunnen ze ons heden ten dage veel vertellen over het verleden, bijvoorbeeld over de vrouwenemancipatie in die tijd. Dat gaan we in dit artikel doen. 

Ansichtkaarten en de werkelijkheid

Ansichtkaarten werden steeds populairder aan het einde van de 19e eeuw. Dit kwam voornamelijk omdat het versturen van ansichtkaarten goedkoper werd doordat ze toen machinaal gedrukt konden worden. Bovendien kwam de postbezorging op gang en werd de postzegel geïntroduceerd. Dit zorgde ervoor dat het versturen van post goedkoper werd en niet meer enkel toegankelijk was voor de elite. 

Ansichtkaartenuitgevers namen het niet altijd zo nauw met de werkelijkheid. Ansichtkaarten, maar ook andere kaarten, werden vaak gebruikt om de werkelijkheid te manipuleren. Of het nu een overdreven weergave was van oorlogswinst of een stadsplattegrond met toeristische attracties, er was altijd een doel dat verder ging dan simpelweg weergeven. Zelfs ansichtkaarten van landschappen werden vaak mooier gemaakt dan de werkelijkheid was, zo waren er nooit rokende fabrieksschoorstenen of straatvuil te zien. En heb je het weleens zien regenen op een ansichtkaart?

Sportende vrouwen

Aan het einde van de 19e eeuw gingen vrouwen steeds meer sporten. Omstreeks 1880 ontstond onder artsen het idee dat lichamelijke beweging ook voor de vrouw van nut kon zijn voor haar gezondheid. Zo werd vanuit medisch standpunt lichamelijke oefening steeds vaker voorgeschreven: wandelen, gymnastiek, roeien, fietsen, en zwemmen in besloten gelegenheden. Dit was het startsein voor veel discussie en debat over vrouwen in de sport, omdat dit voorheen een uitsluitend mannelijke aangelegenheid was en vrouwen, volgens de tegenstanders, wel rekening moesten houden met de geldende beperkte fysieke mogelijkheden en met de gangbare normen van esthetica en moraal. Lees in dit artikel wat we eerder schreven over sekse-ongelijkheid in de sport.

Een belangrijk onderdeel van dit debat waren de ansichtkaarten.

Collectie J. Steendijk-Kuypers

Jacoba (Koos) Steendijk-Kuypers was medisch historica. Ze studeerde geneeskunde aan de Vrije Universiteit en promoveerde op het proefschrift Volksgezondheidszorg in de 16e en 17e eeuw te Hoorn (Rotterdam, 1994). Na haar promotie deed Steendijk-Kuypers veel onderzoek naar vrouwen en sport. Ze schreef onder andere het boek Vrouwen-beweging. Medische en culturele aspecten van vrouwen in de sport (1999). Daarnaast verzamelde en onderzocht ze veel ansichtkaarten die betrekking hadden op vrouwen en sport uit de periode 1880-1950. Atria heeft deze sinds 2012 in haar collectie. Bekijk hier de inventaris van de Collectie J. Steendijk-Kuypers die op aanvraag is in te zien.  

Volgens Steendijk-Kuypers verschenen achtereenvolgens cartoons en ansichtkaarten over sportende vrouwen die aan croquet (de jaren 1860), tennis (de jaren 1870), rolschaatsen (1875) en hockey (1880) deden. De meeste aandacht ging uit naar de vrouw op de fiets (1880-1910). De ansichtkaarten waren karikaturaal van aard en werden gebruikt om te laten zien dat de maker het niet eens was met vrouwen die sportten. Zo verschenen er ansichtkaarten met daarop stuntelende vrouwen die niet konden fietsen. Daarbij was de boodschap: als ze wel kan fietsen, dan is het geen vrouw. Volgens Steendijk-Kuypers verloor de sportende vrouw in de karikaturen haar potentie om kinderen te baren: ze kreeg harde trekken in het gezicht en kreeg een mannelijk postuur. 

Karikatuur

Het ridiculiseren van sportende vrouwen in woord en beeld was volgens Steendijk-Kuypers een efficiënt wapen, want humor liet zich moeilijk met argumenten weerleggen. Daarnaast diende het een achterliggend doel: het leveren van kritiek op vrouwen die aan sport deden. Steendijk-Kuypers legt het als volgt uit in het artikel ‘Humor als katalysator in de geschiedenis van de vrouwensport’ in De Sportwereld 

“De karikatuur gaat om sociale interactie en communicatie waarbij twee aspecten een rol spelen: men lacht kritisch óm het slachtoffer of men lacht instemmend mét het slachtoffer. Bij de sportkarikatuur met een genderkarakter is de eerstgenoemde lach aan de orde, de lach van de superioriteit. Deze speelde destijds een centrale rol bij de aversie tegen vrouwensport, met name bij vrouwen die fietsten.” 

Emancipatie

Thema’s op de ansichtkaarten die de revue passeerden waren: flirten en huwelijksmarkt, moederschap, vermannelijking (dit hield in dat sport bij de vrouw zou leiden tot innerlijke en uiterlijke verharding en onvruchtbaarheid) inclusief het dragen van mannenkleding, en de gesuggereerde fysieke onbekwaamheid van vrouwen. De karikatuur legde de nadruk op het sporten, wat er volgens Steendijk-Kuypers voor zorgde dat de sportende vrouw een soort emancipatoir symbool werd. Zulk emancipatoir gedrag vormde een zekere dreiging voor de sociale orde. Sport zou het traditionele beeld van vrouwen als schone en vruchtbare wezens aantasten.  

Hoewel sportende vrouwen vaak spottend op ansichtkaarten werden afgebeeld, speelde deze negatieve beeldvorming uiteindelijk toch ook een bepalende positieve rol bij de popularisering van vrouwen op de fiets. In De Hollandsche Lelie schreef de Amsterdamse gynaecoloog Herman Treub: ‘Wat men ook zegt, ze fietsen tóch’ in een artikel over ‘Reformkleding en nog wat’ (1903). Daarnaast droeg de vrouwensport indirect bij aan het verwezenlijken van feministische idealen. De deelname van vrouwen aan sport was een emancipatoire daad op zich en verrijkte daarmee de voedingsbodem van het feminisme: het gaf zelfbewustzijn, lichaamsbesef, en vrijheidsbeleving en was van essentieel belang voor de ontplooiing van de persoonlijkheid van vrouwen, mede door contacten buitenshuis.

Bronnen

Delen: