Het ‘F-stuk’: Evelien Rijsbosch

evelien rijsbosch met haar favoriete stuk: Bulletin van de Nederlandse Vrouwen Elektriciteits Vereniging

Atria’s collectie barst van de boeken en bijzondere parels uit de vrouwenbeweging. Van ‘Baas-In-Eigen-Buik’-buttons, een cursus zelfverdediging voor zwarte vrouwen uit het archief van Stichting Kenau, tot vrouwenkiesrecht-vaandels uit de eerste feministische golf. Atria’s beeldarchivaris Evelien Rijsbosch, verantwoordelijk voor verzameling, beschrijving, conservering en digitalisering van beeldmateriaal, gaat met pensioen! Na maar liefst 41 jaar trouwe dienst kent ze Atria’s archief vanbinnen en buiten – reden temeer om haar uit te zwaaien met haar favoriete stuk uit Atria’s collectie. Haar persoonlijke ‘F-Stuk’: het tijdschrift Bulletin van de Nederlandse Vrouwen Elektriciteits Vereniging.

Wat hebben we hier precies voor ons liggen?

Het tijdschrift Bulletin. Dit tijdschrift werd uitgegeven door de Vrouwen Electriciteits Vereeniging. Deze vereniging is in 1932 opgericht door Rosa Manus, eveneens een van de oprichters van het IAV (het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging, de voorloper van Atria). Het blad werd sinds 1933 gedrukt en is in 1973 opgeheven. Het blad is toen gestopt omdat het gebruik van elektrische apparaten voor iedereen normaal was geworden.

Het doel van de vereniging en het blad was om het huishouden te “elektrificeren”. Vrouwen moesten elektrische huishoudelijke producten leren gebruiken, zodat zij sneller klaar zouden zijn met het huishouden. De vereniging gaf ook demonstraties, zelfs over hoe je sommige apparaten eenvoudig kon repareren.

Een tijdschrift dat vrouwen destijds stimuleerde om elektrische huishoudelijke apparaten te gaan gebruiken dus. Waarom heeft dit blad waarde voor jou?

Ik leerde dit blad kennen toen ik net bij het IAV kwam werken. Toen viel mijn mond open dat er zoiets als een elektriciteitsvereniging voor vrouwen had bestaan. Zo van: wat ís dat?! Wat mij hierin frappeerde was dat vrouwen al die technologische ontwikkelingen onmiddellijk aangrepen om hun eigen positie te verbeteren. Ze zagen kansen daarin. ‘Dat huishoudelijk werk moet toch gebeuren, maar laten we zorgen dat we er zo snel mogelijk doorheen zijn. Dan kunnen we onze tijd besteden aan zelfontplooiing.’

Vrouwen werden vindingrijk omdat ze meer mogelijkheden kregen. Wat heb jij met het thema vindingrijke vrouwen?

Ik zie een lijn in die vindingrijkheid van vrouwen, dus dat vrouwen op zoek gaan naar mogelijke manieren om zich het leven makkelijker te maken. In Atria’s bibliotheek ligt een heel leuk naslagwerk: Women Inventors, een boek over vrouwelijke uitvinders. Daar kom je heel veel vrouwen uit het begin van de 19e eeuw tegen. Bijvoorbeeld Tabitha Babbitt, die het prototype van de cirkelzaag uitvond.

Een ander voorbeeld van de vindingrijkheid van vrouwen was toen het internet in 1994 opkwam. Het waren vooral mannen die in die ICT-business werkten en daarmee aan de slag gingen. Toch zie je dat vrouwen het gaan omarmen zodra ze merken dat je er iets mee kunt, zoals makkelijk contacten leggen en andere vrouwen bereiken. Toen ontstonden er bewegingen om vrouwen wegwijs te maken op het internet, zoals bijvoorbeeld Emancipatie op internet. Hoe kun je internet gebruiken voor je eigen doel, de innovaties naar de eigen hand zetten?

Tot slot: je had moeite met het kiezen van een F-stuk. Welk stuk staat er stiekem op een tweede plek?

Dat is denk ik de ‘vrouwenkiesrecht-appelmoeslepel’. Ook dit stuk leerde ik aan het begin van mijn arbeidsperiode bij Atria kennen. Ik was verbaasd: je hebt een appelmoeslepel – en dan heb je óók nog een vrouwenkiesrecht-appelmoeslepel! Op het heft van de lepel staat een vrouw met een banier voor het vrouwenkiesrecht. Dit leerde mij hoe de vrouwenbeweging al vrij vroeg werkte met gadgets, het is bijna marketing. Je kreeg potloodjes, vingerhoedjes. Het was belangrijk om mensen iets mee te geven en zo de boodschap te verspreiden. Voor die tijd was het vrij nieuw.

Een saillant detail: de vrouwenkiesrecht-appelmoeslepel heeft de roof van het archief in 1940 overleefd. Dat is omdat de lepel van zilver was en daarom in de kluis van de bank lag. De Duitsers hebben hem over het hoofd gezien.

Auteur: Noémi Prent

Delen:

Gerelateerde artikelen