Ina Boudier-Bakker – biografie

biografie Ina Boudier-Bakker – biografie

Beeld: Portret van schrijfster Ina Boudier-Bakker (1875-1966), 1930. Fotograaf onbekend. Collectie IAV-Atria.
Atria wil graag de goede bronvermelding geven. Ken je de maker van deze foto, dan horen wij dat graag: beeld@atria.nl

Ze was het oudste kind van Frederik Bakker en Aleida Emilia Holm. Haar vader was werkzaam op een effectenkantoor. Haar moeder, enig kind van een bekende Amsterdamse arts, had geen betaald beroep. In 1902 trouwde zij met een hoge ambtenaar bij de posterijen, Henry (Henricus Anthonius Johannes) Boudier (1878-1952). Dit huwelijk bleef kinderloos.

Wie: Ina Boudier-Bakker
Geboortedatum: 15 april 1875
Geboorteplaats: Amsterdam, Nederland
Sterfdatum: 26 december 1966
Plaats van overlijden: Utrecht, Nederland
Alternatieve naam: Klaziena Bakker

Het leven van Ina Boudier-Bakker

Ina Boudier-Bakker was vele jaren een van de populairste auteurs van Nederland. ‘Armoede’ (1909) en vooral ‘De klop op de deur’ (1930) waren echte bestsellers. Ook na de tweede wereldoorlog beleefden haar boeken nog druk na druk. Het in 1957 geschreven ‘Finale’ was een groot succes met lovende kritieken als ‘een ontroerend portret van de ouderdom’. Ondanks deze titel bleek ze niet uitgeschreven. In 1962, op zevenentachtigjarige leeftijd, schreef ze nog de roman ‘Honger’.

‘Ze schrijft slordig, onlogisch, broddelig, zoals de mensen spreken.’ Zo typeerde haar biograaf en bewonderaar P.H. Ritter haar stijl. Tot ver in de jaren ’20 kreeg zij lovende kritieken. Maar omstreeks 1930 keerde het tij. Nieuwe literatuuropvattingen deden opgeld. Recensenten als Menno ter Braak en Annie Romein-Verschoor keurden haar stijl en de keuze van haar onderwerpen sterk af. Met ‘huiskamerrealisme’ en ‘damesroman’ werd haar grote vertelkunst afgedaan. Bij ‘De klop op de deur’ zou zelfs een recensie, de kortste ooit, geluid hebben “niet opendoen!”. Ze ging erg gebukt onder de negatieve recensies, maar omdat ze schrijven als een taak zag, ging ze door. In 1929 was zij een van de oprichtsters van soroptimistclub Utrecht. Na de oorlog waren de recensies weer milder en vaak lovend. Officiële erkenning kreeg zij in 1963 met de Tollens-prijs (een vijfjaarlijkse prijs om een vooraanstaand letterkundige te eren).

Ina Boudier-Bakker werd geboren als Klaziena Bakker op 15 april 1875 in een gegoed milieu te Amsterdam, als oudste kind van Frederik Bakker en Aleida Emilia Holm. Ze kreeg twee broertjes, die op jonge leeftijd overleden. Op school vond Ina het afschuwelijk, totdat zij in 1883 bevriend raakte met het notarisdochtertje Cornelia Scheltema Beduin, ‘Cor’. Ze bleven hun hele leven hartsvriendinnen. Van meet af aan tot haar dood in 1938 was Cor betrokken bij al het werk van Ina. Pas als zíj haar fiat had gegeven ging het de deur uit.

Ina Bakker ging naar de HBS voor Meisjes op de Keizersgracht in Amsterdam. Daarna haalde zij de Acte voor Lager Onderwijs. Omdat haar vader wilde dat ze Nederlands ging studeren, volgde ze braaf colleges. Maar na een jaar stopte ze. Ze studeerde nog even Frans, maar hield ook daar snel mee op. In die jaren hield ze zich meer met muziek bezig dan met schrijven. Ze had zangles en behaalde later ook het Toonkunstenaarsdiploma zang. Pas na de dood van haar vader – hij zag niet veel in haar werk – in 1897 legde zij zich serieus op het schrijven toe. Korte tijd gaf zij les op enkele armenscholen tot de ouders van haar vriendin Cor, die in haar talent geloofden, het haar financieel mogelijk maakten zich geheel aan het schrijven te wijden. Maar ook muziek zou haar levenslang dierbaar blijven.

Echtgenote van Henry Boudier

In 1902 trouwde zij met een hoge ambtenaar bij de posterijen, Henry Boudier. Zijn functie bracht met zich mee dat hij herhaaldelijk overgeplaatst werd. Dat betekende veelvuldig verhuizen. Maar uiteindelijk kwamen ze in 1928 in Utrecht wonen, in een fraai huis op de Oude Gracht 333. Hier voltooide ze in 1930 haar lievelingsboek, ‘De klop’.

In mei 1902, enkele maanden voor haar huwelijk, werd haar eerste novellenbundel ‘Machten’ gepubliceerd en in datzelfde jaar ging haar toneelstuk ‘Verleden’ in première. Het was een doorslaand succes en werd overal in het land gespeeld. Nog meer bekendheid kreeg ze in 1905 met de bundel ‘Kinderen’.

In november 1905 werd zij bestuurslid van de Vereniging van Letterkundigen en raakte ze bevriend met veel literatoren zoals P.C. Boutens, Lodewijk van Deyssel en Top Naeff, en met beeldend en toonkunstenaars.

Echt naam in de Nederlandse letterkunde maakte ze in 1909 met ‘Armoede’.

Vele boeken volgden, er staat een waslijst van publicaties op haar naam. Maar toen ze in 1917 in Vianen kwam te wonen, lukte het schrijven aanvankelijk niet, zo stond de gedwongen omgang met de notabelen van het stadje haar tegen. Eenmaal verhuisd naar Bussum schreef zij in 1924 ‘De straat’, een novelle over de bekrompen burgerij, waarvoor heel duidelijk Vianen model heeft gestaan.

Ze schreef niet alleen romans. In 1921 publiceerde zij de geruchtmakende anti-feministische brochure ‘De Moderne Vrouw en haar Tekort’, waarin zij betoogde dat het moederschap roeping én beroep van de vrouw was. De moderne vrouw moest kiezen tussen werkkring en gezin. Volgens haar bestond er dus een tegenstelling tussen vrouwen en werk, en vrouwen en wetenschap. Het ‘Tekort’, zoals het bekend stond, heeft de gemoederen lange tijd beziggehouden. Vele kopstukken uit de vrouwenbeweging mengden zich in de discussie.

In 1938 werd zij benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau.

Ze was veel ziek. ‘Teer, maar taai’, placht haar man te zeggen. Memorabele woorden, want zij werd 91 jaar. Zij had veerkracht. De negatieve recensies bij het verschijnen van ‘De klop’ in 1930, een beschuldiging van plagiaat, het stemde haar bitter, maar zij gaf niet op. Het overlijden van haar vriendin Cor, de oorlog, het overlijden van haar man in 1952, het bedrukte haar zeer, maar ze bleef schrijven, ze móest schrijven. Zij verwierf daarmee een groot en trouw lezerspubliek en ondervond tot haar dood publieke erkenning.

Zij ligt begraven te Bilthoven. In de steen op haar graf staat gebeiteld ‘Zij schiep menselijke mensen en kinderlijke kinderen’.

Bronvermelding: zie Publicaties van Hans Edinga, tien huizen/duizend levens. Het leven van Ina Boudier-Bakker. P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam 1969
Auteur biografie: Annemarie Kloosterman
Biografisch Woordenboek van Nederland – biografie
Publicaties van:
– Finale / Ina Boudier-Bakker – Amsterdam: Querido, 1960.
– De straat/ Ina Boudier-Bakker. – Amsterdam: Van Kampen, 1924.
– De klop op de deur: Amsterdamse familieroman / Ina Boudier-Bakker. – Amsterdam: Van Kampen, 1930.
– De moderne vrouw en haar tekort/ Ina Boudier-Bakker. – Amsterdam: Van Kampen, 1921.
– Armoede/ Ina Boudier-Bakker. – Amsterdam: Van Kampen, 1909.
Literatuur over:
– Ina Boudier-Bakker (1875-1966) : koningin van de Nederlandse familieroman / Annemarie Kloosterman. In: De Nederlandse Soroptimist. – augustus/september 2007
– Tien huizen/duizend levens: het leven van Ina Boudier-Bakker/ Hans Edinga.- Amsterdam: Van Kampen, 1969.- 272p.: foto’s
– Ina Boudier-Bakker 1875-1966 : Ina Boudier-Bakker bleef milieu en idealen trouw. In: Mevrouw, ik groet u : necrologieën van vrouwen / Emma Brunt (samenst., inl.). – Amsterdam, Rap, 1987. – p.131-134
– ‘In zijn werk spreekt een mens verborgen zich uit, en dat is een verlossing…’: Het wezen van het schrijverschap van Ina Boudier-Bakker/ G. Vaartjes. Doctoraal scriptie Leiden, 1982. (Aanwezig in het Letterkundig Museum te Den Haag.)
– Vrouwenspiegel: Een literair-sociologische studie over de Nederlandsche romanschrijfster na 1880 / Annie Romein-Verschoor. – Amsterdam : Querido, 1936. – 237p. : index
– De vertelster weerspiegeld: leven en werken van Ina Boudier-Bakker/ P.H. Ritter JR.- Amsterdam: Nederlandsche Keurboekerij, 1931.-265p.: ill.
Archieven: Letterkundig Museum te Den Haag

Delen:

Gerelateerde artikelen