Portret van een zelfredzaam gezin tijdens de coronacrisis

onderzoek Portret van een zelfredzaam gezin tijdens de coronacrisis

Hoe combineren ouders werk, zorg en (thuis)onderwijs in tijden van corona? Atria en Bureau Omlo hebben onderzoek gedaan naar de impact van corona op de rolverdeling binnen verschillende gezinnen in Nederland. Dit tweede portret beschrijft het zelfredzame gezin van Steven (43) en Naomi (44). Ze vormen een getrouwd stel en zijn 22 jaar samen. Samen hebben ze vier kinderen: een jongen van 18, een jongen van 14, een meisje van 9 en een jongen van 4. Het gezin woont in Rotterdam. Naomi en Steven hebben allebei een hbo-studie gedaan. Naomi werkt als zelfstandige aan maatschappelijke initiatieven. Steven werkt in de logistiek en werkt hier fulltime in vaste dienst. Steven en Naomi hebben allebei een migratieachtergrond.

Rolverdeling voor de crisis

Naomi omschrijft haar gezin als ‘modern’, omdat de rollen “evenredig” verdeeld zijn en omdat haar man ‘meehelpt’ in het huishouden. Beide partners hebben vaste huishoudelijke taken. Waar Steven onder meer dweilt en in het weekend kookt, vouwt Naomi de was. Ze geeft hem meerdere complimenten: een “dikke pluim” voor zijn “kookkwaliteiten” en hij reinigt de vloer “heel goed”. Waar Steven de regie voert over het doen van boodschappen, heeft Naomi de regierol als het gaat om het huishouden.

“Het lijkt net of wij als vrouwen misschien iets meer zien: “oh, dit of dat moet er gebeuren in de huishouding. Of: Oh iemand is net in het bad geweest, het is nog een beetje vettig, dat moet worden afgenomen. Dat coördineer ik toch wel en ik delegeer ook” (Naomi).

Taakverdeling organisch ontstaan

De taakverdeling is “organisch” ontstaan. Er vindt soms wel eens overleg plaats en er is ook wel eens kritiek, maar beide partners kunnen hier goed mee omgaan. Ze nemen de kritiek van de ander aan en proberen ook allebei te relativeren en het weer los te laten.

Steven draagt met zijn vaste en fulltime dienstverband bij aan een stabiel inkomen. Voor Naomi ligt dat anders, omdat haar inkomsten als zzp’er meer fluctueren en onzeker zijn. Steven legt uit dat het belangrijk is dat beide partners werken om een bepaalde levensstijl te kunnen hanteren. Hij probeert zijn vrouw ruimte en ondersteuning te bieden voor haar onderneming. Hij gelooft dat de flexibiliteit die het ondernemerschap haar biedt positief is voor het gezin, terwijl een fulltimebaan juist nadelig zou zijn:

“Ik geef haar ook gewoon de ruimte met haar bedrijf door te zeggen: ‘he, doe waar je denkt dat je gelukkig van wordt en maak daar het beste van. Ik probeer haar zoveel mogelijk te steunen. Haar bedrijf is voor ons als gezin altijd mooi meegenomen. Op het moment dat ze een fulltime baan zou hebben en 32 of 36 uur per week moet werken, dan denk ik dat dat ten nadele zou zijn voor het gezinsleven. Ik denk dat het problemen zou brengen voor het gezin. Nu heeft ze de ruimte om haar tijd te verdelen. Nu kan ze soms in het weekend de computer op schoot nemen of in de avond en dan neem ik graag wat taken van haar over zodat zij ook aan haar werk toe komt. Dus ik probeer haar wel altijd te steunen waar mogelijk” (Steven).

Als ondernemer heeft Naomi meer mogelijkheden om haar werk flexibel in te delen. Dat is voor haar ook een van de redenen geweest waarom ze ooit gekozen heeft voor het ondernemerschap. De flexibiliteit zou het eenvoudiger moeten maken om werk en gezinsleven beter te combineren. De realiteit bleek echter anders. Het werken aan haar onderneming werd een passie, waardoor Naomi ervoor koos om hier veel tijd in te stoppen. Als gevolg hiervan bleef er minder tijd over voor de “traditionele rol” in huis. Het harde werken heeft uiteindelijk ook geleid tot een burn-out, waar ze nog van aan het herstellen is.

Mantelzorg

Naast huishouding en werk zorgen ze ook voor de ouders voor Naomi. Steven vertelt dat ze af en toe boodschappen langsbrengen voor haar vader. Andersom kookt de vader van Naomi soms ook voor hun gezin en dan halen ze dat eten bij hem op. De moeder van Naomi heeft meer zorg en aandacht nodig. Naomi helpt haar soms met opruimen en doet ook boodschappen voor haar.

Rolverdeling tijdens de crisis

De crisis had tot gevolg dat alle vier kinderen voortaan thuis moesten blijven. Ondertussen is het werk van Naomi helemaal stil komen te liggen. Ze kreeg geen nieuwe opdrachten meer. Ze heeft de zogenoemde Tozo-uitkering aangevraagd, die bedoeld is voor zelfstandigen die als gevolg van de crisis weinig of niets verdienen. Naomi zegt blij te zijn dat haar man een vast inkomen heeft, maar geeft tegelijkertijd aan dat het “natuurlijk enorm zou schelen” als zij zelf ook “extra kan bijdragen”. Het stilvallen van opdrachten betekent niet dat Naomi stilzit. Ze probeert nieuwe projecten op te starten en fondsen aan te schrijven, maar het is niet eenvoudig omdat de sociale en culturele sector waarin ze werkt enorm is getroffen. Ze is onzeker over de toekomst van haar werk als ondernemer, maar probeert positief te blijven en zich niet te druk te maken. Als het tegen blijft zitten, staat ze ervoor open om te zoeken naar een parttimebaan in loondienst.

De werkgever van Steven heeft het thuiswerken in een vroeg stadium ondersteund. Zo kregen de medewerkers een laptop waarmee ze op afstand thuis konden werken. Het werkvolume is voor Steven wel vergroot doordat het thuis ingewikkelder is om hulp in te schakelen en elkaar als collega’s te ondersteunen bij hulpvragen. Aangezien de inkomsten van Naomi door de crisis zijn weggevallen, voelt Steven meer druk op zijn schouders om goed te blijven presteren op het werk. Hij heeft steeds de behoefte om te “bewijzen” dat hij thuis aan het werk is door zijn aanwezigheid te tonen en doet ook wat er van hem gevraagd wordt. Deze druk doet hem opnieuw beseffen dat hij niet de enige kostwinner wil zijn en dat zijn vrouw zich niet zou moeten beperken tot het huishouden en voor de kinderen zorgen. In deze financieel onzekere tijden is dat volgens hem onverstandig.

Veranderingen in de rolverdeling

Doordat Naomi geen nieuwe opdrachten heeft gekregen sinds de crisis en Steven een fulltime aanstelling in loondienst heeft, zorgt zij het meest voor de kinderen en het huishouden. Was de verdeling voor de crisis nog evenredig, tijdens de crisis is Naomi meer huishoudelijke en zorgtaken op zich gaan nemen. Er heeft met andere woorden een verschuiving plaatsgevonden naar een meer traditioneel gezinsmodel:

“Tijdens de crisis nam ik als het ware iets meer de traditionele rol over, maar ik heb ook meer tijd om daar aandacht aan te besteden. Dan heb ik het echt over zeg maar huishoudelijke en zorgtaken. Voor de crisis was daar iets meer balans in, een 50/50 verdeling. En tijdens de crisis heb ik daar een wat grotere rol in vervuld” (Naomi).

Meer balans tussen zorgen en werken

Voor Naomi heeft de crisis noodgedwongen voor de gewenste balans gezorgd. Waar ze naar eigen zeggen voor de crisis nog te veel tijd stopte in haar onderneming ten koste van de zorg voor de kinderen, het huishouden en haar gezondheid, gelet op haar burn-out, is ze door de aanwezigheid thuis beter in staat om de verschillende rollen te combineren. Naomi vindt nu meer rust en focus in haar taken, omdat er minder combinatiedruk is van werk enerzijds en zorg en opvoeding anderzijds. Ze heeft meer rust om zichzelf te “hervinden”. Hierdoor kan Naomi de moederrol “goed” en vanuit een intrinsieke motivatie vervullen, zonder daarbij stress te ervaren. Ook was het voor haar eenvoudig om te accepteren dat Steven minder tijd heeft door zijn werk.

Naomi ervaart bovendien dat ze haar tijd flexibel kan indelen en dat geeft haar de mogelijkheid om op een dag meerdere taken uit te voeren, zoals het ondersteunen van haar kinderen bij het thuisonderwijs, ontbijt en lunch voor hen verzorgen, het huishouden en haar werk. Doordat het werk op een bepaald moment stil kwam te liggen, moest Naomi noodgedwongen rust nemen. Hierdoor vielen bepaalde werk gerelateerde stressfactoren weg.

Doordat ze niet hoeft te reizen en steeds op dezelfde plek is, kan ze de verschillende taken beter combineren zonder veel tijd te verliezen. Als de kinderen hun huiswerk maken en als ze rustig zijn, kan ze soms in hun aanwezigheid werken. In andere gevallen betrekken de oudste twee kinderen – nadat zij klaar zijn met hun huiswerk – de “kleintjes” bij hun activiteiten en spellen. Dat geeft Naomi de gelegenheid om zich terug te trekken in een kinderkamer om te werken.

Volgens Naomi is haar huis meer op orde dan voor de crisis. Nu ze steeds thuis is, is ze veel beter in staat om het huishouden goed bij te houden. Ze heeft er meer tijd voor. Voor de crisis was Naomi op kantoor tot 15.00, haalde daarna de kinderen op en vervolgens was het alweer bijna tijd om het avondeten voor te bereiden. Het huishouden bleef dan liggen en werd in het weekend “ingehaald”.

Doordat thuisonderwijs aan bepaalde tijden gebonden is en Naomi flexibeler is in haar tijd heeft zij deze taak volledig op zich genomen. De tijdsinvestering die dit met zich meebracht viel volgens haar mee. Vooral haar kleuter van vier heeft ondersteuning nodig. Maar bij deze leeftijd is het vooral spelenderwijs leren en enkele kleine opdrachten. Na een uur tot anderhalf uur was Naomi daar klaar mee en kreeg haar kleuter een “vrij speelmoment”. De middelste twee kinderen noemt ze “snugger” en “zelfstandig”. In dit geval blijft haar rol beperkt door ze “aan het werk te zetten”, “aan te sturen” en hun schoolactiviteiten “een beetje” te “monitoren”. Haar oudste kind ging “helemaal zijn eigen weg”. Daar hoefde ze geen aandacht aan te besteden. Het lukte niet om de kinderen elke dag aan het werk te zetten. Soms werd er ook vrijheid gegeven aan de broers en zussen om met elkaar te spelen.

Uitdagingen

Hoewel Naomi in de basis tevreden is over de nieuwe situatie, vertelt ze dat het soms nog wel even “schakelen” is tussen deze verschillende taken. Ook zijn er nog wel eens bepaalde spanningen, maar deze bestempelt ze als “momentopnames”. Verder heeft de crisis een negatieve impact op de kinderen, omdat ze niet meer naar de sportclub kunnen en hun vrienden missen. Ook school missen ze:

Mijn dochter heeft nooit zo’n zin in school, maar heeft nu zoiets van; ‘nou mam, ik mis school zo erg, ik mis mijn juf.’ En mijn zoontje van 4, die is niet zo spraakzaam maar in de tweede week van de lockdown had de juf een filmpje doorgestuurd van zichzelf en toen zag hij haar en toen zag je echt die tranen zijn ogen. Hij begreep het niet en ik zag het gewoon in zijn ogen van ‘oh dat is mijn juf’. Zo’n klein kind begrijpt het niet helemaal. En mijn zoon van 14 die eigenlijk wekelijks aan zijn juffrouw vraagt: wanneer gaan we dan weer naar school? En hoe gaat het, hoeveel uur gaan we dan weer naar school? Omdat hij toch echt verlangt om weer naar school te gaan. Ja, het is wel wat voor die kids” (Naomi).

Ter compensatie gaf ze de kinderen meer vrijheid. Deze uitte zich in intensief gebruik van computerspelletjes en televisie kijken. De iPads en televisie hebben “overuren gedraaid”. Met name voor de jongste fungeerde de televisie op momenten als “oppas”. Hier had Naomi niet zo’n goed gevoel over, dus op gegeven moment heeft ze een tijdslimieten ingesteld.

Steven en Naomi merken dat de banden tussen de kinderen “enorm zijn versterkt”. Soms is er ook wel eens “heibel” of zoals Steven zegt: “dagen ze elkaar uit en maken ze ruzie”.  Maar dit gebeurt minder dan voor de crisis. Bovendien gaan ze er volgens hem anders mee om als er irritaties ontstaan. Zo vertelt Steven dat ze “elkaar met rust laten als de ander wegloopt, ze meer op elkaar zijn afgestemd en ingespeeld en ruzies lopen niet meer zo uit de hand”. Ook ziet hij veel meer positief gedrag naar elkaar toe.

Meer tijd doorbrengen met de kinderen

Steven vertelt dat hij de nieuwe rolverdeling eveneens als prettig ervaart. Hij is tevreden over hoe de taken zijn verdeeld. Ook vindt hij het fijn om thuis te werken, omdat hij hierdoor zijn gezin meer ziet en tijd met ze kan doorbrengen. De wetenschap dat zijn gezin bij hem in de buurt is, terwijl hij aan het werk is, vindt hij een prettig idee.

“Ze zien mij werken, ze komen de hele dag door naar mij toe vragen of ik wat heb gegeten of gedronken. En zo heb je toch wat vaker momenten van contact met elkaar. Dat vind ik wel heel erg prettig om mee te maken” (Steven).

Hij plaatst nog wel een kanttekening bij het thuiswerken. Vroeger werkte Steven nooit thuis, met uitzondering van sommige weekenden waarin hij telefonisch beschikbaar moest zijn. De vroegere scheiding van werk en privé maakte dat de thuisomgeving voor hem vooral benut werd als een plek om te ontspannen en tot rust te komen. De werkstress die Steven soms ervaart, dringt in de nieuwe situatie het privédomein binnen.

“Normaal als je op kantoor zit en je hebt bepaalde problemen, dan kan ik de kantoordeur dicht doen en de problemen achter mij laten. Vanuit mijn eigen thuisomgeving vind ik het nu minder makkelijk om mij daarvoor af te sluiten. Nu sjouw ik de problemen met mij mee en is het werk in huis gekomen. Dat kan voor stress zorgen” (Steven).

Steven vindt het ook vervelend dat hij soms werkstress ervaart op momenten dat hij zijn kinderen treft. Voor de crisis kon hij zich ontladen op werkdagen tijdens de lunchpauze. Dan ging hij naar de sportschool. Dat hielp hem om stress ‘af te bouwen”. Daarna was hij weer in staat om zijn werk op te pakken. Hij ervaart het dan ook als een duidelijke beperking dat de sportscholen op het moment van interviewen gesloten waren.

Er niet alleen voor staan

Naomi heeft niet het gevoel dat ze er alleen voor staat in de crisis. Ze ervaart alleen al de aanwezigheid van Steven thuis als zeer prettig. Ook zegt ze “blij” te zijn dat hij in de lunchpauze met de twee jongste kinderen van het gezin naar buiten gaat om te wandelen:

“In de middag heb ik om 12 uur pauze en dan ga ik met mijn jongste of mijn twee jongsten even een rondje wandelen. Dan gaan we naar de speeltuin. Ik loop en zij gaan met de fiets of de step. Dan heb ik een beetje frisse lucht gehad en dan kunnen zij een beetje uitdollen. En na een uurtje gaan we weer terug naar huis. Dan ga ik gewoon weer door in mijn hokje” (Steven).

Steven werkt dagelijks van 7.00 tot 16.00 of van 9.00 tot 18.00. Op de dagen dat hij tot 16.00 werkt, kookt hij. Door het thuiswerken en door het wegvallen van reistijden kan hij tijdig starten met koken. Hierdoor lukt het hem om vaker te koken dan voor de crisis.

Nieuwe rolverdeling is “vanzelf ontstaan”

De manier waarop de rollen verdeeld zijn, is net zoals voor de crisis “vanzelf ontstaan” en tot op zekere hoogte ook een voortzetting van de al aanwezige routine in de huishouding. Bij het verdelen van de taken kijkt het echtpaar ook naar taken waar ze plezier en voldoening uithalen en die ze goed beheersen. Sinds de crisis is Steven bijvoorbeeld meer gaan koken en daar haalt hij ook ontspanning uit. Naomi geeft ook aan dat zij rekening houdt met de situatie van Steven. Aangezien hij fulltime in loondienst is, kan ze, in haar ogen, niet van hem verwachten dat hij tijdens de crisis extra taken op zich gaat nemen na werktijd. Voor de crisis werkten ze allebei buitenshuis en moesten er na werktijd nog taken worden uitgevoerd in het huishouden. Dat was een andere situatie, waardoor het logischer was dat er meer balans was in de rolverdeling. Dat het verdelen van taken vrij soepel verliep betekent niet dat er nooit strijdmomenten zijn geweest. Zo vertelt Naomi:

“Vandaag hadden we nog een strijdmoment. Waarschijnlijk was het een stressvolle dag voor hem qua werk. Want, wat was er? Mijn jongste zoon die had blijkbaar in zijn bed geplast en de lakens waren nog niet verschoond en hij moest dus naar bed. En dan denk ik: ja potverdorie jij hebt toch gezien dat zijn bed verschoond moet worden? Waarom heb jij dat niet gedaan? Dus ja tuurlijk die momenten zijn er heus wel. Misschien komt het door de stress van het werk. Dat zijn gewoon momentopnames en dan zijn er bepaalde verwachtingen. Ik ben inderdaad degene die altijd de bedden verschoont, maar ik had dan zoiets van: je bent er nu. Misschien had jij het kunnen doen (…) Vandaag wordt er van mij verwacht dat ik de bedden verschoon, want ik doe dat altijd. Dan is er gewoon een escalatiemomentje, heel sterk uitgedrukt. Dan geef ik gewoon mijn mening: ik vind dat jij dat gewoon dit keer had kunnen doen”  (Naomi).

In het citaat hierboven uit Naomi kritiek op haar man, maar tegelijkertijd probeert ze zich te verplaatsen in hem en is daardoor in staat om verzachtende omstandigheden (stress van het werk) aan te wijzen die zijn gedrag (het niet verschonen van de lakens) mogelijk kunnen verklaren.

Herwaardering van zorgtaken

Naomi is haar nieuwe rol, “de traditionele rol als moeder, als zorger” en als de persoon die het huishouden runt, belangrijker gaan vinden. Ze vertelt “tevreden” hierover te zijn en ziet dat het gezin er baat bij heeft. Een opgeruimd huis draagt bij aan een goede sfeer en het is prettig om meer tijd met haar kinderen door te kunnen brengen. Naomi is zich meer gaan realiseren dat hechte familiebanden erg belangrijk zijn en ervaart dat ze traditioneler is gaan denken over de verdeling van werk en zorg.

“Ik was hiervoor altijd bezig met meer dingen buitenshuis. Op een gegeven moment zaten bepaalde gedachten gewoon zo in mijn hoofd. Ik dacht: ik ben niet echt een huisvrouw. Op een geven moment ben je daarin getraind om dat te denken. Deze situatie heeft er bij mij wel toe geleid dat ik die rol toch ben gaan waarderen. Dat ik daar best content mee ben. En dat ik daarnaast nog bezigheden kan hebben maar dat hoef niet per se buitenshuis te zijn voor nu” (Naomi).

Wel geeft ze aan dat het vele thuiszitten pas acht weken heeft geduurd. Ze vraagt zich af of ze op de langere termijn nog steeds deze opvattingen en gevoelens zal hebben.

Zelfredzaam gezin in crisis

Naomi en Steven ervaren de huidige situatie als stabiel. Ze zijn tevreden over de manier waarop de taken zijn verdeeld. Wat daarbij ook helpt is dat ook de kinderen meehelpen in het huishouden. Naomi en Steven hechten er waarde aan om hun kinderen van jongs af aan in de opvoeding mee te geven dat het belangrijk is om mee te helpen in het huishouden. Zelf hebben ze dit ook van huis uit meegekregen om als kind taken in het huis op zich te nemen.

Volgens Steven is het aandeel van de kinderen niet groter dan voor de crisis. Wat hem betreft mogen de kinderen nog meer taken oppakken in het huishouden. “Daar moet gewoon werk van worden gemaakt”. Hij ziet de crisis als een uitgelezen kans om de kinderen hierin nog meer te ontwikkelen en de zelfredzaamheid van het gezin nog meer te versterken. Naomi heeft de indruk dat de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het huishouden wel is toegenomen. De zelfredzaamheid van haar kinderen maakt haar gelukkig:

“Wat dat betreft heb ik heel veel geluk. Ik ben gezegend met mijn gezin, omdat het allemaal zelfstandige persoonlijkheden zijn en daardoor ook zelfredzaam.” (Naomi).

De kinderen hebben hierbij wel een bepaalde aansturing nodig. Zo moet Naomi haar kinderen bijvoorbeeld eerst vragen om op te ruimen en is er een taakverdeling georganiseerd voor het in- en uitruimen van de vaatwasser. Als Naomi haar kinderen aanspoort om te helpen pakken zij dit goed op:

“Ook die jongste, die pakt stoffer en blik en veegt het vuil bij elkaar op. Mijn zoon van 14 die gaat dan meestal stofzuigen en de vaatwasser inruimen. Nu is onze vaatwasser kapot, dus nu is het lekker afwassen met de hand. We proberen ze zoveel mogelijk mee te laten helpen. Met name de woonkamer en hun eigen kamers gewoon een beetje bijhouden.” (Naomi).

De zelfredzaamheid van de kinderen uit zich overigens niet alleen in praktische hulp in het huishouden, maar ook in zorgzaamheid en emotionele steun toen Naomi ziek was:

“Ik ben de afgelopen periode wisselend ziek geweest. Ik vond het mooi om te beseffen dat ik een groot gezin heb. Het was fijn dat ik mijn kinderen om mij heen had. Ik vond de steun zeker bij mijn zoon van 14 heel emotioneel. Hij zorgde voor mij en was begaan met mij. Maar ook mijn andere kinderen kwamen mij knuffelen en zeiden: mama ik hou van jou. Ik heb veel steun van mijn kinderen gekregen. Heel gek, dat mijn kinderen op die momenten als ik mij niet zo lekker voelde en ziek was, dat ze echt een beetje voor mij zorgden en thee kwamen brengen. Dat is een stukje zelfredzaamheid die ik ze bij heb bijgebracht en dat kwam dan enorm van pas. Want papa was dan op zolder aan het werk en had zijn eigen stressmomenten. En ik lag ziek in bed en kon niet zoveel doen maar ik kon toen wel van mijn kinderen op aan” (Naomi).

Doordat de oudste twee kinderen wat ouder zijn, kunnen zij soms ook oppassen als de jongste twee op bed liggen. Dat geeft Steven en Naomi de mogelijkheid om samen buitenshuis wat ‘quality time’ te hebben.

Omgaan met negatieve emoties en stress

Naomi is sinds de crisis emotioneel meer in balans en ervaart daardoor “niet echt stress” vanwege het wegvallen van opdrachten en de financiële gevolgen daarvan. Ze probeert de situatie te relativeren door te bedenken dat ze niet de enige zal zijn die even niet alle rekeningen kan betalen. Ook uit ze optimistische en hoopvolle gedachten door op te merken dat ze ervan uitgaat dat het “vanzelf” wel weer goed komt. Naomi geeft ook aan dat ze voor de crisis veel stressmomenten heeft gekend, meestal gerelateerd aan werk of aan combinatiedrukte. Voor de crisis kreeg ze hartkloppingen en hyperventilatie als ze nog van alles moest afronden om de omzetbelasting te kunnen indienen. Tijdens de crisis kan ze hier meer ontspannen mee om te gaan, al was ze hier vlak voor de crisis ook al mee bezig om te leren anders om te gaan met dergelijke situaties.

Naomi voelt nu meer dan voor de crisis de rust om te ontspannen en te genieten door bijvoorbeeld samen met haar gezin naar het strand te gaan, buiten te wandelen en samen met haar man onder het genot van een wijntje thuis een film te kijken. Dat is wel een verandering ten opzichte van voor de crisis aangezien ze voorheen nooit wijn dronk thuis en veel minder de tijd nam om erop uit te trekken ter ontspanning. Doordat het gezin zich strikt aan de regels hield en zichzelf had geïsoleerd in huis, genieten ze ook extra met elkaar als ze eenmaal wel buiten zijn.

Naomi vindt steun en put kracht in haar christelijke geloof. Haar geloof helpt ook om hoop te houden en te vertrouwen op een positieve afloop en de huidige periode als een “moment van bezinning” te zien. Toen ze een keer ziek was, deed haar zoon een gebedje voor haar. “Dat zijn echt voor ons krachtmomenten.”

Haar man noemt deels vergelijkbare strategieën, maar diverse reacties van hem verschillen duidelijk van Naomi. Vergelijkbaar is bijvoorbeeld dat hij ook zoekt naar manieren om te ontspannen. Voorheen ging hij naar de sportschool, maar die was tijdens het moment van interviewen gesloten. In plaats van te sporten in de sportschool, probeerde hij thuis samen met zijn kinderen achter de televisie te sporten en daarnaast buiten te hardlopen en thuis een half uur te springtouwen. Steven wil zijn kinderen meegeven dat sport belangrijk is.

Steven probeert net als Naomi positief en hoopvol te blijven, maar dat lukt hem niet altijd. De crisis heeft een negatieve impact op hem. Tegelijkertijd geniet hij net als Naomi wel sterk van de tijd die hij kan doorbrengen met zijn kinderen. Een strategie die niet door Naomi wordt genoemd, is sociaal contact en sociale steun zoeken bij vrienden door met ze te bellen. Hij hecht er waarde aan om elkaar “aandacht” te geven, te informeren hoe het gaat en een luisterend oor te bieden als er problemen en zorgen zijn. Het is voor Steven ook een vorm van ontspanning en een manier om zijn vriendschappen “oprecht” te houden. Ook noemt hij in tegenstelling tot Naomi dat hij momenten neemt om zich terug te trekken en tijd neemt voor zichzelf. Dan gaat hij bijvoorbeeld tv kijken of in de tuin zitten.

Verwachtingen en wensen voor na de crisis

Naomi hoopt dat ze de lessen die ze nu in de crisis opdoet, meeneemt naar de toekomst. Maar ze is bang dat, zodra er allerlei vrijheden terugkeren en ze terug naar kantoor mag om “projecten te draaien”, ze weer in de oude rolpatronen van voor de crisis vervalt. Deze angst is gebaseerd op eerdere ervaringen. Ze is vaker tot inkeer gekomen dat het anders moet, maar elke keer viel ze toch weer terug in oude gedragspatronen. Ze hoopt niet dat dit deze keer weer gebeurt, omdat het haar “niets brengt”. “Het slaat nergens op dat ik straks weer ga kiezen voor stress en ongeregeldheid.” Ze doelt daarbij op de situatie voor de crisis waarin de focus meer lag op werken en “bezig zijn” buitenshuis, “waarbij in mijn geval het huis en het gezin bijna op een tweederangspositie kwam, omdat ik die carrière of werkende moeder moest zijn. Dan ben je toch weer gevangen in de routine van de maatschappij, de economische maatschappij waarin er eigenlijk geen ruimte wordt gegeven om er te zijn voor het gezin, om die moeder te zijn die je eigenlijk graag zou willen zijn.”

Het is voor Naomi een dilemma. Enerzijds wil ze de zorgzame moeder zijn die veel tijd met haar kinderen doorbrengt en tijd heeft om het huishouden goed bij te houden, maar anderzijds heeft ze ook de behoefte om haar “eigen geld” te verdienen zodat zij ook een “een eigen bijdrage” kan leveren aan het gezin. Ze spreekt over een verslaving en wil nog steeds voor haar carrière gaan en is ook bereid om hiervoor te “rennen”. Maar ze vraagt zich tegelijkertijd vertwijfeld af of dit harde werken het wel allemaal waard is:

“Ondertussen zie ik mijn kinderen groot worden, ik heb die tijd met ze gemist, want ze gaan allemaal ineens naar school. Alle tijd die je niet met ze spendeert, die mis je eigenlijk, omdat je zoals in mijn geval bezig bent met overleven. Niet zo zeer van in succes, ik moet het maken. Maar ik moet toch ook gewoon iets bijdragen? Ik moet mijn eigen geld verdienen, ik moet, ik moet, ik moet. Dat moet ik van mijzelf, het is een verwachting die ik van mijzelf heb. Maar het is tegelijkertijd ook een verwachting die ik voel vanuit de maatschappij.”

Voor Naomi is de drang om financieel bij te dragen dus een persoonlijk streven, maar deze wordt ook beïnvloed door maatschappelijke verwachtingen. Dat wordt ook impliciet duidelijk als ze elders in het interview uitlegt dat er politiek-maatschappelijke waardering en erkenning nodig is voor de zorgtaken die moeders vaak op zich nemen. Naomi heeft het gevoel dat er (onbewust) wordt neergekeken op deze rol. Het zou haar enorm helpen als de overheid meer “credits” geeft voor de rol die vrouwen spelen in gezinnen en ook meer ruimte geeft om werk en gezin goed te kunnen combineren. Zolang deze politieke erkenning ontbreekt voelt ze van buitenaf een sterke druk en verwachting om economisch zelfstandig te zijn. Wie zich beperkt tot maatschappelijke participatie en zorgen voor de kinderen is volgens Naomi in de beeldvorming al snel een “niksnut”, alsof de zorg voor kinderen niets voorstelt.

Steven ervaart het thuiswerken als “prachtig”. Dat mag van hem voortgezet worden. Hij hoopt dat hij van zijn werkgever na de crisis minder mag werken zodat hij meer tijd heeft om door te brengen met zijn kinderen en meer kan doen in het huishouden. Voor de crisis bracht Steven de kinderen soms ook naar school, maar hij zou de kinderen ook een paar keer per week willen ophalen van school in de middag. Hij hecht hier waarde aan. Voor zijn kinderen is dat prettig, omdat hij dan wat meer contactmomenten heeft. Ook geeft het hem de mogelijkheid om praatjes te maken met de juffen en zij zien dan dat de kinderen ook een vader hebben. De crisis heeft hem net als bij zijn vrouw doen beseffen dat hij graag meer tijd met zijn kinderen wil doorbrengen.

Dit portret is onderdeel van een onderzoek van Atria en Bureau Omlo naar de impact van corona op de rolverdeling binnen verschillende gezinnen in Nederland.  Zie hier het overzicht met de andere portretten van dit onderzoek. 

Beeld: People vector created by freepik.

Delen:

Gerelateerde artikelen