De eerste vrouw die de Elfstedentocht reed 

silhouet van schaatsster in donker grijs plaatstaal op betonnen sokkel

Sculptuur in Alde Leie, ter ere van de winnaressen van de Elfstedentocht Lenie van der Hoorn (1985), Tineke Dijkshoorn (1986) en Klasina Seinstra (1997), foto van Gouwenaar, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Jikke Gaastra reed als eerste vrouw de officiële Elfstedentocht. Samen met 58 mannen ging zij de barre tocht aan in 1912. Dat jaar was het weer bijzonder slecht: de dag voordat de tocht begon was het nog goed aan het vriezen, maar daarna begon de regenval. De tocht werd bijna afgeblazen, maar ging uiteindelijk toch door. Wie was Jikke Gaastra en waarom deed ze mee aan de Elfstedentocht? En kon dat zomaar als vrouw in die tijd?  

Vrouwen op het ijs

‘Hardrijderij’, kortebaanwedstrijden, werd eeuwenlang beschouwd als volksvermaak. Herbergiers organiseerden wedstrijden waar voornamelijk mannen aan meededen. Het is dan ook opmerkelijk dat de eerste “officiële” hardrijderij voor vrouwen werd georganiseerd in 1805. Er kwamen onverwacht veel deelneemsters op af. Maar liefst 130 vrouwen schreven zich in. Zo veel zelfs, dat de aanmeldlijst moest worden gesloten, anders zou het aantal wellicht nog hoger hebben gelegen. D.M. van der Woude schrijft hierover in Vrouwen in de Hardrijdersbaan uit 1950 dat deze wedstrijd aanleiding gaf tot “veel geschrijf en gedebatteer over het onbehoorlijke van het hardrijden door vrouwen”.  

“Vrouwen, welker bestemming is voor het huiselijk leven en tot de moederlijke zorgen, hebben geen genoegen, geen heil te hopen, wanneer zij buiten haren stillen kring gerukt worden. Zij mogen tot geen prijs, tegen de wet der Scheppinge aan, tot overspanning van kracht en geweldiger bewegingen aangezet worden,” schrijft iemand die met Philantrope ondertekent in de Algemene Vaderlandsche Letteroefeningen in 1809 over de wedstrijden.

Vrouwen die schaatsten

In haar boek Op Eigen Houtje schrijft Jessica Merkens dat er minder negatief gesproken werd over vrouwen die schaatsten, omdat dit een sport was die vanuit het volk is ontstaan. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de hippische sport, welke enkel voor de elite was. Wellicht was dat ook zo omdat schaatsen vooral werd gezien als volksvermaak, en minder als sport. Medisch-historicus J. Steendijk-Kuypers stelt dat vrouwen die een sport beoefenden in de 19e eeuw door de maatschappelijke elite niet als vrouw werden gezien. Merkens vertelt dat vrouwen door het ‘gewone volk’ minder werden gezien als frêle wezens die gekoesterd moesten worden voor hun vruchtbaarheid, in tegenstelling tot de Philantrope van hierboven. Boerenmeiden werkten al op jonge leeftijd mee op het land. Op het platteland kon men het zich simpelweg niet veroorloven om die extra paar handen onbenut te laten. Ook werkten veel Friese vrouwen in fabrieken, met name in de textielindustrie.  

De vroege vrouwenbeweging pleitte ook voor het doorbreken van het stereotiepe beeld dat vrouwen niet aan sport konden doen. Artsen Aletta Jacobs en Catharine van Tussenbroek gingen in tegen de mannelijke norm in de sport en de uitzonderlijk presterende vrouwen als grillige varianten van de natuur. Jacobs gaf zelf het goede voorbeeld: ze fietste omstreeks 1890 met haar man via Vlissingen en Rouen naar Parijs en weer terug door weer en wind.

Hoe zat dat met de Elfstedentocht?

De eerste vermelding van de Elfstedentocht komt uit 1749. Schaatsers konden in die tijd in ieder van de 11 steden een stempel krijgen in een herberg, als bewijs dat ze erlangs waren gereden. Vervolgens kregen ze de eer om hun naam in de houten balk van de herberg in de laatste stad te krassen. Het voltooien van de 200 kilometer lange tocht kwam niet met een prijs, maar was een prestatie die jou en je familie de rest van je leven trots en eer opleverde. Vrouwen deden ook weleens mee aan deze voorloper van de officiële Elfstedentocht. Zo waren er (onder meer) twee vrouwen, Akke en Lysbeth Swierstra, die met hun mannen mee schaatsten in 1891.  

Pim Mulier (1865-1954) zorgde er uiteindelijk voor dat de Elfstedentocht een officiële wedstrijd werd. In 1890 reed hij op de schaats langs de 11 Friese steden. Hij deed er in totaal 12 uur en 55 minuten over. Mulier was een sportfanaat en hield grote sportcampagnes om het volk weerbaarder te maken. Daarnaast wilde hij mensen uitdagen om extreme inspanningen te voltooien. Hij bedacht de Nijmeegse Vierdaagse en wilde een grote schaatstocht organiseren. Zo reden in 1909 20 fanatieke schaatsers de eerste officiële Friese Elfstedentocht.

De eerste vrouw: Jikke Gaastra

Jikke Gaastra (1888-1963) begon op 7 februari 1912 aan de tweede Elfstedentocht, samen met haar broer Jelle. Ze werkte als dienstbode in Leeuwarden en had 2 dagen vrij gekregen voor de tocht: één om de tocht te rijden, en één om uit te rusten. Op de dag zelf was het weer allesbehalve ideaal: het regende dat het goot en de dooi was al ingezet, waardoor het ijs glad en onbetrouwbaar werd. De organisatie gaf aan dat de deelnemers zelf maar moesten beslissen of de tocht door kon gaan. Uiteindelijk stemde een meerderheid dat het tóch door moest gaan. Het was een barre tocht op het ijs, maar in iedere stad kregen Gaastra en haar broer een warm ontvangst. Mensen vroegen om haar handtekening en in Hindeloopen sprak de burgemeester ze toe. Eenmaal in Sneek hoorden ze dat er een schaatser door het ijs was gezakt op weg naar Leeuwarden. Ze mochten de laatste 27 kilometer niet meer verder rijden. Sneek werd het officiële eindpunt. Ze gingen met de trein naar Leeuwarden. Daar kreeg Gaastra van de organisatie een speciaal gouden kruisje, omdat ze de eerste en enige vrouw was die de Tocht had gereden.

Vrouwen in de Elfstedentocht van 1942

Fries Film & Audio Archief ontdekt filmbeelden uit 1942 van vrouwen in de Elfstedentocht:

Vrouwen en de Tocht in het algemeen

Vrouwen mochten lange tijd alleen recreatief meedoen aan de Elfstedentocht. Dat veranderde pas in 1985. Tot die tijd was het sentiment dat de wedstrijd niet geschikt was voor dames. Lees hier meer over sekse-ongelijkheid in sport in het algemeen.

Er is nog nooit een officiële wedstrijd voor vrouwen geweest. Lenie van der Hoorn (1985), Tineke Dijkshoorn (1986), Klasina Seinstra (1997) kwamen als eerste vrouw over de finish. Omdat er geen wedstrijd was voor vrouwelijke deelnemers, kregen ze geen onderscheiding voor hun prestatie. Na de Elfstedentocht van 1997 is er besloten dat vrouwen bij de eerstvolgende tocht een eigen klassement krijgen. De wedstrijd voor de dames gaat 15 minuten na die van de heren van start en er komt voor het eerst een officiële winnares. Zij mag de M.H. Geertsprijs mee naar huis nemen, een prijs die eigenlijk bedoelde was voor de snelste inwoner van Leeuwarden.

In 2021 krijgen de drie eerste winnaressen van de Elfstedentocht alsnog een onderscheiding voor het winnen van de Tocht der Tochten.

Betekenis

Gaastra heeft veel betekend voor de sport en de latere generaties van vrouwelijke schaatsers. Dat vrouwen al eeuwen meededen op het ijs staat buiten kijf. Dat bewijst het boek Vrouwen in de Hardrijdersbaan van D.M. van der Woude, waarin ruim 150 vrouwelijke schaatsers geprezen worden voor hun prestatie in een tijd waarin sporthelden mannen waren en er voor vrouwen überhaupt geen wedstrijden waren.  

Het sportklimaat is veel veranderd sinds die tweede editie van de Tocht in 1912, ondanks dat er nog veel te doen is om de sportwereld gelijk te trekken voor mannen en vrouwen. Ook het weerklimaat is de afgelopen decennia veranderd. De Elfstedentocht is afhankelijk van het weer en het is sinds 1997 niet koud genoeg geweest voor een nieuwe editie. Met de verandering van het klimaat, met als gevolg het verdwijnen van natuurijs, kan de gelijkheid tussen mannelijke en vrouwelijke schaatsers ook niet verder ontwikkelen. Vrouwelijke schaatsers kampen met minder sponsoren en daardoor minder inkomsten en minder mogelijkheden voor training en ontwikkeling.  

Bronnen:

Verder lezen?

En wie was nou de eerste vrouw die de officiële Tocht der Tochten volledig uitreed? Dat was Janna van der Weg uit Leeuwarden. Ze reed de tocht samen met haar broer Jan aan de stok in 1917. Over haar kan je meer lezen in het boek van Jessica Merkens Op eigen houtje

Delen: