Curriculum vitae Esther Welmoet Francken-Dyserinck (1879-1956)

schilderij met vrouw in blauwe jurk en parelketting die zit op een rode stoel

Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck door de ogen van Thérèse Schwartze, 1914, collectie IAV-Atria

1876 – 1895

  • 7 februari 1876: geboren als Esther Welmoet in de pastorie van de Doopsgezinde kerk te Den Helder, moeder Alida Johanna Geertruida Bok, vader Johannes Dyserinck was dominee
  • 1884: in Vlissingen feestelijke onthulling van de Betje Wolff en Aagje Dekenfontein door Welmoet en Martha van Vloten
  • 1888-1892: naar het Erasmiaans gymnasium te Rotterdam met vier andere meisjes, ze verliet na 4 jaar de school (in schooljaar 1882/1883 werden de eerste drie meisjes toegelaten)
  • 1892: mislukte poging om verpleegster te worden
  • [1893?]: Academie voor Beeldende Kunsten te Rotterdam
  • 1894: richt met een paar vriendinnen een zogeheten Toynbeeklasje op, waar aan meisjes les werd gegeven

1896 – 1900

  • 1896: richt op 3 februari een Toynbee-Vereeniging te Rotterdam op
  • 1896: verloving met dr. Cornelis Johannes Wijnaendts Francken
  • 16 december 1897: huwelijk met dr. Cornelis Johannes Wijnaendts Francken
  • 1897-1898?: lid van de Vereeniging Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 1898 (opgericht in 1895)
  • april-augustus 1898: echtpaar volgt colleges te Jena; Welmoet schrijft haar eerste artikelen voor Belang en Recht
  • 1898: bezoek aan de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid
  • 1899-1900: winterstudie aan de universiteit van Zürich
  • 1899: waarschijnlijk lid van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK)

1901 – 1910

  • januari – mei 1901: colleges gevolgd aan de Sorbonne te Parijs
  • 1901: lid van de Vrijzinnig Democratische Bond (VDB)
  • 1902/4? – 1908: hoofdbestuurslid van de Vrijzinnig Democratische Bond
  • 1902: naar Berlijn tot slot van het buitenlandse universiteitenprogramma
  • 1902: Welmoet spreekt voor het eerst in het openbaar over ‘Handel in blanke slavinnen’ voor de Vrouwenbond tot Verhoging van het Zedelijk Bewustzijn; spreekt over ditzelfde onderwerp in oktober op het Tweede internationale congres tot bestrijding van den vrouwenhandel te Frankfurt en schreef hierover een verslag voor de Nieuwe Courant
  • 1902: verkiezing tot hoofdbestuurslid van de VVK, wegens huiselijke omstandigheden trekt Welmoet zich terug
  • 1902-1909: voorzitster Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming
  • 1903/4-1907: voorzitster afdeling Den Haag VVK
  • 1904: lid commissie ter huldiging van Van Heutsz
  • 1906: Welmoet is één van de initiatiefneemster van de Vereeniging tot Bestrijding van de Woeker
  • 1906: verlaat in december de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht
  • 1907: mede-oprichtster van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht (NBVK)
  • 1908-1909/10: voorzitster van de NBVK
  • 1909: schrijft zich in als student Letteren te Leiden
  • 1910: lidmaatschap van Vereeniging voor de Staathuishoudkunde en de statistiek aangeboden

1911 – 1919

  • 1911: reis Afrika
  • 1912-1953: lid van het bestuur en later vice-voorzitster van het Comité [Vereeniging] voor Geneeskundig Onderzoek voor het Huwelijk.
  • december 1912 tot vroege voorjaar 1913: reis naar West-Indië
  • 1912: vader overlijdt op 26 september te Baarn
  • 1913: breuk met Doopsgezinde gemeente. Lidmaatschap wordt definitief in 1917 opgezegd.
  • 1913: lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde
  • 1913: medewerking aan de Tentoonstelling De Vrouw 1813-1913
  • april 1914: Welmoet onthult – als lid van het comité ter huldiging van de Britse journalist William Stead – zijn borstbeeld in het Vredespaleis
  • 1915: lid Provinciaals Utrechtsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschap.
  • 29 juni 1916: huwelijk ontbonden; uit de Doopsgezinde Broederschap getreden
  • 1917: één van de initiatiefneemsters tot oprichting van het Comité [Vereeniging] tot bevordering van het onderwijs in kinderverzorging en opvoeding
  • 1917: zegt lidmaatschap van VDB en VDVC op
  • 1918: eerste secretaresse van het Comité voor maatschappelijke opvoeding en voorlichting uit den Nederlandschen Bond voor Vrouwenkiesrecht
  • 1918: hoofdbestuurslid van de Economische Bond (EB) en richt binnen EB een Vrouwengroep op; volgens eigen schrijven werd ze als nummer 2 voor de EB geplaatst in de kieskring Arnhem en Amsterdam

1920 – 1926

  • 1920-192[5]: lid bestuur Nederlandsche Unie voor Vrouwenbelangen;
  • 1920: neemt als hoofdbestuurslid van de Economische Bond deel aan de fusiebesprekingen tussen een aantal liberale partijen, hetgeen leidde tot de oprichting van de Liberale Staatspartij ‘De Vrijheidsbond’ op 16 april 1921
  • 1921: mede-oprichtster van de Vrouwengroep uit den Vrijheidsbond op 19 maart
  • 1921-1932: lid hoofdbestuur De Vrijheidsbond
  • 1922: kandidaat bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer, wordt niet gekozen; wordt vakjournaliste om financiële redenen
  • 1923: moeder overlijdt in november
  • 1922-1936: vice-voorzitster van het Nederlandsche Padvindsters Gilde (opgericht in 1916).
  • 1924: geeft cursus op de Volksuniversiteit Poortugaal
  • 1925: kandidaat verkiezingen, niet gekozen; vice-presidente van het Perscomité van de Internationale Vrouwen Raad
  • 1926: geïnstalleerd als padvindster; naar het wereldcongres in Washington

1927 – 1939

  • 1927-1936: voorzitster van het internationale perscomité van de Internationale Vrouwen Raad
  • 1927: oprichtster van de Eerste Nederlandsche Soroptimist Club te Den Haag; presidente van het Perscomité van de Internationale Vrouwen Raad
  • 1928-1930: lid van het [1e] wereldcomité van de World Association of Girl Guides and Girl Scouts opgericht (WAGGGS)
  • 1929: kandidaat Tweede Kamerverkiezingen, niet gekozen
  • 1929-1931: voorzitster Nederlandsche Unie voor Vrouwenbelangen
  • 1929-1931: voorzitster Unie van Soroptimist Clubs
  • 19 april 1930: geëerd met het Kruis van Verdienste van het Nederlands Roode Kruis
  • 1933: benoemd tot erelid van het NPG
  • 1935: medeoprichtster van de Club van Vrouwen werkzaam in Bedrijf en Beroep, afdeling Den Haag; gekozen tot presidente van de Eerste Nederlandsche Soroptimistclub
  • 8 februari 1936: huldiging ter ere van haar zestigste verjaardag; in april 1936 lid van de Raad van Advies van het IAV
  • 1938: lidmaatschap van de Liberale Staatspartij ‘De Vrijheidsbond’ opgezegd

1940 – 1954

  • 1940-1941: lid van de Nederlandsche Unie (opgericht 24 juli 1940), weer opgezegd op 30 juni 1941
  • 1944: Cornelis Johannes Wijnaendts Francken overlijdt op 10 april
  • 1948: medewerkster aan de tentoonstelling De Nederlandse Vrouw 1898-1948 als lid van de subcommissie ‘De vrouw in de dagblad- en periodieke pers’
  • januari 1949: erelid van alle Nederlandse Soroptimist Clubs; aanwezig op het jaardiner van de buitenlandse pers (als correspondente Schweizer Frauenblatt)
  • 1951-1952: lid bestuur Federatie en Partij voor Recht, Vrijheid en Welvaart

1955 – 1956

  • 1954: erelidmaatschap van de Nederlandse Vereniging voor Vrouwenbelangen, Vrouwenarbeid en Gelijk Staatsburgerschap aangeboden; Welmoet spreekt op 6 februari op een bijeenkomst te Naarden ter herdenking van het 60-jarig bestaan van Vrouwenbelangen en overhandigt Koningin Juliana een pop gekleed naar de mode rond de eeuwwisseling
  • 19?? -1955: lid perscomité Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren
  • 26 maart 1955: als initiatiefneemster bij de onthulling van een gedenksteen aan het geboortehuis van Mienette Storm-van der Chijs te Delft
  • 1956: op het congres van de Europese Federatie van Soroptimist Clubs op 7 [en 8] juli te Scheveningen biedt Welmoet Koningin Juliana een pop gekleed naar de mode van 1927 aan
  • 1956: Welmoet overlijdt op 11 november te Den Haag

Lees verder:

Delen:

Gerelateerde artikelen