Atria, 10 augustus 2023

Rondom de ontslagprocedure van de voormalige directeur-bestuurder van Atria, Kaouthar Darmoni, loopt een aantal gerechtelijke procedures. In oktober van dit jaar vindt de behandeling van de bodemprocedure over haar ontslag plaats. Daarop vooruitlopend heeft Darmoni in april jl. een kort geding aangespannen en is zij vervolgens in beroep gegaan tegen de uitspraak in dit kort geding. Op 8 augustus jl. heeft Atria de uitspraak van dit beroep ontvangen.

Het ontslag van Darmoni als bestuurder blijft staan. Wel vraagt het gerechtshof, als voorlopige voorziening in afwachting van de bodemprocedure, Atria het salaris door te betalen met als einddatum 5 december 2023. Naast voormalig bestuurder is Darmoni als directeur ook werknemer van Atria. Met betrekking tot het dienstverband als werknemer oordeelt het Hof dat de ziekmelding van Darmoni stand houdt. Haar ziekmelding volgde direct na het besluit van de Raad van Toezicht een zorgvuldig onderzoek in te stellen naar aanleiding van meldingen over grensoverschrijdend gedrag van Darmoni. De rechtbank beoordeelde deze ziekmelding in eerste instantie als tactisch van aard. In tweede instantie beroept het Hof zich op de vaste jurisprudentie van ontslagbescherming tijdens ziekte. Het Hof maakt op dit moment in kort geding geen uitzondering op die hoofdregel en laat een nader oordeel daarover aan de behandeling in de bodemprocedure.

De eis van Darmoni om het volledige onderzoek naar klachten over grensoverschrijdend en intimiderend gedrag tot haar beschikking te krijgen werd afgewezen. Atria heeft Darmoni eerder ruim gelegenheid geboden om kennis te nemen van het volledige en niet-geanonimiseerde rapport. Van die gelegenheid heeft Darmoni geen gebruik gemaakt.
Het vervolg van de gerechtelijke procedure is de bodemprocedure, die zal plaatsvinden in oktober 2023.

Namens de Raad van Toezicht van Atria,
Mr. Drs. A. Kuilboer-Noorman, interim-voorzitter