Waarom heeft iedereen het over Donna Haraway?

cyborg in samenwerking met haraway verbeeld door lynn randolph

Zelden maken culturele wetenschappers mee dat zij twee keer in hun leven in het middelpunt van de belangstelling staan. De Amerikaanse Donna Haraway, die dierkunde en filosofie studeerde, werd in 1985 wereldberoemd met haar Cyborg Manifesto. Een tekst waarin zij de grenzen tussen mens, natuur en technologie analyseert door een feministische lens. Recentelijk ervaart haar werk een nieuwe opleving. Het lijkt wel alsof je geen tentoonstelling met jonge kunstenaars of feministische boekenclub in kan wandelen zonder haar naam tegen te komen.

Dat de cyborg als figuur terug blijft keren in het publieke feministische debat, als kunstuiting of als onderwerp van gesprek, laat zien hoe een manifest uit 1985 in verschillende contexten relevant kan blijven.

Door Haraway’s dichte en metaforische stijl valt in het manifest altijd wel weer een nieuw aanknopingspunt te vinden.

Maar het is vooral de manier waarop zij binaire tegenstellingen en eenzijdige oordelen over de rol van techniek in een door mensen gedomineerde samenleving tegengaat, die ervoor zorgt dat haar essay wellicht nooit in waarde af zal doen.

Mythe van de Cyborg

Terugkijkend op de manier waarop Haraway het cyborg manifest schreef is het geen toeval dat het onmogelijk blijkt de tekst af te vlakken. In de laatste jaren van de Koude Oorlog verhield Haraway zich met ironie tot het manifest als genre. Op dat moment is een serieus manifest schrijven niet meer denkbaar en ook het gebruiken van andere overtuigende genres, zoals het essay, heeft vrouwen toen (en ook nu) niet de mogelijkheid geboden om op gelijke voet met de man te komen in de filosofie.

In het cyborg manifest mixt Haraway fictie met geschiedenis en manifest met poëzie in een complete wirwar van stijlen die een algemeen gevoel van vervreemding oproept.

De cyborg is geen mens en geen dier, komt niet geheel voort uit de natuur maar ook niet enkel uit de techniek.

Cyborg is een samenkomst van ‘cybernetisch’ en ‘organisme’. Als figuur het beste uit te leggen via Haraway’s samenwerking met schilder Lynn Randolph, die de cyborg als volgt verbeeld.
cyborg in samenwerking met haraway verbeeld door lynn randolph

Deels robot, deels mens en deels dier. Voor de cyborg zijn de grenzen tussen natuur, techniek, mens en dier niet meer duidelijk. En dat idee trekt jonge denkers nog steeds aan. Zoals Simon(e) van Saarloos, die naar Haraway verwijst in haar essay over Hydrofeminisme. Ze zegt dat Haraway in haar werk “een ogenschijnlijk nieuwe wereld schept door de taal die ze gebruikt. Ze schrijft niet over mensen, dieren en planten, maar over critters. Samenleven is haar belangrijkste doel, en daar horen samen doodgaan en samen ziek zijn bij. We moeten breder, dieper, sappiger, poreuzer en minder mensgericht naar het heden en de toekomst kijken.”

De Cyborg is anti-binair en ziet techniek niet als een instrument voor emancipatie maar ook niet als een obstakel voor emancipatie.

Die manier van denken ‘tussenin’ maakt het cyborg manifest voortdurend interessant om mee te denken en haar invloed is dan ook niet los te zien van het recentere Xenofeminist Manifest.

Poreus denken en alliantiepolitiek

Atria’s medeblogger Yanaika Zomer schreef hier het prijswinnende essay Een en ander overhoop over. Toen ik aan haar vroeg waarom zij denkt dat Haraway’s ideeën aan een opleving onderhevig zijn antwoord ze vol overtuiging: “omdat het de oplossing is voor de identiteitspolitiek. Tegen het hokjesdenken.”

Maar vergis je niet:

de mythe van de cyborg is niet de post-feministische of post-raciale mythe die er soms in gelezen wordt.

Integendeel, in Haraway’s tekst wordt het duidelijk dat het voor het volledig wegdoen van ‘hokjes’ zoals gender en etniciteit nog geen tijd is. De mythe van de cyborg vraagt wel degelijk om het erkennen en interpreteren van die hokjes, maar ook om er vervolgens mee te gaan spelen.

In die zin is het cyborg manifest een voorbeeld van intersectioneel denken. De theorie die door de jurist Kimberlé Crenshaw in 1989 ontwikkeld werd om te laten zien dat de positie van zwarte vrouwen niet erkend werd door anti-discriminatiewetgeving. De categorie ‘vrouw’ en de categorie ‘zwart’ zijn niet twee aparte categorieën waar zwarte vrouwen toe behoren maar een doorkruisende identiteit die ervaringen meebrengt die uniek zijn aan die kruising.

Dat er hokjes bestaan wordt dus erkend, maar doordat vrijwel niemand netjes in één van die hokjes past is er een andere metafoor nodig, bijvoorbeeld de mythe zoals de cyborg. Door te erkennen dat een essentialistische ervaring als vrouw (tegenover de man) niet bestaat omdat al onze ervaringen van elkaar verschillen, wordt er ruimte gemaakt om elkaar te erkennen in overeenkomst én verschil. Op die manier kunnen we bruggen bouwen aan de hand van alliantie. Als bondgenoot dus, eerder dan als een vastgestelde categorie die iedere ervaring van ‘de vrouw’ zou moeten omvatten.

Maar via de affiniteit tussen het kruispuntdenken en de mythe van de cyborg komt ook Haraway’s eigen witheid naar voren.

Zoals vrouwen van kleur aangeven na de publicatie van het manifest zette Haraway de vrouw van kleur in als het ultieme voorbeeld van de cyborg. Zonder daarbij voldoende rekening te houden met de manieren waarop vrouwen van kleur voortdurend gemarginaliseerd worden binnen de dominante debatten van het feminisme. Ook in de opleving van haar werk blijft die witte dominantie binnen het gesprek over haar werk zichtbaar.

Assemblage en Intersectionaliteit

Van een echte intersectionele beweging kunnen we dus niet spreken in de heropleving van het cyborg manifest binnen de Nederlandse kunstwereld en in feministische kringen. Een heldere analyse van de manieren waarop Haraway’s gedachtegoed verschilt van een intersectionele praktijk komt van de hand van Jasbir Puar. In 2011 schreef zij een korte reeks aantekeningen over intersectionalisme, de mythe van de cyborg en haar eigen methode getiteld ‘assemblage’.

De mythe van de cyborg geeft nog steeds stof om over na te denken. Wellicht zien we haar daarom zo vaak terug als thema voor expo’s, colleges of leesclubs. In 2017 liet Amal Amhaag in het Rietveld Paviljoen tijdens de Biënnale van Venetië werk zien dat inging op de manieren waarop “de technologie van het lichaam geïnformeerd wordt door het concept van de cyborg, tot slaaf gemaakte en etnografische lichamen.”

De cyborg is voortdurend een beeld dat de opties en de spanningen van gemarginaliseerde lichamen in de samenleving laat zien.

Als ontwrichter van binaire opposities en als symbool van een geconstrueerde compositie.

In de praktijk is dat voor artiesten zoals Astrit Ismaili een overlevingsstrategie. In de captions op Astrit’s Instagram wordt de artistieke zoektocht naar mannelijkheid en vrouwelijkheid, seksualiteit en vruchtbaarheid, in de context van Astirit’s jeugd in een verscheurd Kosovo geplaatst: “Ik had geen discourse en ik wist niet hoe ik mezelf moest verdedigen, maar mijn lichaam vertelde me dat ik het moest losmaken van verwachtingen. Door het hebben van een mannelijk lichaam zonder in staat te zijn de rol van een man aan te nemen, protesteerde ik. Ik protesteerde alleen, onwetend dat er anderen waren die zich hetzelfde voelden. Ik confronteerde de ruwe wind van de giftige mannelijkheid en het patriarchaat die mij pesten, fysiek en geestelijke pijn deden. En ik won.”

Blog van Emma van Meyeren, schrijver en DJ. Zij maakt verhalen over muziek en feminisme voor onder andere Noisey, Broadly, Glamcult en Resident Advisor. In 2018 startte zij de All Men? Nein Danke! stickercampagne samen met Fenna Fiction, om zichtbaarheid te geven aan de scheve genderbalans op festival line-ups.

Delen:

Gerelateerde artikelen