Paarse September
Lesbisch zijn is een politieke keuze, is een bekende uitspraak van de radicaalfeministische actiegroep Paarse September. Hoewel de actiegroep maar anderhalf jaar bestond, lag zij overhoop met alles en iedereen. Niet alleen met organisaties als COC, Man Vrouw Maatschappij en Dolle Mina, vrouwen uit de linkse beweging, het maandblad Opzij en het ‘heterofeminisme’, om over mannen nog maar te zwijgen. Wie waren de vrouwen van Paarse September?
Purperen Mien
In de winter van 1970 startte een praatgroep van 8 vrouwen. De deelnemers hadden gereageerd op een advertentie van jonge feministen Noor van Crevel en Stéphanie de Voogd, in Vrij Nederland:
“2 vriendinnen, het COC en andere kontakt- en opvangmogelijkheden beu (kontakt maak je er niet, opvang is niet ons probleem en anyway they do a male thing) zoeken vrouwen van 18-95 jr., al dan niet met ideeën, om te komen tot een hip en pienter sfeertje.”
Vanaf begin 1971 kwamen de vrouwen elke week bijeen om te spreken over ‘bewustwording’ en ‘bevrijding’. Na een jaar praatgroep werden de vrouwen onder de naam ‘Purperen Mien’ politiek actief. Tijdens de praatgroep kwamen ze tot de conclusie dat er binnen de vrouwenbewegingen te weinig aandacht was voor ‘het lesbische’. De vrouwen waren het niet eens met de overheersende mannelijke norm in bestaande homorechtenorganisaties, zoals het COC. Ook voelden ze zich niet welkom in feministische organisaties, waar heteroseksualiteit de norm was en een kritische blik daarop ontbrak. Lesbiennes hadden zowel in organisaties die zich inzetten voor de belangen van homo’s, als voor vrouwen een zeer marginale positie. Hier moest verandering in komen en dus begon Purperen Mien brieven te schrijven naar deze organisaties. De antwoorden waren een teleurstelling, schreef Maaike Meijer later: “De portee van het feminisme ontging de COC-bestuurders volledig.”
De oprichting van Paarse September
Na een half jaar besloot de helft van de vrouwen van Purperen Mien dat het tijd was voor radicale actie. In september 1972 werd daarom, onder leiding van 4 vrouwen, Paarse September opgericht. De groep gaf een gelijknamig blad uit waarin zij hun felle kritiek uitten. Bij het verschijnen van het eerste blad van Paarse September bestond de groep uit:
- Noor van Crevel, docent op de sociale academie
- Stephanie de Voogd, had 12 jaar in de Verenigde Staten gewoond en studeerde filosofie
- Nel Hermans, studeerde ook filosofie
- Maaike Meijer, studeerde Nederlands
De naam Paarse September was afgeleid van de Palestijnse terreurgroep ‘Zwarte September’ die in 1972 in München een aanslag pleegde. Achteraf noemde medeoprichter Maaike Meijer het “uitgesproken smakeloos, maar het werkte wel”. Met de naam wilde de groep zichzelf op de kaart zetten als radicaalfeministische groep.
The Furies Collective
De 4 leden van Paarse September waren het erover eens dat andere actiegroepen niet ver genoeg gingen. “Meer vrouwen in de politiek, getrouwd en toch lesbisch, afwassende mannen en crèches: het leken ons allemaal zoethouders en lapmiddelen” schreef Maaike Meijer later terugkijkend op Paarse September.
Op ideologisch vlak was de groep vooral beïnvloed door het werk van het Amerikaanse The Furies Collective, een radicale lesbisch-feministische commune en actiegroep die een wereldrevolutie nastreefden door de oprichting van kleine radicale groepen. De groep was gemodelleerd naar andere revolutionaire bewegingen zoals de Black Panther Party
The Furies Collective verkende en ontwikkelde feministische theorieën, vooral in hoe seksuele identiteit sociaal wordt gevormd en schreven hierover in hun krant The Furies.
In het eerste blad van Paarse September komt dit ideologische karakter sterk terug. In een vlammend betoog stelt Paarse September dat heteroseksualiteit de bron is voor alle vrouwenproblemen. Zo schrijft Stephanie de Voogd:
“’De’ beweging is een heterobeweging waarin lesbiennes getolereerd worden, waarin heteroproblemen – huwelijk, heterorelaties en de trammelant daaromheen, heteroseks, moederschap en ga zo maar door – voorop staan en over die problemen mogen lesbiennes dan meepraten. Alleen moet het dan wel gezellig blijven natuurlijk, ze moeten bijvoorbeeld niet op de kern van de zaak afgaan door te vragen hoe radicaal feminisme en heteroseksualiteit überhaupt met elkaar te rijmen zijn. […] Het radicaal feminisme is allesbehalve radicaal, en daarom ben ik eruit gestapt. Want, zoals de Black Panthers al zeiden: ‘If you’re not part of the solution, you’re part of the problem, baby’‘.
Lesbienne als feministisch rolmodel
De tijd waarin Paarse September zich ontvouwde was erg repressief: homoseksualiteit was een taboe. Ook binnen de vrouwenbewegingen werden lesbiennes vaak gezien als een bedreiging voor het imago. Maar, voor Paarse September was het cruciaal: lesbisch zijn was geen probleem maar een oplossing. Zij wilde af van dat negatieve beeld van het lesbische leven. “Wij hadden genoeg zelfrespect om geen zielige lesbienne te zijn” zei Maaike Meijer later in 2018 in een aflevering van de podcast Tijdgeest. En dus presenteerde Paarse September de lesbienne als het feministische rolmodel in plaats van een onderdrukte minderheid. Het werkte: ze werden overal voor uitgenodigd.
Lesbisch zijn is een politieke keuze
Paarse September maakte geschiedenis met de beruchte opmerking: “Lesbisch zijn is een politieke keuze”. In het blad Folia Civitatis interviewde journalist Jeanne Doomen de 4 leden over de gedurfde uitspraak. Veel media en feministen begrepen deze opmerking verkeerd en dachten dat alle vrouwen homoseksueel moesten worden. De uitspraak had echter een ander doel. Paarse September wilde dat mensen nadachten over de dwingende heteronorm waarbinnen homoseksualiteit niet welkom was. Stephanie de Voogd legde de provocerende uitspraak uit met een vergelijking met sperzieboontjes:
“Als je alleen sperziebonen mag eten, is er geen keuze. Als er dan op een dag een tegenbeweging ontstaat die het eten van bloemkool, andijvie en spruitjes van de zwarte markt promoot, maar iemand toch sperziebonen blijft kopen, is die persoon ongeloofwaardig. Het mag best, en het kan best zijn dat die persoon gewoon echt van sperziebonen houdt. Maar het kan ook zijn dat die persoon gewoon geen trammelant wil. Het is niet overtuigend. Iets is pas echt een keuze als een alternatief eerst verkend en geëvalueerd was.”
Hoe ging Paarse September te werk?
Paarse September gaf in totaal 6 kranten uit. Daarnaast verzonden ze brieven naar organisaties, kranten en actiegroepen waarin ze door middel van ‘borende’ vragen kritiek gaven. Paarse September had geen behoefte aan aanhang of leden: “Wij willen geen volgelingen krijgen, maar de vrouwen naar zichzelf terugverwijzen,” aldus Paarse September in universiteitsblad Folia Civitates (1972). Deze analytische manier van discussiëren en het feit dat potentiële medestanders niet werden toegelaten wekte een boel weerstand op.
Paarse September zorgde voor een omwenteling binnen de vrouwenbeweging. Binnen een aantal jaar veranderde de lesbische vrouwen binnen de vrouwenbeweging van een getolereerde groep naar een gezaghebbende autoriteit. Echter, dit zorgde ook voor druk om je seksualiteit te verantwoorden. Zo heerste de opvatting dat als je niet koos voor het lesbisch zijn, je de vrouwenonderdrukking in stand hield. Hiermee maakte Paarse September de politieke analyse erg persoonlijk. “Men ging zich persoonlijk verantwoordelijk voelen voor het oplossen van de heteronorm” verteld Maaike Meijer later.
Het einde van Paarse September
Paarse September publiceerde hun krant tot in het voorjaar van 1974, maar werd steeds meer weggezet als karikatuur en niet meer serieus genomen. Dit was uiteindelijk een van de redenen waarom Paarse September zichzelf ophief in 1974. Ze waren hun tijd ver vooruit en volgens Maaike Meijer zelfs té vooruitstrevend, waardoor de groep in een isolement terechtkwam. “We misten de aansluiting bij de veel grotere groep van radicale lesbiennes.” Na de opheffing van Paarse September gingen de 4 vrouwen verschillende kanten op. Zo begon Noor van Crevel met de Blijf van mijn Lijf-beweging, ging Stephanie de Voogd verder met haar studie filosofie en Maaike Meijer ging zich verdiepen in feministische Neerlandistiek en literatuurkritiek.
Nadat de groep officieel was gestopt, bleven leden en vrienden bijeenkomen op de zolder van het Vrouwenhuis aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam. In het Vrouwenhuis kwam een grote verscheidenheid aan vrouwen samen. Er ontstond een nieuwe actiegroep, bekend als Lesbian Nation, vernoemd naar het gelijknamige boek van Amerikaanse schrijfster Jill Johnston. Deze groep lesbische vrouwen werkte verder aan een gezamenlijke lesbische identiteit en ontwikkelde een subcultuur. Zo streefde de groep onder andere naar het creëren van een vrouweneiland, waar zij met vrouwen onder elkaar leven zónder mannen. In werkelijkheid werd dit idee nooit echt uitgevoerd, maar er ontstonden wel tal van andere initiatieven in Amsterdam: het Nationale Vrouwenfestival in het Vondelpark, vrouwenfeesten of boekhandel Xantippe. Een ander bekend voorbeeld zijn de vrouwencafés die door heel het land werden opgericht als veilige ontmoetingsplek voor vrouwen.
Lesbisch zijn werd zichtbaar en groeide in de jaren 80 in een soort ‘trend’. Een verklaring hiervoor is dat de vrouwenbeweging ervoor had gezorgd dat er aandacht kwam voor de vrouwelijke seksualiteit. Hoewel hun opheffing onverwachts was, liet Paarse September een blijvende indruk achter op het feministische debat. Het feminisme heeft er door Paarse September een extra dimensie bij gekregen. Vrouwen durfden voor het eerst openlijk voor hun lesbisch-zijn uit te komen en droegen dit ook uit.
Auteur: Eline van Miert. Eline is bachelorstudent Geschiedenis, heeft een passie voor het ontrafelen van onderbelichte stukken in de geschiedenis en houdt zich bezig met thema’s rond gender- en migratiegeschiedenis. In 2024 liep ze stage bij Atria.