In Memoriam: Noor van Crevel

noor van crevel

Op 6 mei 2019 overleed Noor van Crevel. Wie aan haar denkt, denkt onder andere aan Paarse September, aan Blijf van m’n Lijf, en aan Joods Maatschappelijk Werk.

Noor van Crevel werd op 4 april 1929 geboren in Den Haag. Ze wilde na het gymnasium oorspronkelijk psychologie studeren, maar het werd, op advies van de beroepskeuzeadviseur (“Psychologie is niets voor een meisje!”), de school voor Maatschappelijk Werk. Ze studeerde af op een scriptie over Joodse oorlogspleegkinderen. Tijdens haar eerste baan als bedrijfsmaatschappelijk werkster in Helmond, ontmoette ze zowel haar latere echtgenoot, waarmee ze vier kinderen kreeg, als haar latere geliefde, Stéphanie de Voogd.

Paarse September

Na haar scheiding ging Noor in Amsterdam wonen. Daar zette ze in 1971, samen met Stéphanie de Voogd een advertentie in Vrij Nederland, “op zoek naar pientere lesbische vrouwen”. Hier kwam de praatgroep ‘Purperen Mien’ uit voort, waaraan ook Maaike Meijer deelnam. De groep evolueerde tot de radicale actiegroep ‘Paarse September’ (1972-1974). Zij vond inspiratie in Amerikaanse lesbische groepen als Daughters of Bilitis en in het blad The Furies en intervenieerde in maatschappelijke discussies door ingezonden brieven in media en het organiseren van debatten. Een belangrijk thema was bijvoorbeeld ‘lesbisch zijn is politieke keuze’, waarmee de heteronormativiteit als probleem werd geagendeerd. De groep gaf ook een krant uit: Paarse September, alternatieve vrouwenkrant.

Paarse September ging weinig zachtzinnig om met toen opkomende feministische en homo-initiatieven, zoals de hetero-praatgroepenbeweging (vanwege het impliciet onderschrijven van de heteronorm), het feministisch maandblad Opzij (idem), het COC (‘te zeer gericht op mannen’) en de biseksuele belangenvereniging 7152 (‘te a-politiek’). Paarse September hief zichzelf na twee jaar op. Zij wenste niet het alleenrecht op de analyse van heteronormativiteit. Paarse September heeft door haar confronterende aanpak grote invloed gehad op het feministisch denken in Nederland.

Lesbian Nation

De lesbisch-feministische strijd werd na 1974 voortgezet door het meer speelse en open platform Lesbian Nation, dat in Amsterdam veel acties en manifestaties op touw zette en doorging tot diep in de jaren tachtig. In de documentaire film ‘De stad was van ons’. Radicaal feminisme in de jaren ‘70 (2019) van Netty van Hoorn blikt Noor als een van de pioniers uit Paarse September terug op die tijd.

Blijf van m’n Lijf-huis Amsterdam

Vanuit Noors werk als docent op de Sociale Academie De Aemstelhorn ontstond het idee om een concreet en urgent feministisch project op te zetten. Vrouwenmishandeling was een wijdverbreide praktijk die nog nauwelijks ter discussie stond. Samen met collega Martine van Rappard en Anita Aerts, en geïnspireerd door het eerste opvanghuis voor mishandelde vrouwen in Londen, richtten ze in 1974 het eerste Blijf van m’n Lijf-huis in Amsterdam op, voor vrouwen én kinderen. Het project ging samen met scholingssessies voor politie, huisartsen, maatschappelijk werkers en overheden. Noor heeft daar met haar team zes jaar als vrijwilliger gewerkt en maakte van vrouwenmishandeling een zichtbaar en als onacceptabel erkend probleem. Anita Aerts over Blijf en Noor.
In het Atria-archief is een Oral History-interview met haar als een van de sleutelfiguren uit Blijf van m’n Lijf opgenomen.

Noor kon ook prachtig schrijven en heeft op diverse terreinen gepubliceerd, o.a. in Lesbisch Prachtboek en Lust en Gratie. Haar tuin op Volkstuinencomplex ‘Klein Dantzig’ was jarenlang een dierbare plek waar ze haar liefde voor bloemen en planten kwijt kon. Ze schreef daar een mooi artikel over in het lesbisch-culturele tijdschrift Lust & Gratie (lente 1984).

Belangstelling voor uiteenlopende groepen

De belangstelling voor uiteenlopende groepen buitenstaanders loopt als een rode draad in het politieke en maatschappelijke werk van Noor van Crevel: vrouwen, in het bijzonder ook lesbiennes, maar ook Joden en mensen van  kleur. Mensen in de marge van de dominante cultuur die wordt bepaald door heteroseksuele, witte en christelijke mannen.

In de jaren tachtig en negentig werd ze actief in de groep Blanes en schreef ze in het Joods kritisch kwartaalblad. Ze volgde jarenlang colleges over Joodse geschiedenis en werd o.a. geïnspireerd door het werk van Prof. Lea Dasberg (hoogleraar pedagogiek). Groepswerk gericht op verandering was haar specialisatie als maatschappelijk werker. Zelf zegt ze dat hulpverlenen aan kinderen uiteindelijk de rode draad in haar leven was. Ellen Santen over Noor en het Jodendom.

Ze heeft zich nooit verbonden aan één politieke groepering of partij. Ze werkte vanuit een diep gevoeld feminisme, gecombineerd met haar gedegen professionele expertise en  brede kennis van maatschappelijke en politieke vraagstukken. In 2009 werd haar door de Stadsdeelraad Amsterdam-Oost de Zilveren Speld uitgereikt als erkenning voor haar enorme inzet als vrijwilliger voor allerlei projecten in de buurt.

In Noor van Crevel verliezen we een gepassioneerd pionier uit de ‘tweede golf’ van de vrouwenbeweging met een brede interesse. Een vrouw die politiek een verschil heeft gemaakt in het leven van velen, en ook als moeder, geliefde en vriendin. Lees hier de afscheidsrede van Maaike Meijer.

Ze overleed in Amsterdam, omringd door familie en haar levenspartner, Tine Eijsten, waarmee ze sinds 1981 samen was. In Noor’s woorden “Weer vrij als een vogel”.

Fotocredits: Gon Buurman

Delen: