Ontstaan van Surinaamse vrouwenorganisaties in Nederland

Surinaamse vrouwenorganisatie

De geschiedenis van Surinaamse vrouwenorganisaties in Nederland begint in de jaren ’80 met de oprichting van twee landelijke Surinaamse vrouwenorganisaties.

Surinaamse vrouwenorganisatie

De Stichting Landelijke Federatie van Surinaamse VrouwenZaken (LFSVZ, 1987) en de Stichting Landelijke Organisatie van Surinaamse Vrouwen (LOSV, 1986).
Ook ontstaan er twee regionale Surinaamse vrouwenorganisaties. Stichting Belangen Behartiging Surinaamse Vrouwen (SBBSV, 1975) in Amsterdam en het Surinaams Vrouwencollectief (1984) in Rotterdam.
Het ontstaan van de Surinaamse vrouwenorganisaties gaat samen met het ontstaan van de zwarte en migrantenvrouwenbeweging in 1983. Binnen de vrouwenbeweging maken vrouwen uit diverse etnische groepen rond die tijd voor het eerst gemeenschappelijk hun ongenoegen kenbaar over het witte feministisch denkkader dat in die tijd dominant is. Zwarte, migranten en vluchtelingen vrouwen (zmv-vrouwen) geven aan dat zij zichzelf niet herkennen in het kader dat de witte vrouwenbeweging schept van seksisme, uitsluiting en onderdrukking. Doordat deze vrouwen zijn blootgesteld aan racisme én seksisme, hebben zij minder mogelijkheden dan witte mannen én witte vrouwen. Zmv-vrouwen kunnen zich moeilijk achter het wit feminisme scharen en richten hun eigen organisaties op. Dit geldt ook voor Surinaamse vrouwen. Zij organiseren zich in de: LFSVZ (Agnes Samuel), LOSV (Willy Esajas), SBBSV (Mathilde Blank) en Surinaams Vrouwencollectief (Machteld Cairo).
Surinaamse vrouwen van Creoolse, Hindoestaanse, Javaanse, en Chinese afkomst, hebben van huis uit altijd buitenshuis gewerkt, op het land of in het familiebedrijf, zoals bijvoorbeeld in de Chinese winkel. Toen de Surinaamse vrouwen in Nederland aankwamen, veranderde hun sociaal-economische positie. Van een actieve, werkende vrouw veranderde zij in een werkloze en economisch afhankelijke vrouw. Voor de landelijke Surinaamse vrouwenorganisaties staat dit gegeven in het begin centraal. Hun uitgangspunt is:

‘een goede positie verwerf je slechts door passend werk en door inspraak in maatschappelijke kwesties’

Surinaamse vrouwen op de arbeidsmarkt

In die beginjaren werken de organisaties vooral aan de positieversterking van Surinaamse vrouwen op de arbeidsmarkt. Er zijn meer arbeidsplaatsen nodig en er is behoefte aan passende arbeid, die aansluit bij de kwaliteiten en expertise van de Surinaamse vrouw. Discriminatie en uitsluiting bij het vinden en behouden van een baan op de werkvloer, moet snel bestreden worden. Positieve actie staat in die tijd hoog in het vaandel. Ashanti, een onafhankelijk marxistisch vrouwenblad voor en door Surinaamse vrouwen (Sitla Bonoo, Andrea Douglas, Gharietje Choenni) ontstaat vanuit de behoefte om vrouwen te bereiken en hun stem te laten horen.

Bron:
Caleidoscopische visies, de zwarte, migranten – en vluchtelingen vrouwenbeweging in Nederland – Botman, M. Jouwe, N en Wekker, G. (2001)
Daar hoor ik ook bij. De zwarte en migrantenvrouwenbeweging in Nederland. – Redmond, Roline. (1990)

Delen:

Gerelateerde artikelen