Große Freiheit: maar na de bevrijding geen vrijheid voor homoseksuelen

demonstranten op het binnenhof houden borden omhoog met o.a. de tekst: wij zijn toch ook mensen van vlees en bloed

Op donderdag 17 maart 2022 is de Oostenrijks-Duitse speelfilm Große Freiheit van regisseur Sebastian Meise in Nederland in première gegaan. Na de internationale première vorig jaar op het filmfestival in Cannes won de film de juryprijs voor vernieuwend, niet-traditioneel en gedurfd werk. Ook op andere filmfestivals viel de film in de smaak en won tot op heden maar liefst tien verschillende internationale prijzen.

Große Freiheit volgt het leven in drie episoden (1945, 1957 en 1968) van de Duitse Hans Hoffmann (Franz Rogowski) die telkens opnieuw in de gevangenis belandt. Het delict? Zijn geaardheid.

Paragraaf 175

Hoewel Hans een fictief personage is, is de achtergrond waartegen zijn verhaal zich afspeelt historisch zeer accuraat. Zo werd in Duitsland in 1872 het wetsartikel paragraaf 175 geratificeerd waarin stond dat geslachtsverkeer tussen twee mannen streng verboden was. Opmerkelijk genoeg worden vrouwen hierin niet genoemd. Historica Laurie Marhoefer wijt deze dubbele moraal aan het feit dat lesbische seks plaatsvindt zonder penetratie met een penis. Vanuit die gedachte werd seks tussen twee vrouwen minder serieus genomen en vormde het geen bedreiging meer. Dit is een letterlijk voorbeeld van ‘fallocentrisme’, het idee dat de fallus, ofwel het mannelijk geslachtsdeel (en dus de man) het centrale element is in de organisatie van de sociale wereld. Met andere woorden: zonder penis geen ‘echte’ seks en dus ook geen actieve criminalisering van lesbische vrouwen.

Homoseksualiteit in de oorlog

In aanloop naar de Tweede Wereldoorlog werd paragraaf 175 aangescherpt door Hitler’s nationaal-socialistische partij (NSDAP). De gevangenisstraf ging van 6 maanden naar 5 jaar. Ook nu bleef vrouwelijke homoseksualiteit juridisch gezien onaangeroerd. Volgens de nazi’s waren Duitse lesbiennes, ondanks hun ‘pseudo-homoseksualiteit’, nog steeds prima in staat om kinderen te baren en het Arische ras voort te zetten. Daarnaast hadden vrouwen in het patriarchale nazi-Duitsland sowieso een ondergeschikte positie, dus hun seksualiteit vormde geen grote bedreiging voor het voortbestaan van de staat.

De Gestapo jaagde actief op homoseksuele mannen. Alleen verdenking was vaak al genoeg om hen, veelal zonder aanklacht, te arresteren waarna deportatie naar een concentratiekamp volgde. Daar kregen ze ter herkenning van hun seksualiteit een roze driehoek op hun kleding genaaid. Dit zorgde voor verdere stigmatisering binnen de kampstructuur. Ook lesbische vrouwen liepen het risico om gedeporteerd te worden. Niet vanwege hun seksuele voorkeur, maar bijvoorbeeld omdat ze zelf joods waren of kritiek hadden op het regime. Zij kregen in tegenstelling tot homoseksuele mannen geen roze driehoek op hun kleding, maar werden behandeld als politieke gevangenen. Hun seksualiteit werd dus opnieuw – ondanks de bederfelijkheid van het geheel – buiten beschouwing gelaten.

Na het kamp de gevangenis in

Europa werd in 1945 door de geallieerden bevrijd van het nationaal-socialisme. Maar voor de veroordeelde (mannelijke) homoseksuelen in concentratiekampen betekende dit weinig. Zij moesten hun resterende ‘straf’ uitzitten in de gevangenis, omdat in naoorlogs Duitsland paragraaf 175, zoals deze was vóór de oorlog, gerehabiliteerd werd. De nazi’s waren misschien wel verdreven, maar de vervolging van homoseksuelen ging gewoon door.

Hans is een van deze mannen en wordt na zijn bevrijding uit Auschwitz opnieuw opgesloten. Want, aldus regisseur Sebastian Meise, ‘voor homo’s bestond de bevrijding niet.’ In de gevangenis moet Hans een cel delen met Viktor Bix (Georg Friedrich), een heroïneverslaafde moordenaar en tevens fervent homofoob. Hans wordt in de decennia die volgen telkens opnieuw gearresteerd en veroordeeld. Zijn band met Viktor, die nog steeds gevangen zit en dus de enige ‘stabiele’ factor in zijn leven lijkt te zijn, wordt hierdoor hechter en intiemer.

Een andere stabiliteit in Hans’ leven is zijn omgeving, de gevangenis. Deze plek blijft door de gehele film het decor waartegen het leven van Hans zich afspeelt. Hans verandert er – zowel fysiek als mentaal – en de ondraaglijkheid van een bestaan achter de tralies wordt hierdoor pijnlijk duidelijk. Toch weet Hans op kleine schaal zijn eigen vrijheid te waarborgen door de relaties die hij aanknoopt met medegevangenen; zijn manier om tegen het oneerlijke systeem te strijden.

Het einde van paragraaf 175

De film eindigt in 1968, één jaar voordat de inhoud van paragraaf 175 gewijzigd zou gaan worden. Ook de vervolgingen stopten. Toch zou het tot 1994 duren voordat het artikel officieel uit het wetboek wordt verwijderd. Regisseur Sebastian Meise:

‘Dat vind ik ook zo verbazingwekkend: eind jaren zestig, ten tijde van allerlei hervormingen, was men in de gelegenheid om het wetsartikel in de prullenbak te gooien, toch heeft men het nog tot midden jaren negentig laten dooretteren.’

Artikel 248bis in Nederland

Ook Nederland had decennialang een wetsartikel dat homoseksualiteit strafbaar stelde, het in 1911 ingevoerde artikel 248bis. Deze wet verbood ‘ontucht’ tussen een meerderjarige en een minderjarige van hetzelfde geslacht, zowel mannen als vrouwen. De grens voor meerderjarigheid lag voor homoseksuelen op 21 jaar terwijl dit voor heteroseksuelen 16 jaar was.

Het artikel werd in het leven geroepen om jongeren te ‘beschermen’ tegen de verleiding van homoseksualiteit. Ook de verspreiding zou hierdoor afnemen. Op grond van deze wet kon de zedenpolitie makkelijk invallen doen als er een vermoeden bestond dat er ergens een homoseksuele bijeenkomst of afspraak was waar wellicht minderjarigen bij aanwezig waren.

In totaal zijn er ruim 5000 Nederlandse homoseksuelen voor de rechter verschenen. De helft van hen werd schuldig bevonden en moest gemiddeld tussen de 3 en 6 maanden de gevangenis in. In slechts 48 van deze zaken ging het om een vrouw. In historica Judith Schuyf’s indrukwekkende onderzoek naar lesbische vrouwen in Nederland wordt deze vervolging uitgebreid besproken. Dit werk is te vinden in de bibliotheek van Atria.

Het einde van artikel 248bis

In 1969 werd op het Binnenhof in Den Haag een demonstratie voor homorechten gehouden. Een klein maar revolutionair protest, niet eerder was er in het openbaar gestreden voor homoseksuelen in Nederland. Het protest richtte zich tegen artikel 248bis en werd georganiseerd door de Federatie Studenten Werkgroepen Homoseksualiteit (FSWH) en Jeugd- en Jongerencentrum De Ruimte. Enkele maanden later vonden ook de Stonewall-rellen in New York plaats, het zogenaamde startsein voor de internationale LHBTI-beweging.

Artikel 248bis kwam in 1971 eindelijk te vervallen. Juridisch gezien betekende dit een einde aan het onderscheid in rechten tussen heteroseksuelen en homoseksuelen.

Große Freiheit is vanaf 17 maart 2022 te zien bij Cineville.

Verder lezen

Foto: Homodemonstratie op het Binnenhof, 21 januari 1969, CC-Nationaal Archief/Anefo/Jack de Nijs

Cleo Bouwman, masterstudent Cultuurgeschiedenis van modern Europa, stagiair Collecties

Atria’s bibliotheek en archief in hartje Amsterdam herbergen één van de grootste collecties over vrouwen, gender en diversiteit wereldwijd. De rubriek In het nieuws reageert op actuele thema’s en ontwikkelingen vanuit relevante documentatie en publicaties binnen de collectie.

Delen:

Gerelateerde artikelen