Feminisme in de handwerkwinkel

Feminisme in de handwerkwinkel

Op een prachtige locatie aan het Amsterdamse Leidseplein is de handwerkwinkel Tesselschade te vinden. Ieder die op zoek is naar een handgemaakte theemuts, tafelloper of slaapkonijn kan hier terecht. Het pand is al decennia in bezit van de vereniging, die in 2022 haar 150ste verjaardag vierde. Voluit de Koninklijke Algemene Nederlandse Vrouwenvereniging Tesselschade-Arbeid Adelt. De eerste Nederlandse vrouwenvereniging die in 1871 werd opgericht op initiatief van Betsy Perk . Misschien is een handwerkwinkel niet direct de omgeving waar je een feministische revolutie verwacht. Maar wie de geschiedenis van Tesselschade induikt zal leren dat er tussen handwerk en emancipatie veel verbanden zijn te vinden.

Het verhaal van Tesselschade-Arbeid Adelt

Oprichter Betsy Perk kwam uit een welgesteld gezin, maar was haar ouders vrij jong verloren. Ze was zelf ongehuwd en wilde zich inzetten voor de kansen van soortgelijke vrouwen uit haar stand. Hieruit onstond in 1871 de Algemeene Nederlandsche Vrouwenvereeniging Arbeid Adelt. De vereniging richtte zich op het verkopen van handwerk. Daarnaast werd het in dezelfde periode door Perk opgerichtte vrouwentijdschrift Onze Roeping opgenomen als orgaan van Arbeid Adelt.

Binnen een jaar ontstonden er echter onderlinge onenigheden, onder andere over de richtlijnen en financiën van Betsy Perk. Dit resulteerde op den duur in de ondergang van Onze Roeping, en in een breuk binnen het bestuur. Jonkvrouw Jeltje de Bosch Kemper leidde de afsplitsing van de vrouwenvereniging die zich Tesselschade zou gaan noemen. In 1947 besloten Arbeid Adelt en Tessenschade de handen weer ineen te slaan, en in 1953 was de vernieuwde samenwerking tussen de twee eindelijk een feit. Sindsdien kennen we de vereniging als Tesselschade-Arbeid Adelt.

Al bij de oprichting had Tesselschade Arbeid-Adelt het doel dat het vandaag de dag nog steeds uitdraagt: het bijdragen aan de financiële zelfstandigheid en onafhankelijkheid van vrouwen. Sinds 1939 keert de vereniging een studiefonds uit aan vrouwen die niet genoeg geld hebben om de opleiding te volgen die hun juist toegang tot meer economische vrijheid zou geven. Het fonds bestaat uit de opbrengsten van de winkelverkoop en giften van leden. De opleidingen waarvoor het fonds dient kunnen op zowel mbo-, hbo- als universitair niveau zijn. Op de website kan iedere vrouw die zich hierin herkent een aanvraag indienen.

Handwerkwinkel

Niet alleen in Amsterdam zijn handwerkwinkels van Tesselschade te vinden. Inmiddels kent de vereniging 23 afdelingen door het hele land en heeft het zo’n 5.000 leden. In het boek dat verscheen ter gelegenheid van het 125-jarig jubileum, Toekomst door Traditie, wordt haar geschiedenis tot dan verteld. De vereniging ontleend een deel van haar naam aan de 17de-eeuwse dichteres Maria Tesselschade Roemers Visscher. Het andere deel, en tegelijkertijd motto, “Arbeid Adelt” slaat op de overtuiging dat het niet haar maatschappelijk toebedeelde positie, maar het werk dat zij verricht, is wat vrouwen ‘adellijke’ status geeft. Een opvallende frase, die voor feministen wellicht vragen over het begrip ‘arbeid’ opwekt.

De arbeid van vrouwen

1 mei is het wereldwijd de Dag van de Arbeid. Op deze dag staat internationale solidariteit en verbintenis tussen arbeiders centraal. Maar we kunnen ons afvragen wat – of wie – we verstaan onder de noemer ‘arbeider’. In de algemene overtuiging zal handwerk misschien niet direct begrepen worden als ‘ware arbeid’, zoals dat bij werk verricht in opdracht van een betaald beroep evident lijkt. Dit lijkt voort te komen uit een patriarchaal en kapitalistisch denkpatroon.

Vaak wordt vanuit de maatschappij minachtend gedacht over handwerk. En wordt het weggezet als nevenbezigheid, hobby of tijdverdrijf binnen de huiselijke sfeer. Alleen als de materiële producten van deze irrelevant geachte bezigheden op de markt gebracht kunnen worden en geld kunnen gaan opleveren, zal er maatschappelijk meer interesse voor worden opgebracht. Het verschil in waardering voor dezelfde arbeid lijkt dus afhankelijk van het prijskaartje dat aan het eindproduct hangt, en niet van de kwaliteit en vaardigheid van de arbeider.

Er is veel bestaand feministisch discours over de oneerlijke verwachting van onbetaald werk die op vrouwen wordt gelegd. Bij Atria in de bibliotheek is bijvoorbeeld het boek The Second Shift van Arlie Hochschild te vinden. Ook wel “the double burden”, de dubbele last, beschrijft de titel van het boek een fenomeen waarbij huishoudelijke en verzorgende taken die op vrouwen vallen, hun in principe tot arbeiders maken. Vrouwen die een betaalde baan hebben naast het onbetaalde (huis)werk dat van hun verwacht wordt, werken op die manier als het ware dubbel, terwijl dit maatschappelijk niet erkend wordt.

Handwerk als emancipatiemiddel

Handwerk is meer dan het repetitief uitvoeren van een handeling. Elk handgemaakt object binnen elke handwerktraditie is een product van een netwerk aan kennis dat generaties lang is opgebouwd. In tradities zoals naaien, breien en borduren staat het uitwisselen van patronen centraal. Elke reproductie van een bestaand patroon representeert zo eigenlijk een netwerk aan kennis. Elk handwerkexemplaar is zo eigenlijk zowel een product van als een symbool voor de uitwisseling en uitbreiding van kennis onder vrouwen. Ook bij Atria is hier bewijs van te vinden. Zo beschikt de collectie over een aantal feestrokken (ook wel bevrijdingsrokken).

Op initiatief van verzetsstrijder Mies Boissevain-van Lennep, droegen vrouwen ter gelegenheid van de bevrijding in 1945 zelfgemaakte patchworkrokken  bestaande uit oude lapjes die vaak persoonlijke herinneringen met zich meedroegen. De rokken waren op die manier als het ware unieke collages van het levensverhaal van de vrouw die haar maakte en droeg, en tegelijkertijd één van vele exemplaren die samen een politieke beweging vormden. Het idee van de feestrok past uitstekend bij het feministisch beginsel dat het persoonlijke politiek is, zoals dat eigenlijk gezegd kan worden over handwerk in het algemeen. De vele instanties waarin handarbeid en textiel een rol spelen lijken misschien alledaags en irrelevant voor de kwestie van vrouwenemancipatie, maar kunnen, zoals de missie van Tesselschade Arbeid-Adelt al 150 jaar onderschrijft, een wereld van verschil maken.

In de collectie

Wil je meer lezen over de geschiedenis van Tesselschade, handwerk of feministisch gedachtegoed over onbetaald werk? Je kan hiervoor terecht bij Atria in de bibliotheek. Hier alvast wat aanraders:

Sasja Alkemade, student Literatuurwetenschap & stagiair Collecties

Atria’s bibliotheek en archief in hartje Amsterdam herbergen één van de grootste collecties over vrouwen, gender en diversiteit wereldwijd. De rubriek In het nieuws reageert op actuele thema’s en ontwikkelingen vanuit relevante documentatie en publicaties binnen de collectie.

Delen:

Gerelateerde artikelen