Feestrokken

Feestrokken

Atria is in het bezit van vijf feestrokken, waaronder de afgebeelde rok, gemaakt door Iet Winkel. Het idee van de nationale feestrok (ook wel bevrijdingsrok, levensrok of oranjerok genoemd) was afkomstig van feministe en verzetsstrijder Mies Boissevain-van Lennep. Zij riep vrouwen in Nederland op om een ‘Nationale feestrok’ te dragen op speciale dagen als herdenkingsteken en feestelijk saamhorigheidssymbool tussen vrouwen. Vrouwen maakten de feestrokken van oude lapjes met persoonlijke herinneringen.

Feestrok overdracht. Op 3 maart 2009 kreeg het IIAV (het huidige Atria) een heel speciaal archiefstuk binnen: een nationale feestrok. Esther Elkerbout overhandigde de rok, die haar moeder maakte, aan de toenmalige IIAV-directeur Saskia Wieringa. Ze vertelt dat haar moeder in de feestrok stukjes stof van haar verlovingsjurk en bruidsjurk verwerkte. Op de zoom is de datum van Bevrijdingsdag geborduurd. Ook trof mevrouw Elkerbout stof aan van zomerjurken die zij als jong meisje droeg.

Hoe ontstond De Nationale Feestrok?

Mies Boissevain-van Lennep werd in augustus 1943 gearresteerd en in oktober overgebracht naar concentratiekamp Vught. Hier kreeg zij op een zeker moment een dasje toegestuurd, gemaakt van allerlei kleine lapjes. Ze herkende er stukjes stof in van jassen, broeken en andere kledingstukken van vrienden en bekenden. Aan haar medegevangenen vertelde Mies het verhaal dat bij elk stukje stof hoorde. Dat bracht de andere vrouwen ertoe ook herinneringen te gaan ophalen. Dit versterkte de saamhorigheid onder de vrouwen. Deze gebeurtenis is waarschijnlijk de aanleiding geweest om na de oorlog het idee van De Nationale Feestrok te introduceren.

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog nam Boissevain-van Lennep namens de Commissie van feest- en gedenkdagen het initiatief om van verschillende lapjes rokken te maken. Vrouwen konden deze op speciale dagen dragen. Het ging niet alleen om de persoonlijke herinneringen van de draagster. De rok symboliseerde ook de wederopbouw en vernieuwing van Nederland door het samenvoegen van oude lapjes stof tot één nieuw geheel. Iets waar vrouwen volgens Boissevain-van Lennep van nature goed in zijn: harmonie scheppen.

Richtlijnen voor het maken van een feestrok

Boissevain-van Lennep schreef specifieke regels voor het maken en gebruik van de feestrok. De zoom moest uit effen driehoeken bestaan en aan de voorkant prominent ‘5 mei 1945’ geborduurd. De rokken dienden te worden gedragen op nationale feestdagen, maar ook op belangrijke privéfeesten. Latere gebeurtenissen uit het privéleven van de draagster, zowel hoogte- als dieptepunten, konden vrouwen ook verwerken in de rok.

Patchworkrokken

Ondanks de textiel-schaarste in de na-oorlogse tijd was er geen gebrek aan oude kledingstukken. De lapjes naaiden de vrouwen op oude rokken. Het was de bedoeling dat vrouwen zelf betekenis gaven aan elk lapje. Borduurwerk verbeelde de herinneringen. En de lapjes werden vaak versierd met jaartallen van belangrijke gebeurtenissen. Hierdoor vormen de patchworkrokken uiteindelijk een uniek levensverhaal.

Register van feestrokken

Boissevain-van Lennep had alle vrouwen opgeroepen om hun rok te laten registreren in het ‘rokkenregister’. De rokken kregen dan een stempel met een nummer. De stempel was rond en buitenom was de tekst de ‘Nationale Feestrok’ te lezen, daarbinnen ‘Saamgevoegd op één ondergrond’ en in het midden NI, de afkorting van Nationaal Instituut. Onderaan was het jaartal te lezen 1946, 1947 of 1948. Na de registratie ontving de eigenaresse een briefkaartje met het nummer van de registratie. Zij kreeg het advies om het toegekende nummer op de rok te borduren. Uiteindelijk zijn er zo’n 4.000 feestrokken geregistreerd.

Het rokkenregister is niet aanwezig bij Atria, in het archief van Mies Boissevain-Van Lennep is onder inventarisnummer 41 alleen een lijst met namen en adressen opgenomen, maar dit is dus niet het rokkenregister zelf. Egge Knol, conservator van het Groninger Museum, meldt in zijn boek De bevrijdingsrok in Groningen (2020): ‘Het rokkenregister is helaas niet terug te vinden.’ Ook Jolande Withuis maakt in haar artikel De doorbraak en de feestrok uit 1991 geen melding over waar het rokkenregister zou kunnen zijn. Het is niet met zekerheid te zeggen of het rokkenregister nog bestaat, maar tot op heden is het nog nergens opgedoken.

Defilé van feestrokken op het Binnenhof

oefenen voor feestrokkendefile op binnenhof in den haag 2 september 1948

Oefenen voor het defilé van de Nationale feestrok, 1948, © onbekend, collectie IAV-Atria

Nederlandse feministen grepen net na de Tweede Wereldoorlog belangrijke gebeurtenissen in het koningshuis aan om door middel van tentoonstellingen, gedenkboeken en historische studies hun ‘zaak’ onder de aandacht te brengen. Zo ook in 1948, het jaar van de troonsafstand van Wilhelmina, haar gouden regeringsjubileum én de inhuldiging van Juliana als koningin. Op 2 september 1948 was er op het Binnenhof een gemeenschappelijke feestviering van Nederlandse vrouwen. Een ‘rokkendefilé’ vormde een feestelijk hoogtepunt met de betekenisvolle lapjesrokken. En er bestond zelfs een heus ‘Lied voor de Nationale Feestrok’. De bladmuziek hiervan is in te zien in de bibliotheek van Atria

In 1948 verscheen, onder auspiciën van het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging, ook een boek met de veelzeggende titel Van Moeder op Dochter. Het aandeel van de vrouw in een veranderende wereld. Daarnaast werd de tentoonstelling ‘De Nederlandse Vrouw 1898-1948’ gehouden in de Houtrusthallen in Den Haag.

Lees verder

Delen:

Gerelateerde artikelen