Financiële (on)afhankelijkheid van vrouwen en partnergeweld
Wat is het verband tussen financiële (on)afhankelijkheid van vrouwen en partnergeweld? Resultaten uit een wetenschappelijke literatuurstudie.
Atria voert in opdracht van de directie Emancipatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoek uit naar het verband tussen financiële (on)afhankelijkheid en partnergeweld. Aanleiding van het onderzoek is een motie van Tweede Kamerlid Van den Hul (d.d. 2-12-2019). Deze motie constateert dat vrouwen “bovengemiddeld vaak financieel afhankelijk zijn van hun partner, en bovengemiddeld vaak het slachtoffer zijn van partnergeweld en eergerelateerd geweld” en formuleert een verzoek aan de regering om “genderspecifiek onderzoek te laten doen naar het verband”.
Literatuurstudie
Het onderzoek bestaat uit twee delen: een wetenschappelijke literatuurstudie en interviews met vrouwen die partnergeweld hebben ervaren. De literatuurstudie geeft antwoord op de vragen:
- Hebben vrouwen die financieel afhankelijk zijn van hun partner meer kans om partnergeweld mee te maken? En, omgekeerd, hebben vrouwen die financieel onafhankelijk zijn van hun partner minder kans om slachtoffer te worden van partnergeweld?
- Hebben vrouwen die financieel afhankelijk zijn van hun partner minder kans om de gewelddadige relatie te doorbreken? En, omgekeerd, hebben vrouwen die financieel onafhankelijk zijn van hun partner meer kans om zich aan het geweld te onttrekken door de relatie te verbreken?
Een gelaagd, paradoxaal en wederkerig verband
Het onderzoek laat één duidelijke conclusie zien: er is een verband tussen financiële (on)afhankelijkheid van vrouwen en partnergeweld. Het betreft echter een zeer complex verband.
Ten eerste is het een gelaagd verband, waarbij er andere (niet-economische) factoren zijn die het verband beïnvloeden en waardoor financiële onafhankelijkheid niet vanzelfsprekend en niet voor iedereen bescherming biedt tegen (herhaling van) partnergeweld.
Ten tweede heeft het verband een paradoxaal karakter. Het hebben van (betaald) werk kan zowel een beschermende factor als een risicofactor zijn voor partnergeweld. Het biedt bescherming omdat vrouwen op deze wijze sneller toegang hebben tot alternatieve middelen, emotionele en fysieke veiligheid die nodig zijn om de gewelddadige partner te verlaten. Arbeidsparticipatie kan echter de kans op (herhaling van) partnergeweld vergroten wanneer de mannelijke partner de versterking van de economische positie van de vrouw als dreiging ziet.
Ten derde is het verband wederkerig, omdat partnergeweld ook invloed heeft op de economische positie van de vrouw. Niet alleen op de lange termijn. Maar ook omdat partnergeweld gepaard kan gaan met controlerende tactieken die tezamen economisch geweld vormen. Een vrouw met (betaald) werk kan daarom op papier financieel onafhankelijk zijn, maar in de praktijk door haar controlerende partner geen toegang hebben tot deze middelen. Dit pleit voor (beleidsmatige) erkenning van economisch geweld als geweldsvorm van partnergeweld.
Arbeidsparticipatie van vrouwen een belangrijke factor om hun sociale weerbaarheid te vergroten, maar middels integrale aanpak
Hoewel het niet de enige en evenmin altijd de doorslaggevende factor is voor het optreden of voortduren van partnergeweld, komt uit de literatuurstudie voldoende overtuigend naar voren dat arbeidsparticipatie van vrouwen een belangrijke factor is om hun sociale weerbaarheid te vergroten. Arbeidsparticipatie kan toegang tot financiële middelen, maar ook emotionele steun en fysieke veiligheid bieden welke vervolgens bescherming kunnen geven in het stoppen van partnergeweld. Het stimuleren van arbeidsparticipatie, in het bijzonder van sociaaleconomisch kwetsbare vrouwen, is van groot belang.
Dit onderzoek laat echter ook zien dat er geen duidelijk profiel is van ‘slachtoffer van partner-geweld’, maar dat sociaaldemografische kenmerken in samenspel met relationele factoren, maatschappelijke ongelijkheden en heersende gendernormen doorslaggevend zijn in de mate waarop vrouwen kans hebben om slachtoffer te worden van (herhaling van) partnergeweld.
Beleid op dit terrein heeft daarom alleen het gewenste effect mits het ingebed is in samenhangend flankerend overheidsbeleid en uitgewerkt wordt in een integrale aanpak. Daarbij is een gendersensitieve aanpak van partnergeweld noodzakelijk. Zo is het aan de heersende gendernormen gelegen of de, in potentie, beschermende werking van arbeidsparticipatie een risicofactor wordt.
Belangrijkste bevindingen
Naast het uitgebreide rapport is er een overzichtstabel opgesteld waarin, per geïncludeerde studie, de belangrijkste kenmerken en bevindingen zijn opgenomen. Tevens is er een managementsamenvatting geschreven met een overzicht van de opzet en resultaten van de wetenschappelijke literatuurstudie.
Vervolgonderzoek
De uitkomsten van de literatuurstudie zullen aangevuld worden met een empirisch onderzoek. In dit tweede deel van het onderzoek naar het verband tussen financiële (on)afhankelijkheid en partnergeweld staat de vraag centraal welke rol financiële onafhankelijkheid heeft ná partnergeweld. De resultaten van dit onderdeel zullen in de zomer 2021 verschijnen. Tevens sluit het onderzoek aan bij het lopende onderzoek naar de effectiviteit van De Nieuwe Toekomst. De Nieuwe Toekomst is een Nederlandse interventie gericht op participatie en economische zelfstandigheid van vrouwen met ervaringen met partnergeweld. De eerste resultaten zullen eind 2021 verschijnen.