De flamboyante Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck
Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck door de ogen van Thérèse Schwartze, 1914, collectie IAV-Atria
De feminist en journalist Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck wordt wel de tegenhanger van Aletta Jacobs genoemd. Zij was namelijk een van degenen die zich in 1907 afscheidden van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht en de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht oprichtten. Net als Jacobs deed zij veel meer dan er voor vechten dat het vrouwenkiesrecht er kwam. Trekhonden, de invoering van de zomertijd, de dienstplicht voor vrouwen, er is geen onderwerp te vinden waar zij geen mening over had, over publiceerde, sprak, een vereniging oprichtte.
Esther Welmoet Dyserinck, werd geboren in 1876 in Den Helder. Zij was een flamboyant en veelzijdig persoon. Gedurende haar leven schreef ze vele honderden artikelen, brochures en voordrachten over talloze onderwerpen. Iemand schreef haar eens ‘Je moest uitgevonden worden, als je niet bestond!’
Archief vol dossiers
De papieren neerslag van haar activiteiten is terug te vinden in haar archief. Gedurende haar leven vormde ze vele dossiers op onderwerp. Zij gebruikte dat materiaal voor het schrijven van artikelen, brochures en ingezonden brieven, en voor het geven van cursussen en spreekbeurten. Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck had daarvoor een speciale ‘documentenkast’ in haar huis staan. Zij liet haar gehele archief, inclusief de kast, na aan het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV).
‘Ik heb reeds maatregelen genomen, zoodra de oprichting mij bekend was, om mijn geheel archief Vrouwenbeweging na mijn dood aan uw stichting te doen toekomen’
schreef zij op 15 april 1936 aan het bestuur van het IAV.
Wat er met de kast is gebeurd weten we helaas niet. Haar archief is er gelukkig nog steeds. Om enig idee te krijgen van de enorme rijkdom aan boeiende onderwerpen in dit archief van ruim vier en een halve strekkende meter hier enkele voorbeelden.
Vrouwenkiesrecht
Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck werd lid van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, waarschijnlijk in 1899. In de afdeling Den Haag schopte ze het tot voorzitter. Zij schreef de brochure Pro en Contra. Betreffende vraagstukken van algemeen belang in 1906.
Ontevreden met de radicale koers van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht richtte Welmoet samen met onder andere Lizzy van Dorp de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht op. De Bond voer een meer gematigde liberale koers en mannen zaten in het bestuur. In 1954 publiceerde Wijnaendts Francken-Dyserinck De strijd voor het vrouwenkiesrecht herdacht. Zij stuurde die toe aan vele bekenden, onder andere aan de in 1953 benoemde eerste vrouwelijke staatssecretaris in Nederland, Anna de Waal.
Politiek
Wijnaendts Francken-Dyserinck was lid van achtereenvolgens de Vrijzinnig Democratische Bond, de Economische Bond, de Liberale Staatspartij ‘De Vrijheidsbond’, de Nederlandsche Unie en de Partij voor Recht, Vrijheid en Welvaart. Het langst was zij actief in de mede door haar opgerichte Vrijheidsbond, een fusie van een zevental partijen. Welmoet was nauw bij dit fusieproces betrokken vanuit de Economische Bond. Het is aan haar inzet te danken dat er reeds een maand voordat de Vrijheidsbond officieel werd opgericht, er een Vrouwengroep was, de ‘Vrouwengroep uit den Vrijheidsbond’ geheten en opgericht op 19 maart 1921. Wijnaendts Francken-Dyserinck was de eerste voorzitter.
In 1922, 1925 en 1929 was Wijnaendts Francken-Dyserinck kandidaat bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer, maar ze werd nooit gekozen.
Padvinderij
Wijnaendts Francken-Dyserinck hechtte grote waarde aan de lichamelijke ontwikkeling van vrouwen en meisjes. Dat blijkt onder andere uit haar rol in het Nederlandsch Padvindsters Gilde, opgericht in 1916, waarvan zij van 1922 tot 1936 vice-voorzitter was. Op haar voorstel werd tijdens de 8e Wereldconferentie in Hongarije in 1928 de World Association of Girl Guides and Girl Scouts opgericht (WAGGGS), nu World Scouting geheten. Zijzelf werd in 1926 tot padvindster geïnstalleerd.
Soroptimisme
Wijnaendts Francken-Dyserinck was de oprichtter van de Eerste Nederlandsche Soroptimist Club ’s-Gravenhage, op 27 november 1927, en daarmee de grondlegster van het soroptimisme in Nederland. De naam soroptimist is afgeleid van de Latijnse woorden soror (zuster) en optimus (beste). Evenals bij de Rotary is de kern van het soroptimisme gelegen in het woord dienen: dienen in het eigen beroep of bedrijf, onderling én het dienen van de maatschappij en de mensheid in het algemeen. Soroptimistclubs bestaan uit vrouwen boven de 25 jaar die verantwoordelijk werk verrichten en daarmee geheel of gedeeltelijk in hun onderhoud voorzien.
Reizen
Tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 ondernam zij met haar echtgenoot C.J. Wijnaendts Francken verschillende buitenlandse reizen. Tussen 1898 en 1902 verbleven de twee onder andere in Duitsland, Zwitserland en Frankrijk, waar zij colleges volgden aan de universiteiten van Jena, Zürich, Parijs en Berlijn. In 1911 reisden zij door Afrika (zij was er tegelijk met Aletta Jacobs) en van december 1912 tot het vroege voorjaar van 1913 maakten zij een reis naar West-Indië. Naar aanleiding van deze twee reizen verschenen publicaties: in 1912 Uit het Zonneland. Afrikaansche reisbrieven en in 1913 Drie maanden in de West. Reisbrieven. In 1931 reisde zij opnieuw naar de Balkan als gast van de Kamer van Koophandel van Joegoslavië.
Pioniers
Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck had grote belangstelling voor de geschiedenis van de vrouwenbeweging. Zij gaf lezingen over ‘voorloopsters der vrouwenbeweging’ en cursussen op volkshogescholen. Haar grote voorbeelden waren Mina Kruseman en A.M.M. Storm-van der Chijs, die beiden met hun pleidooien voor emancipatie in de 19e eeuw de grondslag hadden gelegd voor de latere vrouwenbeweging.
Postzegels
In 1948 deed Wijnaendts Francken-Dyserinck als medewerker van de Tentoonstelling De Nederlandse Vrouw 1898-1948 een poging tot het doen verschijnen van een herdenkingszegel. Deze poging mislukte. In 1955 diende zij een tweede verzoek in, ditmaal voor een serie heldinnen uit de 19e en begin 20ee eeuw. Zij had vier vrouwen voor ogen die volgens haar postzegelfähig waren:
- Alexandrine Tinne (Afrikareiziger)
- Mienette Storm-van der Chijs (pleitbezorger voor onderwijs aan meisjes)
- Marianne van Hogendorp (een Reveilvrouw bekend om haar liefdadige activiteiten)
- Mina Kruseman (actrice, schrijver en feminist)
Ondanks intensief lobbywerk bleef een emissie ook nu uit.
Persoonlijke Herinneringen
Een groot aantal stukken voorzag Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck van de letters P.H., Persoonlijke Herinneringen. Het zijn aantekeningen, brieven, foto’s, reisverslagen, knipsels en publicaties van haar over talloze onderwerpen. Vermoedelijk heeft zij later deze stukken, voorzien van commentaar, zo gerubriceerd. Een voorbeeld is een vel met een plakzegel van de Nationale Vereeniging tot bestrijding van den Woeker. Zij heeft er naast geschreven “Een der vereenigingen die ik hielp oprichten en waarvan ik de statuten ontwierp”.
Andere onderwerpen
Andere onderwerpen waarvan we dossiers uit haar archief hebben zijn: dierenbescherming, vrouwendienstplicht, huwelijk, vrouwenarbeid, gezinstaak, seksueel vraagstuk, prostitutie en vrouwenhandel, vaderschap, Nieuw Feminisme (‘Famke’), reformkleding (‘Mode en Kleeding’), Perscomité van de Internationale Vrouwen Raad, plastische chirurgie, zomertijd, ‘Losse Artikelen’, ‘Eigen Werk’.