Wielrennen: van Mien tot Leontien

special Wielrennen: van Mien tot Leontien

Foto hierboven: omdat wedstrijden op de baan of op de weg waren verboden voor dames werden er andere wedstrijden georganiseerd: bv corsorijden of behendigheidsspelletjes. Daar konden dan prijzen mee worden gewonnen.

In het begin reden vrouwen mee in een toerclub in het gezelschap van een mannelijk familielid. Op rijscholen, zoals de dameswielrijschool van mejuffrouw Schakel in Amsterdam, leerden vrouwen goed gekleed en met rechte rug te rijden.

Ansichtkaart uit archief J. Steendijk-Kuypers, Collectie IAV-Atria

De vrouw met de broek

Voor een veilige uitoefening van de wielersport moest de vrouwenkleding worden aangepast. De vrouw moest vrij kunnen bewegen, maar er kleefden ook stereotypen aan ‘de vrouw met de broek’. Het was een probleem hoe vrouwen konden fietsen en toch als een dame konden overkomen. Toeschouwers stelde zich soms agressief op. Mannen wierpen fietsende vrouwen spottende blikken toe of riepen hen na. Plattelandsjeugd gooide met ‘paardenvuil’.

Tegenstanders vonden dat vrouwen fysiek niet tot fietsen in staat waren, ze waren immers het zwakke geslacht en zouden uitgeput kunnen raken. Anderen waren bezorgd dat vrouwen door teveel sportbeoefening sterker en te gespierd zouden worden en daarmee bepaald niet vrouwelijker. De gevolgen van deze vermannelijking konden desastreus zijn en gevolgen hebben voor het nageslacht. Maar de arts Catharina van Tusschenbroek was pleitbezorger voor fietsen als remedie tegen ‘het tekort aan levensenergie’ voor vrouwen.

Let me tell you what I think of bicycling. I think it has done more to emancipate women than anything else in the world. I stand and rejoice every time I see a woman on a wheel. It gives a woman a feeling of freedom and self- reliance.

Susan B. Anthony, New York World
February 2, 1896

In 1896 verscheen in de Hollandsche Lelie: weekblad voor jonge dames, een artikel over de wielermanie van vrouwen, waarin stond: ‘Niets bewijst misschien sterker de macht, die de mode op alles, zelfs op ons oordeel, uitoefent, dan het wielrijden door vrouwen’. Fietsen werd onder vrouwen inderdaad steeds populairder en er gingen dan ook stemmen op om dat een beetje tegen te gaan, want het bracht hen steeds verder van huis, man en kind.

Eerste baanwedstrijd

Op 8 september 1988 heeft Scheveningen de primeur van de eerste baanwedstrijd met inbreng van ‘de schoone sekse’. De ‘great attraction’ van de dag is een ‘Wedstrijd voor tweepersoons driewielers (dame en heer)’ over 800 meter, met 4 deelnemende paren die ‘zich goed geoefend bleken te hebben’. Winnaars ‘mej. v. Raden en de heer Kerkhoven’, voor broer en zus Stroethoff uit Amsterdam.

In Nederland noemde men een vrouw die harder fietste dan 12 of maximaal 15 km per uur misprijzend een ‘pacer’. Pas in de jaren 30 werden fietsende vrouwen geaccepteerd. Wielrennen kreeg in de loop van de jaren 60 mondjesmaat erkenning van de wielerbond. Dat veranderde pas echt een beetje toen ‘vrouwenwielrennnen’ een olympische sport werd: in de jaren 80.

Eene Parijsche dame

In 1896 reed de Limburgse wielrenner Mathieu Cordang tegen een Franse renster, ene ‘mej. Reillo’. Om het spannend te houden, kreeg Reillo een voorsprong van 7 kilometer. Reillo reed eerder al wedstrijden op internationaal niveau. Zo kwam haar naam in 1895 voor in een uitslagenlijst van een zesdaagse in Londen, waar ze 322 mijl had afgelegd. Dat maakte voor het tijdschrift De Kampioen allemaal niets uit. Reillo was ‘een zoogenaamde Fransche rij-juf’ en een ‘vrouwelijke trapmachine’. Dus die wedstrijd tussen Cordang en Reillo zag het tijdschrift niet zitten: ‘Ons fatsoenlijk publiek houdt niet van deze onsmakelijke vertooningen van over een wielerbaan flinderende Fransche of Engelsche juffen en wenscht onze kampioenen toe te juichen in een strijd van ongeveer gelijke krachten.’

Cordang liet zich echter niet tegenhouden en startte toch. Maar de opzet mislukte: ‘Cordang’s banden raakten tot 2 maal toe defect, waardoor hij genoodzaakt was de mededinging op te geven.’ Reillo reed uiteindelijk precies 43 km in 1 uur, 11 minuten en 42 2/5 seconden.’
In de jaren daarna reed Reillo door heel Europa baanwedstrijden.

Succesvolle wielrensters

Nederland heeft veel succesvolle wielrensters voortgebracht. Al voor 1930 zijn er in Nederland vrouwen geweest die zich op de grens van wedstrijd en recreatie begaven. Zo deden bijvoorbeeld in 1912 ook enkele vrouwen mee aan een Friese fiets-elfstedentocht. De eerste vrouw die finishte in Leeuwarden was mej. Goslinga Bolsward.
In 1958 werden de eerste officiële wereldkampioenschappen op de baan voor vrouwen georganiseerd. De Luxemburgse Elsy Jacobs won. Veel Nederlandse rensters zouden volgen, bijvoorbeeld Keetie Hage in 1986.

Mien van Bree

Nederlands’ eerste wereldkampioene wielrennen was Mien van Bree. Zij groeide op in Loosduinen, waar haar wielrentalent werd opgemerkt door buurtgenoot Piet Moeskops, vijfvoudig wereldkampioen sprint in de jaren 1921-1926. Piet complimenteerde haar met haar sprinten. Mien van Bree werd in 1933 lid van de toen net opgerichte Haagse Dames Rennersclub, een van de eerste Nederlandse vrouwenwielrenclubs. Een wielercarrière in haar eigen land behoorde nog niet tot de mogelijkheden, want de Nederlandse Wieler Unie stond fietswedstrijden voor vrouwen niet toe.

Mien van Bree ging koersen in België. In 1934 behaalde zij de derde plaats bij het wereldkampioenschap wielrennen en in de jaren 1935-1937 eindigde zij als tweede, telkens verslagen door Elvire de Bruyn. Volgens Van Bree had die ‘de spierkracht van een man’. Hoe dicht zij bij de waarheid zat, bleek in 1937: Elvire de Bruyn liet zich bij de burgerlijke stand inschrijven als Willem Maurits Debruyne.

Haar eerste overwinning behaalde Mien van Bree in 1937 tijdens de Europese kampioenschappen wielrennen. Een jaar later werd zij zowel Nederlands kampioene als wereldkampioene. In 1938 werd zij voor de tweede maal Europees kampioene.

Keetie Van Oosten-Hage

Keetie Van Oosten-Hage behoorde in de jaren 60 en 70 zowel op de weg als op de baan tot de wereldtop. In die tijd was vrouwenwielrennen nog geen onderdeel bij de Olympische Spelen en er bestonden ook nog geen grote rondes voor vrouwen. Toch won Van Oosten-Hage veel grote wedstrijden. Ze werd twee maal wereldkampioen op de weg, vier maal wereldkampioen achtervolging op de baan en twintig keer Nederlands kampioen.

Mieke Havik

Mieke Havik was tussen 1978 en 1987 enkele malen Nederlands kampioen op verschillende disciplines: ze verbrak onder andere het wereldrecord indoor-baanrijden en ze was de eerste vrouw die de gele trui droeg in de Tour de France voor vrouwen.

World Road Champion 1991 – Leontien van Moorsel,  CC 2.0 Brian Townsley

Leontien van Moorsel

Leontien van Moorsel begon haar wielercarrière eind jaren 80. Ze behoorde lange tijd tot de beste wielrensters ter wereld. Van Moorsel zette een punt achter haar wielercarrière tijdens de Olympische Zomerspelen in Athene in 2004. Ze werd 6 keer Sportvrouw van het Jaar. De titel ‘beste Nederlandse renner aller tijden’ kreeg zij in 2003.

Marianne Vos

Marianne Vos werd in 2006 wereldkampioene veldrijden. Zij was dat seizoen ook al Europees kampioene en werd wereldkampioene op de weg. Veel titels volgden. In 2013 behaalde Vos de titel ‘Sportvrouw van het jaar’. Op 1 februari 2014 werd ze voor de zevende keer (waarvan zes keer op rij) Wereldkampioene Veldrijden.

Toerfietsen

Aletta Jacobs was een liefhebster van fietsen. Zij en haar man C.V. Gerritsen maakten in de zomer van 1898 een fietstocht door Engeland en Schotland. In ‘Op reis per rijwiel‘ en in de Herinneringen van Aletta Jacobs wordt van de tocht verslag gedaan. In 2012 verscheen er een dagelijkse blog aan de hand van deze herinneringen. Deze werden geplaatst in pas met de etappes van de Tour de France van dat jaar.

Lees verder:

Delen:

Gerelateerde artikelen