Istanbul Conventie in werking getreden
Vandaag, op 1 maart 2016, treedt voor Nederland de Istanbul Conventie in werking, het verdrag van de Raad van Europa over de preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. De conventie vormt een mijlpaal in de internationale regelgeving omdat dit het eerste verdrag in Europa is waarin wordt vastgelegd dat de aanpak van geweld tegen vrouwen én van huiselijk geweld gendersensitief beleid vereist. Dit betekent dat er binnen de bestrijding van het geweld aandacht moet zijn voor de bredere context waarin het geweld wordt gepleegd en waarin ongelijke machtsposities van vrouwen een cruciale rol kunnen spelen.
Verplichtingen
Het verdrag brengt voor ondergetekende regeringen specifieke verplichtingen met zich mee op verschillende bestuurlijke niveaus. Een groot aantal hiervan heeft betrekking op de preventie van (terugkerend) geweld, zoals:
- gendersensitiviteitstrainingen voor betrokken professionals
- bewustwordingscampagnes
- behandelprogramma’s voor plegers en empowerment-programma’s voor slachtoffers
Centraal in het verdrag staat de bescherming en voorlichting van slachtoffers. Een belangrijke maatregel is het huisverbod, dat de politie in staat stelt een pleger tijdelijk uit huis te plaatsen bij acuut gevaar. Daarnaast dient het slachtoffer toegang te hebben tot informatie over haar rechten en hulpinstanties. Regioplan, Atria en Movisie voeren in opdracht van de overheid momenteel het project ‘Follow up. Genderscan aanpak huiselijk geweld’ uit en dragen zo bij aan een gendersensitieve aanpak van huiselijk geweld.
Omvang geweld
De omvang van gendergerelateerd geweld tegen meisjes en vrouwen is één van de belangrijkste indicatoren van de status quo van het emancipatieproces. Begin 2014 verscheen het onderzoeksrapport Violence against Women van de European Union Agency for Fundamental Rights (FRA), dat voor het eerst een gedegen vergelijkend beeld geeft van de schaal waarop vrouwen en meisjes in de Europese Unie te maken hebben met geweld. Uit een analyse van de FRA-cijfers door Atria blijkt dat vrouwen bij uitstek thuis en in de privésfeer niet veilig zijn. Bijna de helft (45%) van de ondervraagde Nederlandse vrouwen geeft aan ooit in hun leven (vanaf hun 15e jaar) een vorm van fysiek huiselijk of seksueel geweld te hebben meegemaakt. Deze cijfers onderstrepen de noodzaak van een gendersensitief beleid.
Caribisch Nederland
De regering onderzoekt welke uitvoeringswetgeving nodig is om de Istanbul Conventie ook in Caribisch Nederland te laten gelden. De ernst en omvang van de problematiek op het terrein van huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen en meisjes is hier groot. Het is van belang dat het verdrag ook in dit deel van Nederland spoedig wordt geïmplementeerd. Nu gelden in Caribisch Nederland al de verplichtingen die uit – onder meer – het VN-Vrouwenverdrag en het Kinderrechtenverdrag voortvloeien.