In zedenzaken is strafrecht vaak een botte bijl

Me Too #metoo

In de media over seksuele intimidatie berichten heeft zeker zin, want een juridische weg is niet zo geschikt, betoogt Renée Römkens in Trouw.

Het effect van het schandaal rondom filmmagnaat Harvey Weinstein markeert een kantelpunt. Sinds vrouwen gehoor vonden in de media voor hun ervaringen met seksuele intimidatie, nemen ze zelf het woord via sociale media. Dat is niet eerder gebeurd. De stroom ervaringsverhalen van vrouwen – en een groeiend aantal mannen – gaat ongetwijfeld nog lang door. Dat is winst. Men is de schaamte voorbij. Ook het aantal aangiftes stijgt.

#MeToo is geen hype maar hyperrealiteit. Nederland kent zijn eigen variant. Job Gosschalk geeft toe jarenlang acteurs, die voor hun carrière afhankelijk waren van hem, seksueel te hebben lastiggevallen. Seksuele intimidatie lijkt niet langer pech maar plaag. Niet verwonderlijk dat in het debat dramatische metaforen rondgaan.
In de mengeling van verbazing, verontwaardiging, ridiculisering en bagatellisering vallen twee patronen op.
Allereerst onwetendheid: de feiten over ernst en omvang blijken voor velen onbekend. Ze worden dus geframed als nieuws. Helaas. Het is oud nieuws. Sinds de jaren tachtig blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat ‘ongewenste intimiteiten‘, zoals het eufemistisch werd genoemd, tegen vrouwen veel voorkomen èn gezondheid en loopbaan ernstig kunnen schaden. De EU verplicht sinds 2002 alle lidstaten om inzake sexual harassment wettelijke maatregelen te treffen. Nog in 2014 bleek uit onderzoek van het EU Fundamental Rights Agency dat van alle vrouwen die ooit door iemand seksueel zijn lastig gevallen (74 procent) bij een derde een collega de pleger was. Bijna een kwart van alle ondervraagden vond verkrachting onder bepaalde omstandigheden acceptabel.
Die onderzoeksresultaten kregen destijds nauwelijks media-aandacht. Geen glamour: het gaat om tienduizenden ‘gewone’ vrouwen. Cijfers worden een abstractie. Geweld op grote schaal roept bovendien afweer op: zoveel geweld dichtbij verdringen we liever. Nu bekend wordt dat het ook (bekende) mannen treft, verhoogt dat de nieuwswaarde. Die blijkt echter sekse-selectief. Waar misbruik van mannen alle aandacht krijgt, roepen verhalen van vrouwen op #MeToo al vermoeidheid en ergernis op. De dubbele seksuele moraal blijkt hardnekkig, ook in aandacht voor seksueel slachtofferschap.

Omkering

De constructie van seksuele intimidatie als nieuw probleem gaat in de tweede plaats samen met een juridisering van het probleem. In het debat figureert de waarheidsvraag prominent. Wordt iemand onterecht aan een schandpaal genageld? Een terechte vraag, zeker bij een herkenbare beschuldiging. In de praktijk blijkt de vraag echter vaak retorisch en opmaat voor de suggestie dat het slachtoffer jokt, klikt of overdrijft. Het negatieve oordeel over slachtoffers staat voorop. Het probleem zelf en de plegers, mannen die seksuele beschikbaarheid afdwingen van ondergeschikten, schuift naar de achtergrond. Een bekende omkering bij dit fenomeen.

De oproep van het OM aan slachtoffers om aangifte te doen is opmerkelijk. Soms is dat nodig. Onderzoek heeft echter aangetoond dat het strafrecht onvermijdelijk een botte bijl is in zedenzaken. Met die goed bedoelde oproep wekt het OM verwachtingen die het niet kan waarmaken. Voor slachtoffers is een rechtsgang extreem belastend en vaak teleurstellend. Engels onderzoek laat zien dat bij verkrachting veel vrouwen afzien van aangifte (te belastend). Een groot deel van de aangiftes wordt geseponeerd (gebrek aan bewijs). Van de zaken die voor de rechter komen eindigt het spreekwoordelijke topje van de ijsberg in een veroordeling.

Erkenning

Het strafrecht is nodig als ultiem middel. Maar in zedenzaken biedt het niet per se de meest geschikte route naar rechtsherstel. #MeToo is niet gericht op het behalen van juridisch gelijk. Dit podium is gezocht voor sociale erkenning van onrechtvaardigheid. Dat is een historische omslag, ingezet door de vrouwenbeweging die dit geweld eerder agendeerde als maatschappelijk probleem.Seksuele intimidatie gaat over tradities waarin mannelijkheid de norm is en vrouwelijkheid per saldo daaraan ondergeschikt wordt. Machtsongelijkheid en afhankelijkheid in organisaties met mannen aan het roer vormen perverterende voorwaarden die seksuele intimidatie mogelijk maken. Het probleem is oud, bekend en hardnekkig. Als de mediastorm luwt, is het probleem niet voorbij. Laten we met elkaar in gesprek blijven over de morsige mores over mannelijkheid, seks en macht en respect. #MeToo is pas het begin.

Renée Römkens is directeur van Atria en bijzonder hoogleraar gendergerelateerd geweld aan de Universiteit van Amsterdam

Geweld tegen vrouwen: feiten en cijfers

Delen:

Gerelateerde artikelen