Herstory – Collectief verheugen
Beeld: De drie dames van Paarse September, fotograaf: Chris Voets, 1972, Collectie IAV-Atria
Selfcare, selfies en self-made. Er is tegenwoordig veel aandacht voor je positie als individu. En terecht. Het is goed dat het vieren van jezelf en trots zijn op je eigen resultaten meer ruimte krijgt. De vrouwen van de ‘tweede feministische golf’ lieten de zelfstandige ‘ik’ vallen en streden samen voor een gelijkwaardige toekomst. Samen discussiëren, samen vechten en vooral samen oplossen. Wat is een collectief en wat is haar kracht?
Een collectieve beweging
De ‘tweede feministische golf’ wordt gemarkeerd door de oprichting van de politieke actiegroep Man Vrouw Maatschappij (1968) en de ludieke actiegroep Dolle Mina (1969). Vanaf dan zetten zowel mannen als vrouwen zich in voor het verbeteren van de positie van de vrouw. Dit werkt niet voor iedereen. Dolle Mina en Man Vrouw Maatschappij werd verweten dat binnen ‘gemengde’ organisaties, mannen het alsnog voor het zeggen hadden. Marjan Sax in de Atria YouTube-serie Feministen die Wisten:
‘Dus voor de vrouwenbeweging was het echt een punt om te zeggen: wij doen het nu met alleen vrouwen, we hebben die mannen niet nodig. En die mannen – die het altijd overnemen, want dat gebeurt bijna altijd – die hoeven nu eventjes niet. Wij doen het zelf.’
Voor verschillende groepen vrouwen is het – om actuele termen te gebruiken – tijd voor een nieuwe bestuurscultuur. Namelijk: een bestuurscultuur zonder bestuur. Een groep zonder leiders. Waar alles samen wordt besloten, uitgevochten en georganiseerd. Een groep van en vóór vrouwen. Het is tijd voor een collectief.
Hersens en huizen kraken
Veel vrouwencollectieven ontstonden in een vrouwenhuis. Bijna elke grote stad in Nederland had er één in de jaren 70. Destijds was er in Nederland (net als nu) een woningcrisis. Kraken was de manier om een locatie te krijgen voor activistische initiatieven. Het Vrouwenhuis aan de Herengracht in Amsterdam, in 1973 gekraakt door het Vrouwen Krakerscollectief, was zo’n plek.
De vrouwenhuizen waren broedplaatsen voor verschillende initiatieven. Vrouwen kwamen samen om ervaringen uit te wisselen in vrouwenpraatgroepen, kregen karatelessen of namen het initiatief om een eigen café te openen. Vanuit de vrouwenhuizen ontstonden ook verschillende collectieven, ieder met een eigen doel of thema. Informatie werd verspreid via Vrouwenkranten, ‘met de hand gestencild: voor 35 centen’. Naast artikelen en ervaringsverhalen was er in de Vrouwenkrant ook ruimte voor poëzie, gedichten en proza.
Vrouwenvoornemenslied
[…]
We gaan het gezag onteren
We gaan veel meer leren
We gaan banken oplichten
[…]
We gaan hardop boeren
We gaan kroegen lopen
We gaan stadions slopen
We gaan met vrouwen vrijen
We gaan op drie-tonners rijen
We gaan het gezin ontwrichten
We gaan vrouwenhuizen stichten
We gaan in het donker op de straten
We gaan ons beschermen met karate
We gaan vuren laten laaien
We gaan onrust zaaien
We gaan
Uit: Vrouwenkrant, nummer 10, 1974
Communicatief collectief
Op oudejaarsavond in 1973 proostten vier vrouwen niet alleen op het nieuwe jaar, maar ook op een nieuwe uitgeverij. In het Amsterdamse Vrouwenhuis ontstond uitgeverij De Bonte Was. De oprichters wisten als geen ander hoe cruciaal de media waren in het verspreiden van hun feministische ideeën. Ze waren niet alleen creatief maar ook inventief: met een oude stencilmachine en een stapel papier gingen ze aan de slag.
Als collectief besluit de Bonte Was om niet alleen samen boeken uit te geven, maar ook om samen te schrijven. Hun eerste boek is een verzameling van artikelen en ervaringen van vrouwen van verschillend pluimage. Gedreven door anti-leiderschap wordt er geschreven onder een pseudoniem. ‘En ze leefden nog lang en gelukkig…’ verscheen in 1974 en gaat over het huwelijk en ‘de verwachtingen ervoor en de teleurstellingen erna’. Het boek blijkt een groot succes: er worden 20.000 exemplaren verkocht.
Al gauw volgen meer feministische uitgeverijen, zoals Uitgeverij Sara en Uitgeverij Atalanta. De vrouwen hadden controle over het hele communicatieproces: ze schreven, drukten en publiceerden wat ze wilden. Zij creëerden een wereld waarin zij zelf de baas waren over het geschreven woord.
Inge uit Haarlem en Rieke van de Amsterdamse vrouwendrukkerij Virginia drukten in maart 1980 de anarchistische ‘Zwarte Tarantula‘. De anarchistische vrouwenkrant kwam onregelmatig uit, had een wisselende landelijke redactie en elk nummer had een andere naam. .
Collectief radicaal
Het is niet alleen maar gezellig in het Vrouwenhuis Amsterdam. Dat kan ook niet. Er is soms ruzie en onbegrip. Noor van Crevel is ontevreden over bestaande organisaties en actiegroepen en gaat op zoek naar medestanders. Ze plaatst samen met een vriendin een contactadvertentie in Vrij Nederland:
“2 vriendinnen, het COC en andere kontakt- en opvangmogelijkheden beu (kontakt maak je er niet, opvang is niet ons probleem en anyway they do a male thing) zoeken vrouwen van 18-95 jaar, al dan niet met ideeën, om te komen tot een hip en pienter sfeertje.” (1971)
De reacties stromen binnen. Samen met Nel Hermans, Maaike Meijer en Stephanie de Voogd vormt Noor van den Crevel de radicale actiegroep Paarse September. Na de oprichting volgt al gauw de eerste editie van hun ‘alternatieve vrouwenkrant’, die dezelfde kleurrijke naam draagt.
Paarse September beschouwt bestaande feministische groepen en organisaties als ‘zoethoudertjes en lapmiddelen’ voor de instandhouding van ongelijkheid. Ze mengen zich daarom met gestrekt been in discussies over het patriarchaat. Ook Opzij moest het ontgelden. In het derde nummer van Paarse September wordt Opzij vermorzeld als ‘schijn-feminisme’. Bovendien verwijten de radicaal-lesbische feministen dat het blad meedoet aan het ‘neo-kapitalistische systeem’. Paarse September was luid en zocht de grenzen op, of ging daar soms expres overheen. Na 2 jaar actievoeren zijn ze er klaar mee en gaan ze in hun laatste nummer met hun blote billen (‘m’n reet’) op de foto. Ze willen ruimte maken voor nieuwe radicaal-lesbische feministen.
Blijf van mijn lijf
En Noor van Crevel? Die is nog lang niet klaar. Boos op het patriarchaat en strijdbaar om geweld tegen te gaan, start zij samen met vijf andere vrouwen in 1974 stichting Blijf van mijn Lijf. Zonder enige financiering van de overheid of gemeente zorgden Martine van Rappard, Anita Aerts, Betty Vinken, Marga van Rijen en Grietje Bosma samen met Van Crevel voor een veilig opvanghuis in Amsterdam.
‘Mishandeld door man of vriend, je kunt weg als je wilt’, zo stelden de eerste flyers. De stichting wilde veilig onderdak bieden aan mishandelde en met mishandeling bedreigde vrouwen en hun kinderen. Met het huis hoopte Blijf van mijn Lijf ook meer aandacht te vragen voor vrouwenmishandeling. Dat was namelijk het gevolg van een reeks falende maatschappelijke structuren en instituties en niet het resultaat van een individueel relatieprobleem, aldus de stichting. Het ‘huis voor mishandelde vrouwen en kinderen’ bood op de eerste plaats veiligheid: In het huis kunnen ze zichzelf en elkaar helpen. Want ‘vrouwen zijn kapabel genoeg om hun problemen onder ogen te zien en zelf aan oplossingen te werken’, aldus het persbericht uit 1974. Al snel volgden Blijf-huizen in onder anderen Rotterdam, Delft, Nijmegen, Alkmaar, Vlissingen, Zaanstad en Utrecht. Dankzij Blijf belandde geweld binnenshuis voor het eerst op de maatschappelijke en politieke agenda.
50 jaar Blijf van mijn Lijf
Met de komst van Blijf van mijn Lijf kwam er bijna 10 jaar na oprichting aandacht voor seksueel geweld in zowel de privésfeer als het openbaar. Een belangrijke ontwikkeling: in beleid was voorheen enkel aandacht voor laatstgenoemde. Taboes over de beschermde positie van het gezin werden doorbroken en de overheid erkende de sociale ongelijke positie van vrouwen. Het leidde tot overheidsinterventie: er kwamen publieke bewustwordingscampagnes en financiering voor opvang en zorg.
Tot op de dag van vandaag is opvang voor mishandelde vrouwen en kinderen helaas nog steeds nodig. De band Metallica doneerde in 2022 tijdens hun optreden in Nederland nog een aanzienlijk bedrag aan de stichting. De Blijf-groep ‘viert’ in 2024 haar 50-jarig bestaan.
Collectieve kracht
Collectieven bestaan gelukkig nog steeds. Van krakers tot milieuactivisten en van feministen tot antiracisten. Activisten weten elkaar nog steeds te vinden, misschien wel makkelijker en internationaler dan ooit sinds de komst van social media. Waar er vroeger aparte actiegroepen en collectieven waren voor specifieke thema’s, wordt er tegenwoordig steeds vaker collectief gedemonstreerd tegen allerlei vormen van ongelijkheid. Leuzen als ‘no climate justice without gender justice’ en ‘feminism without intersectionality is just white supremacy’ pronken op de borden tijdens de Feminist March in maart. Wat denk jij: is zo het doel van actiegroepen als Paarse September en het Vrouwen Krakers Collectief bereikt?
Bronnen:
- Zusterschap en daarna, De bonte was (1982)
Over de geschiedenis van het radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant - Paarse September: een documentaire, Maaike Meijer, In: Goed verkeerd: een geschiedenis van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen in Nederland, 1989, p. 183-198
- “Vlinders, kom uit je kokon!” Ontwikkelingen in de vrouwenboekbeweging van de tweede feministische golf weerspiegeld in de activiteiten, Inge van Vught, 1980, Uitgeverij Atalanta
- Brusterschap (memoires, artikelen 1971-1997), Anneke van Baalen, 2003, Uitgeverij De Bonte Was
- www.vrouwenvannuvoorlater.nl
Auteurs: Sanne Brands en Milou Bollen
Herstory is een samenwerking tussen Atria & Opzij. Dit artikel is eerder gepubliceerd in Opzij, december 2023. Verhalen uit de vrouwenarchieven halen we in deze rubriek uit de onzichtbaarheid.
In dit artikel zoomen we in op een paar collectieven uit de ‘tweede feministische golf’ (Vrouwenhuis Amsterdam, Paarse September en Blijf van Lijf). Maar er waren nog veel meer collectieven. Lees bijvoorbeeld een eerdere verschenen Herstory: Alles over de Turkse vrouwenbeweging in Nederland