Til Brugman – biografie

biografie rode boekenkasten in bibliotheek atria

Til Brugman werd geboren als oudste dochter in een welgesteld, streng katholiek gezin. Van haar vader erfde zij de literaire begaafdheid en het talent voor talen; van haar moeder, zeer geestdriftig katholiek, de wilskracht en de principiële levenshouding. De principes van de dochter stonden echter haaks op die van de moeder, wat van begin af aan tot conflicten leidde.

Wie: Til Brugman
Geboortedatum: 9 december 1888
Geboorteplaats: Amsterdam, Nederland
Sterfdatum: 24 juli 1958
Plaats van overlijden: Gouda, Nederland
Alternatieve naam: Mathilda Maria Petronella Brugman

Het leven van Til Brugman

In 1917 verhuisde Til Brugman naar Den Haag, waar zij ging samenwonen met de zangeres Sienna Masthoff. Brugman verdiende de kost als handelscorrespondente, en later als particulier lerares vreemde talen. Ze begon met het schrijven van klankgedichten, daartoe geïnspireerd door internationale avant-gardekringen waarin ze inmiddels verkeerde. De schilder Piet Mondriaan had zij al rond 1908 leren kennen in Amsterdam. Later kwam zij via hem in contact met andere Stijl-kunstenaars. De klankgedichten van Til Brugman zijn gebaseerd op de Stijl-principes.

In 1926 leerde Til Brugman de Duitse dadaïste Hannah Höch kennen, met wie zij ruim negen jaar samenleefde. Onder haar invloed begon Brugman met het schrijven van grotesken, een binnen het dadaïsme geliefd genre dat gekenmerkt wordt door vermenging van het ernstige met het komische, het realistische met het fantastische. Zij schreef deze grotesken eerst in het Nederlands en vanaf 1929 – toen zij met Höch naar Berlijn verhuisde – ook in het Duits. In 1936 gingen Til Brugman en Hannah Höch uit elkaar.

In de zomer van 1939 keerde Brugman terug naar Nederland, samen met haar nieuwe, negentien jaar jongere vriendin, Hans Mertineit-Schnabel. Deze dochter van een in Amsterdam gevestigde Duitse fabrikant was in Berlijn werkzaam als lerares bij de Nederlandsche Bond in Duitschland. Brugman en Mertineit betrokken een flatje in de Amsterdamse Rivierenbuurt, maar moesten daar tijdens de Duitse bezetting wegens hulp aan joden en verzetsmensen vertrekken. Zij doken onder in het gehucht Breukelerveen.

Na de bevrijding zwierven Brugman en Mertineit een tijdlang heen en weer tussen Amsterdam, Breukelerveen en Den Haag. In 1948 vestigden zij zich uiteindelijk permanent in een klein houten vakantiehuisje aan de Reeuwijkse plassen. Brugman – die sinds 1937 aan een chronische nierziekte leed, waar in 1946 nog angina pectoris bijkwam – schreef meestal in haar bed voor het raam, uitkijkend over de plas.

Publicaties van Til Brugman

Omdat Til Brugman zich had voorgenomen vóór haar vijftigste geen werk van enige omvang te publiceren, maar ook omdat ze eerder geen uitgever vond, verscheen pas in 1946 – het jaar waarin Brugman 58 werd – bij De Bezige Bij haar eerste roman, ‘Bodem. Marcus van Boven, Gods knaap’. Het rigide katholicisme uit haar kindertijd heeft er duidelijk zijn sporen in nagelaten: het boek is doordrenkt van een zware, benauwende sfeer van zondebesef en boetedoening. Dat deze roman geschreven is door een vrouw die deel uitmaakte van de avant-garde is op het eerste gezicht moeilijk voorstelbaar. Na ‘Bodem’ volgden de publicaties elkaar in snel tempo op, waarbij ook de diversiteit van haar werk opvallend is: kinderboeken, novellen, documentaire romans en een cultuurgeschiedenis van de kat.

Bronvermelding: Slob, Marleen: “De mensen willen niet rijpen, vandaar” : leven en werk van Til Brugman. Amsterdam : Vita (Erfgoed), 112p. bibl.
Website: http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn5/brugman en https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=brug014
Publicaties van:
– Bodem. Marcus van boven. Gods knaap. Amsterdam, De Bezige Bij, 1946.
– Tijl Nix de tranendroger. Amsterdam, 1948.
– Wiben en de katten. Amsterdam/Antwerpen : Wereldbibliotheek,1951
– De Zeebruid , Amsterdam/Antwerpen : Wereldbibliotheek,1956
– 5 klankdichten, Heemstede : Lojen Deur Pers 1981
– Het werk van Josepha Mendels, In: Vriendschap 5(1950) juli, p.10-11 (geschreven onder pseudoniem Tilo)
– Olivia door Olivia, In: Vriendschap 7 (1952) jan. p.10-11 (geschreven onder initiaal T)
– Schoonheid van industriële producten (over W.H. van Gispen ), In: Kroniek van Kunst en Kultuur 13 (1953) 5, p.116-117
Literatuur over: Til Brugman, Hannah Hoch In: Lust & Gratie 19 (1988) p. 6-100
Gioia Smid [et. al.] Dames in Dada : het aandeel van vrouwen in de DADA-beweging. 1989: Amsterdam: Stichtng Amazone. 137p.

Delen:

Gerelateerde artikelen