Herstory – Vechten tegen de klimaatcrisis kan niet zonder vrouwen

aantal vrouwen houden kleding voor zich met op de grond een stapel tweedehands kleren

Foto uit 1983, uit een persbeeldbank, met bijschrift: ‘Het kopen van tweedehands kleren is tegenwoordig weer erg in trek’, fotograaf: Rob Bogaerts / Anefo. Nationaal Archief, CC0. Collectie IAV-Atria, public domain.

Anno 2023 is het klimaatvraagstuk niet meer weg te denken uit kranten en talkshows. Ook bij vrouwenbewegingen speelt klimaatactivisme een prominente rol. Die rol lijkt misschien nieuw, maar al in de jaren 70 en 80 waren vrouwenorganisaties zeer betrokken bij ‘het milieuvraagstuk ’. En dat lang voordat het probleem hoog op de politieke agenda stond. Wat is hun verhaal?  

Op 29 november 1985 komen zes vrouwen samen in de Thorbeckestraat in Zaltbommel. Samen heffen zij het glas op de allereerste bestuursvergadering van de in 1984 opgerichte Stichting Milieukwartet. Het doel: “Vrouwen bewust maken van de milieuproblematiek als lid van een vrouwenorganisatie en als mens die zich verantwoordelijk voelt voor de samenleving”, zo stellen ze zelf. Daarmee is Stichting Milieukwartet (later: Centrum Vrouw en Milieu) één van de eerste vrouwenorganisaties die zich specifiek bezig houdt met milieuproblematiek.  

Niet één voor één

Vrouwenongelijkheid en het klimaatprobleem liggen in elkaars verlengde. Klimaatactivisten dragen de vrouwenbeweging vaak een warm hart toe en vice versa. Dit alles vanuit het idee dat verschillende maatschappelijke problemen dezelfde oorzaken kennen. Zoals de Canadese publiciste en activiste Naomi Klein recent nog in The Guardian liet optekenen:

“We leven in een tijd van meerdere, overlappende crises: we kampen met een gezondheidscrisis, een woningcrisis, een ongelijkheidscrisis, een raciale ongelijkheidscrisis en een klimaatcrisis, en we komen niet verder als we ze allemaal één voor één proberen te bestrijden.” 

Nederlandse vrouwenorganisaties uit de jaren 80 en 90 wisten ook dat je milieu- en vrouwenzaken niet los van elkaar kon zien.  

(Onder)scheiden

Stichting Milieukwartet organiseerde voorlichtingsbijeenkomsten om zo het bewustzijn over het milieu bij (huis)vrouwen te vergroten. De focus lag op handelingen die vrouwen in hun eigen omgeving konden doen ten behoeve van het milieu. Denk aan voorlichting over het scheiden van afval, het kopen van milieuvriendelijke producten en je inzetten voor een leefbare omgeving.

‘Met onze voorlichting hopen we de vrouwen zo ver te krijgen, dat iedere bakker gek van ons wordt omdat we allemaal om papieren zakken vragen, alle plastic zakjes weigeren, komkommers uit het plastic verlossen, spuitbussen vermijden en alle schillen weer op een hoop gaan gooien.’
Henny Polderman, lid van Milieukwartet (Eendrachtbode, 28 januari 1988)

Hiermee onderscheidde Milieukwartet zich van ecofeministen uit de jaren 70. Zij beschouwden vrouwen niet alleen als slachtoffer van milieuproblemen, maar ook als mensen die zelf invloed hebben op het oplossen van milieuvraagstukken.

Wat is ecofeminisme?

Sommige vrouwenorganisaties die zich bezighouden met klimaat noemen zichzelf ‘ecofeministen’. Het traditionele ecofeminisme gaat uit van een verband tussen de kapitalistische exploitatie van de natuur en onderdrukking van vrouwen. De beweging verzet zich tegen een dualistische kijk op de wereld waarin man en vrouw, mens en dier en cultuur en natuur strikt gescheiden worden. Die dualistische kijk zou ‘rationele’ mannen legitimeren om ‘emotionele’ vrouwen, die dichter bij de natuur zouden staan, te onderdrukken. Lang niet alle vrouwenorganisaties vereenzelvigen zich met dit ecofeminisme. Er is namelijk ook kritiek op het volgens sommigen essentialistische idee dat vrouwen dichter bij de natuur zouden staan dan mannen. Huidige ecofeministische bewegingen houden er dan ook soms andere opvattingen op na. 

affiche met zwarte tekst op middenbruin papier

Affiche Vrouwen versieren ‘t, ontwerper onbekend, 1975. Collectie IAV-Atria

Milieuschadelijke weggooiverpakkingen

Vrouwenbewegingen namen in de jaren 70 en 80 een leidende rol in de bestrijding van milieuproblemen. ‘Vrouwen versieren ‘t’, pronkt op een affiche uit 1975. Dat jaar organiseerde milieuactiegroep Alle Hens op 31 januari in Bussum een informatieavond over recycling. De actiegroep, zo was te lezen in een NRC-artikel aan de vooravond van de bijeenkomst, zette zich in voor een ‘reddende kringloopeconomie’ en organiseerde acties om hergebruik van afvalmateriaal zoals glas, papier en blik te promoten. De drijvende kracht achter de actiegroep was oud-reclametekstschrijver Margaret Benning. Ze zag het als haar voorlichtingstaak om mensen – jong en oud – te bewegen beter om te springen met hun grondstoffen. Zo slaagde ze erin om samen met middelbare scholieren uit Leidschendam de gemeente te interesseren voor een proef om afval te scheiding. En eind 1973 baarde ze opzien door bij de jeneverfabriek van Bols te verschijnen met een auto vol lege jeneverflessen – die flessen waren niet kapot te krijgen, dus waarom zou je ze maar één keer gebruiken? Tijdens de informatieavond in Bussum deelde Alle Hens een Koopwijzer uit, om “kopende huisvrouwen en –mannen houvast te geven in de doolhof van milieuschadelijke weggooiverpakkingen” (NRC, 30 januari 1975).  

wit affiche met paars vrouwenteken met daarin een kaart van de wereld en daarboven aankondiging van de konferentie

Affiche: Onze gemeenschappelijke toekomst, ontwerper onbekend, 1988. Collectie IAV-Atria

Duurzaam strijdlied

Vrouwenbewegingen organiseerden ook milieuconferenties die verder gingen dan de impact uitoefenen in huiselijke sfeer. Op de 6e Brede Vrouwenconferentie, op 12 november 1988 te Utrecht, werd betooogd dat milieuproblemen met name vrouwen trof. De conferentie werd bezocht door ruim 450 vrouwen, de organisatie zorgde voor kinderopvang. Doel was om vrouwen bewust te maken van de relatie tussen economie, aantasting van het milieu en armoede in Nederland en ‘de Derde Wereld’. Klarissa Nienhuys, chemicus en activiste die al sinds begin jaren 70 betrokken was bij vrouwenrechtenorganisaties én de milieubeweging, leidde de dag in.

Nienhuys was onder meer een belangrijk figuur in de succesvolle strijd tegen kernenergie. Tijdens haar voordracht in Utrecht pleitte zij voor verbetering van de positie van vrouwen en meer waardering voor biodiversiteit. Vredes-, vrouwen- en milieubewegingen moesten samenwerken, stelde zij. Sterker nog: Nienhuys noemde contacten tussen vrouwelijke activisten cruciaal om structurele veranderingen teweeg te brengen. Aansluitend bespraken de aanwezige vrouwen onderwerpen variërend van afval en straling tot het broeikaseffect, landbouw en het betrekken van mensen met lagere inkomens. Op de conferentie werd ook beleidsadvies gegeven. Er moesten strengere milieunormen komen voor lozing van milieugevaarlijke stoffen, huisvuil moest gescheiden opgehaald worden en vrouwen(organisaties) moesten meebeslissen in internationaal milieubeleid. Om die aanbevelingen kracht bij te zetten, werd tot slot het strijdlied ingezet.

Slotlied Zesde Brede Vrouwenconferentie, laatste couplet

(tekst: Kokkie Achterberg en Ineke van Zweden)

‘Wees zuinig op onz’ aarde
Die ieder voedt en draagt.
Want ’t schone dat zij baarde
Wordt verkwanseld en belaagd.
En wat de mens nog spaarde,
Wij roepen allen luid:
Bijf af van Moeder aarde
zij mag niet uitgebuit!’ 

Schuld van het systeem

Het affiche laat ook zien dat de focus van vrouwenbewegingen op klimaatproblematiek langzaam maar zeker verschoof. Stichting Milieukwartet richtte zich bij haar oprichting nog uitdrukkelijk op het individu. Zolang maar genoeg (huis)vrouwen zich bewust waren van hun rol in vervuiling, zou dit leiden tot een beter milieu en een schonere leefomgeving, zo was de gedachte. Maar zoals dat vaker gebeurt in activistische bewegingen, ‘het kapitalisme’ voor klimaatactivisten van nu en ‘het patriarchaat’ voor feministen, verschoof de focus van het individu naar het systeem. Zo ook bij de vrouw-en-milieu-beweging. Vanaf de jaren 90 komt naast aandacht voor milieuvriendelijke wasmiddelen en plasticvrije verpakkingen ook zichtbaar aandacht voor ‘klimaatrechtvaardigheid’ voor vrouwen. Specifieker nog: voor vrouwen die het hardst geraakt worden door klimaatverandering, bijvoorbeeld uit landen als Afghanistan, Pakistan, Bangladesh, Somalië, of Soedan. 

Een ramp voor vrouwen

Deze landen, ook wel het globale zuiden genoemd, worden het hardst geraakt door de gevolgen van de klimaatcrisis. Dat treft vooral vrouwen. Zij hebben minder middelen tot hun beschikking om zich aan te passen aan de door global warming veranderende omstandigheden en hebben minder inspraak in klimaatbeleid. Dat zien we terug in harde cijfers. Wereldwijd is 80% van de mensen die ontheemd raakt door klimaatverandering vrouw. Vrouwen hebben een grotere kans om hun inkomen te verliezen, geweld te ervaren of om te komen bij natuurrampen als gevolg van klimaatverandering. Daarnaast zijn vrouwen vaker afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen, zoals schoon drinkwater, die onder druk staan door het veranderende klimaat. De aandacht voor het globale zuiden gaat vaak gepaard met systeemkritiek. Het kapitalisme moedigt exploitatie van onze planeet aan en bevoordeelt westerse landen.

Emancipatie slecht voor het milieu?

De emancipatie- en klimaatbeweging staan aan dezelfde kant. Toch? Begin jaren 90 waren er zorgen binnen organisaties als de Emancipatieraad en Stichting Milieukwartet: emancipatie zou een negatieve impact op het milieu hebben. Als vrouwen vaker een baan hebben, dan zou dat bijvoorbeeld betekenen dat zij vaker met de auto naar het werk moeten – zeker als ze hun baan met zorgtaken combineren. De oplossing, volgens de Emancipatieraad, was om een beter openbaar vervoersysteem in te voeren. Daarmee is ook meteen een ander probleem opgelost, blijkt uit notities over een workshop van Stichting Milieukwartet uit 1989: “Verschuiving in het gebruik van vliegtuigen t.g.v. het openbaar vervoer zou ook veel luchtverontreiniging kunnen tegengaan.” 

Ook in Nederland

Ook hier heeft klimaatverandering een onevenredige impact op het dagelijks leven van diverse groepen vrouwen. Zo zijn er in Nederland meer alleenstaande vrouwen dan mannen, zij wonen vaker in slecht geïsoleerde (sociale) huurwoningen. Stijgende energieprijzen zijn voor hen dus extra belastend. Deze vrouwen hebben vaker te maken met energiearmoede. In de aanpak van de klimaatcrisis kan de representatie van vrouwen ook veel beter. Slechts 22% van de werknemers in de energie- en klimaatsector is vrouw. Ook in besluitvormende posities over klimaat staan vrouwen op achterstand. Bijvoorbeeld in de waterschappen, waarin na de verkiezingen van 2023 34% van de bestuurders vrouw is. De hoogste hoeveelheid ooit, maar nog verre van de helft. Daarmee staan vrouwen in de aanpak van een van de grootste uitdagingen van onze tijd grotendeels buitenspel.  

Blijf af van Moeder aarde

Bewegingen zoals Stichting Milieukwartet en Alle Hens boden vrouwen handvatten om hun eigen steentje bij te dragen aan een beter klimaat. Ook hielpen zij vrouwen om invloedrijke bestuursfuncties te bekleden en zouden ze altijd de belangen van vrouwen in het milieubeleid blijven benadrukken. Tot op de dag van vandaag strijden bewegingen als Fossil Free Feminists en Queers for Climate voor een diversere vertegenwoordiging van stemmen in het klimaatbeleid. Dat is nog steeds hard nodig. Want die invloed, aan de tafels waar grote besluiten worden genomen, is cruciaal. Wanneer iedereen een plek krijgt aan de onderhandeltafel, zorgen we ervoor dat het niet alleen óver vrouwen gaat die slachtoffer zijn van klimaatproblemen, maar kunnen zij ook meepraten over passende oplossingen. We moeten immers zuinig zijn op onze aarde. 

Tekst: Mickey Steijaert

Herstory is een samenwerking tussen Atria & Opzij. Dit artikel is eerder gepubliceerd in Opzij, maart 2023. Verhalen uit de vrouwenarchieven halen we in deze rubriek uit de onzichtbaarheid.

Lees verder:

Delen:

Gerelateerde artikelen