Van huishouden en geslacht
In een volle Lutherse Kerk, de aula van de Universiteit van Amsterdam, gaf Geertje Mak op 6 juli jongstleden haar intreerede. Zij werd op 1 september vorig jaar benoemd tot bijzonder hoogleraar Politieke Geschiedenis van Gender. Een leerstoel die door Atria’s rechtsvoorganger IIAV in 2009 in het leven is geroepen en sinds 2014 door de Wilhelmina Drucker Fundatie ondersteund wordt. Het was dan ook niet meer dan logisch dat ik vol verwachting de wandeling naar de Lutherse Kerk maakte op deze zomerse donderdagmiddag.
Geslacht
De titel van de oratie luidde Huishouden in Nederlands Nieuw-Guinea. Geschiedenis van geslacht op geslacht. Centraal in het betoog van Mak betoog stond het begrip ‘’geslacht’’. Een begrip dat meerdere betekenissen in de Nederlandse taal heeft en daarmee ook meerdere theoretische lagen aanboort in de gendergeschiedenis. In haar intreerede pelde Mak die betekenissen een voor een af aan de hand van de geschiedenis van de Nederlandse zending in Nederlands Nieuw-Guinea aan het einde van de negentiende eeuw.
Sekse
Als je van geslacht op geslacht in zijn letterlijke betekenis neemt dan kom je uit bij seks en seksuele voortplanting. Dat lijkt simpel maar is het niet aldus Mak. Zij stelt dat in alle samenlevingen seks in meer of mindere mate gereguleerd is en met taboes omgeven waarmee zo iets persoonlijks als seks tegelijkertijd ook politiek is. Tevens is door de loop der eeuwen de term sekse nauw verbonden met het andere kernbegrip uit haar rede, het huishouden.
Afstamming
Het begrip kent ook de betekenis van afstamming. Mak betoogde dat de Franse Revolutie een kentering betekende. Tot die tijd keek men terug en was het begrip gericht op afstamming en de bijbehorende lijn die in stand gehouden moest worden. Met andere woorden ‘tot welke familie behoorde iemand’. En daar zit gelijk al een gender component. In alle Westerse culturen verloopt de afstamming via de mannelijke lijn. Vrouwen zijn dus instrumenteel in deze opvatting van geslacht en er is sprake van een element van controle. In deze opvatting dient vrouwelijke seksualiteit maar één doel, namelijk het veilig stellen van de afstammingslijn. En dan wel op een dusdanige wijze dat de man (stamhouder) weet dat het nageslacht ook daadwerkelijk van hem is.
Natiestaat
Na de Franse Revolutie komen de natiestaten op en die hebben behoefte aan gezonde en productieve burgers, voor oorlogen en industrieën. Geslacht komt daarmee in het teken van reproductie te staan. Hierover zegt Mak: ‘Vrouwen staan in dit systeem opnieuw centraal: zij moeten niet alleen veel gezonde kinderen baren, maar hun moederschap moet er ook voor zorgen dat de nieuwe generatie opnieuw uit goede, bereidwillige arbeiders en soldaten bestaat en uit vrouwen die weer goede moeders willen worden.’
Ras
Tot slot heeft het begrip Geslacht nog een derde betekenis namelijk die van wat in het Engels zo mooi ‘Race’ heet. In het Nederlands het beste te vertalen als ras ook als heeft dat woord tegenwoordig een negatieve klank. Het woord ras verwijst, aldus Mak, naar zowel afstamming als sekse. Want ras impliceert immers een voortgaande lijn, met een herkomst en een toekomst met een biologische component maar ook een maatschappelijk culturele. En daarmee is het een intersectioneel woord omdat het vele snijvlakken kent en dus een goed begrip op de politieke geschiedenis van gender mee te duiden.
Nederlandse zending
Mak paste het centrale thema van haar rede ‘’van geslacht op geslacht’’ toe op de Nederlandse kolonisatie van Nieuw-Guinea in het algemeen en die van de koloniale visie op het huishouden in het bijzonder. Deze kolonisatie wordt gekenmerkt door enerzijds de zending, de kerstening van de lokale bevolking teneinde het koloniale gezag te versterken. En anderzijds de jacht op paradijsvogels, voor de dameshoeden uit de negentiende eeuw, met zijn ontwrichtende gevolgen. De koloniale politiek was een van meten (letterlijk) en weten met groteske gevolgen aldus Mak. Zij concludeerde dat het koloniale gezag en de koloniale kennishonger heel diep door drong in de intieme levenssfeer van de Papoea bevolking. Waarbij de vraag hoe dit mogelijk was de centrale onderzoeksvraag is waar Mak de komende jaren, met haar studenten nader onderzoek naar zal verrichten. Onderzoek waarbij ongetwijfeld de link met de vrouwenbeweging uit de negentiende eeuw ook onder de loep genomen zal worden. Onderzoek ook waar Atria, als initiator van deze bijzondere leerstoel, zeer naar uitkijkt. Hierbij spreek ik dan ook de trotse hoop uit nog veel van deze bijzonder hoogleraar en haar onderzoek te mogen horen.
Antia Wiersma woonde de oratie van professor Geertje Mak bij. Zij was tot 1 oktober 2017 manager Collecties, Onderzoek & Advies bij Atria.