Aletta van Nu: Maite Karssenberg
Maite Karssenberg heeft onlangs de Johanna Naberprijs 2016 gewonnen voor haar onderzoeksmasterscriptie Een onweerstaanbaar dubbelleven: de ontwikkeling van Geertruida Kapteyn-Muysken als intellectueel in Londen 1880 – 1900. Zij is programmamaker voor academisch-cultureel podium SPUI25. Daarnaast is ze lid van de redactie van online tijdschrift voor kunst en journalistiek Hard//Hoofd.
Geertruida Kapteyn-Muysken is me heel dierbaar geworden. Ze verdient een plekje in de geschiedenis, ze is een ongelooflijk stoere, internationaal georiënteerde vrouw.
Waarom heb je voor Geertruida Kapteyn-Muysken gekozen als onderwerp voor je scriptie?
Ik kwam Geertruida Kapteyn-Muysken bij toeval op het spoor. In 2012 werkte ik bij het Huygens Instituut voor Nederlandse geschiedenis om voor een project het correspondentienetwerk van Albert Verwey in kaart te brengen. Daarvoor las ik veel brieven en verzamelde basale informatie over de personen met wie hij correspondeerde. Eén brief was ondertekend met ‘Truus Kapteyn’. Ik was meteen gefascineerd. Er was weinig over haar bekend en ik vond maar één biografische schets. Over haar besloot ik mijn onderzoeksmasterscriptie te schrijven.
Je scriptie gaat over haar jaren in Londen, waarom deze focus?
Ik vond het archief van Geertruida Kapteyn-Muysken bij Atria. Het was best veel, een archief van één meter, met allerlei informatie. Minutieus heb ik het doorgebladerd en stuitte toen op inventarisnummer 53, een aantal dikke schriften. Dit bleken haar dagboeken te zijn. Ik raakte gefascineerd door de persoonlijke ontboezemingen van Kapteyn-Muysken. Mijn scriptie gaat over haar jaren in Londen (1880 – 1900), de periode waar de dagboeken over gaan. Een tijd ook die gekenmerkt wordt door een grote omslag in haar leven: ze verhuisde in één jaar niet alleen van Nederland naar Londen, maar trouwde ook en kreeg haar eerste kind.
Kun je iets vertellen over haar tijd in Londen?
Londen was in die tijd de grootste stad van de wereld, enorm bruisend. Kapteyn-Muysken kwam daar terecht als dochter van de burgemeester van Hillegom. Ondanks dat ze zich ook over haar kinderen moest ontfermen, wist ze zich volledig te ontplooien. Ze bezocht allerlei clubs in Londen en woonde vele lezingen, debatten en discussies bij. Ze bezocht onder andere de Pioneer Club, de meest radicale vrouwenclub van Londen met – heel bijzonder – een rookkamer voor vrouwen.
Het motto van mijn scriptie, ‘De grootste vrijheid en kracht zit niet in ageren tegen het nee, maar het scheppen van een ja’, past heel goed bij Kapteyn-Muysken. Feministen die bekender zijn, benadrukten vaak hoe het niet moest. Kapteyn-Muysken was bezig met het zelf creëren van een alternatief.
Waarover schreef Geertruida Kapteyn-Muysken?
Ze was uitzonderlijk belezen en las werk van allerlei filosofen en schreef over uiteenlopende levensbeschouwelijke onderwerpen. Ze formuleere langzamerhand haar eigen ethische theorie. Haar feminisme maakte een integrerend onderdeel uit van een breder progressief streven naar wereldverbetering.
Zijn er verschillen in het gebruik van dagboeken vergeleken met andere bronnen?
Dagboeken zijn een moeilijke bron. Ze zijn namelijk heel subjectief en je moet ze kritisch lezen. Je schrijft vaak in je dagboek als je ergens mee zit. Soms schrijft Kapteyn-Muysken een jaar lang niks. Dat moet je dan compenseren door in andere bronnen te zoeken.
Bovendien was haar handschrift soms onleesbaar.
De jury van de Johanna Naberprijs kijkt uit naar een vervolg. Heb je plannen daarvoor?
Geertruida Kapteyn-Muysken is me heel dierbaar geworden. Ze verdient een plekje in de geschiedenis, ze is een ongelooflijk stoere, internationaal georiënteerde vrouw.
Ik ben me nog aan het beraden over het vervolg, het wordt waarschijnlijk een levensverhaal, maar in wat voor vorm weet ik nog niet.
De Johanna Naberprijs voor de beste afstudeerscripties op het gebied van vrouwen- en/of gendergeschiedenis wordt jaarlijks uitgereikt door Atria en de Vereniging voor Gendergeschiedenis (VVG). De prijs is vernoemd naar Johanna Wilhelmina Antoinette Naber (1859-1941), schrijfster van talrijke historische studies. In 1935 was zij één van de oprichtsters van het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV), waaruit Atria is voortgekomen.