Het woord zegt het al: beeldvorming gaat over het proces van het vormen van een beeld of mening over iets of iemand. Bij Atria zien we dat beeldvorming over mannen en vrouwen (en alles daartussen en voorbij), in bijvoorbeeld media en politiek, vaak een eenzijdige weergave creëert van de werkelijkheid. Herhaling en overdrijving van deze weergave zorgen voor genderstereotypen, die op hun beurt bijdragen aan ongelijkheid tussen mensen. Hoe dit werkt en het effect van genderstereotypen op keuzevrijheid lees je op deze pagina.

Ideeën over hoe mannen en vrouwen zich horen te gedragen in Nederland zijn vaak traditioneel en berusten op stereotiepe denkbeelden. Zoals: mannen werken en vrouwen zorgen. Of dat mannen natuurlijke leiders, ambitieus, assertief, atletisch en dominant zijn. En dat vrouwen juist affectief, naïef, vrolijk en gezellig, meelevend, gevoelig, vriendelijke en loyaal zijn.
Mannelijkheid en vrouwelijkheid
Stereotiepe kenmerken die bij mannelijkheid horen, worden maatschappelijk hoger gewaardeerd dan kenmerken die wij associëren met vrouwelijkheid. Mannen worden voor bestuursfuncties dan ook eerder aangenomen dan vrouwen. Terwijl vrouwen veel meer kans maken om te worden aangenomen op een kinderdagverblijf dan een man. Deze ongelijke waardering van mannen en vrouwen heeft niet alleen gevolgen voor individuen, maar voor hele sectoren. In de zorg en het onderwijs, die worden gezien als ‘soft’ en ‘vrouwelijk’, vertaalt de lagere waardering van vrouwen ten opzichte van mannen zich letterlijk in lagere inkomens vergeleken met ‘mannelijke’ beroepen, zoals de techniek. In werkelijkheid zijn er echter net zoveel vrouwen goed in techniek of leidinggeven als mannen. Ook zijn er steeds meer mannen die aangeven dat zij graag willen zorgen, bijvoorbeeld voor hun kinderen of juist beroepsmatig.
Om voor alle mensen meer vrijheid te creëren om hun leven in te richten naar eigen wensen, talenten en voorkeuren, moeten de gebaande paden dus worden verbreed. Dit lukt alleen als sturende gendernormen en –stereotypen, die de keuzes van mannen en vrouwen beperken, worden doorbroken.
Waarom is het zo ingewikkeld om genderstereotypen te doorbreken?
Het doorbreken van genderstereotypen is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het gedrag van mensen wordt niet alleen sterk bepaald door die normen en –stereotypen, maar de meeste mensen zijn ook nogal gehecht aan de bestaande gendercategorieën. Dit komt door twee dingen. Ten eerste, krijgen mensen gendernormen al van jongs af aan aangeleerd, waardoor ze als natuurlijk en ‘eigen’ aanvoelen. Stereotypen worden overgedragen door middel van een socialisatieproces. Hierdoor internaliseren kinderen wat er van hen wordt verwacht vanuit de samenleving. In dit proces spelen ouders, leraren, vrienden, buren, mensen op TV en personages in boeken een rol als voorbeeld of als boodschapper. Enerzijds wordt bepaald gedrag als ‘normaal’ voorgesteld en anderzijds worden bepaalde ideeën (impliciet of expliciet) afgewezen.
Ten tweede voelt gender ‘logisch’ doordat gendernormen en –stereotypen doorwerken op verschillende niveaus in de samenleving. Gendergerelateerde keuzes van een individu voelen als kloppend en juist, omdat zij passen bij de culturele normen en stroken met de verwachtingen op het werk of in de klas.
Wat zien we in de praktijk?
Genderstereotypen beperken kansen en keuzevrijheid. Bij jongvolwassenen beïnvloeden ze keuzes rond leren, werken en zorgen. Deze keuzes hebben grote gevolgen voor later; voor de sector waarin iemand werkt, de arbeidsduur en de taakverdeling thuis.
Uit ons onderzoek Vrij om te kiezen? blijkt:
Genderstereotypen ontstaan al in het onderwijs. Jongens en meisjes kiezen vaak voor stereotype schoolloopbanen.
Deze schoollooppaden leiden op tot genderstereotype beroepen. De arbeidsmarkt is zo ingericht dat in bepaalde sectoren, zoals zorg en onderwijs, meer in deeltijd wordt gewerkt dan in bijvoorbeeld de technische sectoren, waar fulltime werken eerder de norm is.
Vroege genderstereotype keuzes in het leven werken zo door in het latere leven: als er een kindje op komst is, is de aanstaande moeder waarschijnlijk degene die (nog meer) in deeltijd gaat werken en meer zorgtaken op zich neemt. Van vaders is bekend dat zij eerder meer dan minder uren gaan werken.
Jongvolwassen mannen laten zich sterker leiden door genderstereotypen dan vrouwen.
Hoe kan het dan wel veranderen?
Toch zijn er ook mensen die het voor elkaar krijgen om ‘tegen de stroom in te zwemmen’. Zij maken (al dan niet doelbewust) ‘counterstereotiepe keuzes’ in opleiding en werk. Ze richten hiermee hun leven in op een manier die ingaat tegen de verwachtingen. In termen van Judith Butler (toonaangevend denker over gender en identiteit) maken deze mensen ‘gender trouble’, oftewel ‘gender trammelant’. Denk aan een man die thuis voor de kinderen zorgt of een vrouw die kiest voor een technische beroepsopleiding. Door buiten de genderstereotiepe verwachtingen om hun plan te trekken en uit te voeren, kunnen mensen in hun omgeving zomaar tot het inzicht komen dat het ook anders kan, zonder dat dit ernstige gevolgen heeft. Een zorgende man is immers nog steeds een prima man, of zelfs een betere.
Foto bovenaan: Man aan het strijken, 1989, fotograaf: Mieke Schlaman, Collectie IAV-Atria
Als onafhankelijk kennisinstituut slaat Atria de brug tussen onderzoek en maatschappelijke verandering.
Onze thema’s zijn: Gendergerelateerd geweld, Beeldvorming, Economische ongelijkheid, Feminisme en Zelfbeschikking. Bekijk per thema onze kennis en expertise.








