Gender Equality Index 2025: Nederland staat op plek vijf

Drie vrouwen en één kind zitten naast elkaar op een bankje. De linkervrouw houdt een protestbord vast met de tekst 'vrouwen voor ekonomische zelfstandigheid'.
Actie van vrouwen bij het het arbeidsbureau voor economische zelfstandigheid. Protestbord met tekst 'vrouwen voor ekonomiese zelfstandigheid', 1984, fotograaf: Anne Vaillant, Collectie IAV-Atria

Nederland staat op de vijfde plek in de Gender Equality Index 2025 die op 2 december 2025 is verschenen. Zweden staat op de eerste plek, gevolgd door Frankrijk, Denemarken en Spanje. Deze index, gemaakt door het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE), geldt als graadmeter voor de vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid in de Europese Unie. Het meet de genderkloof tussen mannen en vrouwen op zes domeinen: werk, geld, kennis, tijd, macht en gezondheid. Nederland heeft een van de grootste loon- en pensioenkloven van de EU.

Let op: door een nieuwe manier van meten kan de huidige index niet meer één op één worden vergeleken met de voorgaande versies van de index. Lees meer onder het kopje ‘Upgrade van de index’ onderaan dit artikel.

Wat is de Gender Equality Index?

In 2013 heeft het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE) de index ingevoerd als graadmeter voor de vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid in de Europese Unie. De index meet de genderkloof tussen mannen en vrouwen op zes domeinen: werk, geld, kennis, tijd, macht en gezondheid – aan de hand van 27 indicatoren. Landen krijgen een score van nul tot honderd, waarbij nul staat voor volledige ongelijkheid en honderd voor volledige gelijkheid. 

Hoe goed scoort Nederland op gendergelijkheid?

Nederland scoort 69,5 van de 100 punten. Dat is 6,1 punten hoger dan de EU als geheel. Sinds 2015 is de score van Nederland op de gendergelijkheidsindex toegenomen met 9,2 punten. De ontwikkeling naar meer gendergelijkheid gaat in Nederland wat sneller dan het gemiddelde van alle EU-landen.

Nederland scoort het beste op de domeinen ‘tijd’ en ‘gezondheid’. Op beide domeinen staat Nederland op de 3e plek van de EU. De belangrijkste reden voor de hoge score op het domein tijd is dat Nederlandse vrouwen relatief minder tijd besteden aan langdurige (mantel)zorg en huishoudelijke taken en meer vrije tijd hebben vergeleken met vrouwen in de EU als geheel. Wel besteden Nederlandse vrouwen in verhouding meer tijd aan de zorg voor jonge kinderen.

Loon- en pensioenkloof bijna grootste van EU

Op het domein ‘geld’ staat Nederland op de 26e plek van de 27 EU-landen met een score van 66,2 punten, net boven Oostenrijk. Dit komt met name doordat Nederland het laagst scoort op de indicator ‘financiële hulpbronnen’ (gemeten als de loon- en pensioenkloof). De loon- en pensioenkloof zijn in Nederland een van de grootste van de EU. In Nederland verdienen vrouwen op jaarbasis 32% minder dan mannen en ontvangen zij 36% minder pensioen dan mannen. Alleen in Oostenrijk en Malta is de loonkloof respectievelijk pensioenkloof groter dan in Nederland.

Vooruitgang op het gebied van macht

De grootste vooruitgang in Nederland zit op het domein ‘macht’ met een toename van 14,4 punten sinds 2020. Dit komt met name door de toename in het aantal vrouwen in de top van het bedrijfsleven. Sinds 1 januari 2022 is in Nederland een vrouwenquotum van kracht voor grote bedrijven. Sindsdien moeten beursgenoteerde bedrijven in Nederland ervoor zorgen dat 33% van de leden in de raad van commissarissen uit vrouwen moet bestaan.

Gendergerelateerd geweld

Geweld tegen vrouwen is een apart domein in de gendergelijkheidsindex. Het meet geen genderkloof, oftewel het verschil tussen mannen en vrouwen. Binnen dit domein wordt wel in kaart gebracht hoeveel vrouwen met geweld te maken krijgen, de impact op het leven van vrouwen en de bereidheid om hun ervaringen met geweld te delen.

Nederland heeft niet op alle indicatoren vergelijkbare gegevens over gendergerelateerd geweld waardoor er op dit domein in de index geen score kan worden berekend. Uit de gegevens die wel beschikbaar zijn (op basis van de EU-GBV survey uit 2021) blijkt onder andere:

  • 41% van alle vrouwen in Nederland maakte sinds haar 15e levensjaar fysiek en/of seksueel geweld mee. Dit is 10 procentpunten hoger dan het EU-gemiddelde (31%).

  • Bijna de helft (48%) van de jonge vrouwen (18-29 jaar) heeft sinds haar 15e fysiek en/of seksueel geweld meegemaakt.

  • 39% van de vrouwen heeft gezondheidseffecten ervaren van fysieke en/of seksueel geweld sinds het 15e levensjaar. Dit percentage van vrouwen die gezondheidseffecten ervaren van geweld is het laagst van alle EU-landen. Voor slachtoffers van (ex)-partnergeweld is dat 60%.

  • Ongeveer 29% van de vrouwen die in de afgelopen 12 maanden te maken heeft gehad met fysiek of seksueel geweld heeft dit aan niemand verteld, vergelijkbaar met het EU-gemiddelde (31%).

Nederland heeft in 2015 het Verdrag van Istanbul ondertekend, dat sinds 2016 voor Nederland van kracht is. Dit verdrag verplicht landen om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld op een integrale en allesomvattende manier te voorkomen en te bestrijden. Onlangs bleek uit een nieuw rapport van Grevio, een groep onafhankelijke experts binnen de Raad van Europa die toeziet op de naleving van het verdrag, dat Nederland nog altijd niet voldoet aan de internationale verplichtingen om vrouwen tegen geweld te beschermen. Een van de kritiekpunten van Grevio is dat Nederland meer uitgesplitste en vergelijkbare data over gendergerelateerd geweld moet verzamelen en publiceren.

Thematische focus: genderstereotypen

De gendergelijkheidsindex van 2025 presenteert ook cijfers over genderstereotypen in de EU. Deze cijfers zijn afkomstig uit verschillende Europese surveys. De cijfers laten zien hoe diepgeworteld gendernormen zijn en nog altijd ons dagelijks leven, keuzes en kansen beïnvloeden.

Opvallende resultaten zijn dat bijna een op de drie vrouwen (31%) in Nederland van mening is dat mannen beter worden behandeld door medisch personeel (vergeleken met 19% van de mannen). Dit percentage ligt een stuk hoger dan het EU gemiddelde (22%) en het verschil met mannen is twee keer zo groot als in de EU als geheel.

Slechts 16% van de Nederlandse vrouwen en 17% van de mannen is het eens met de stelling ‘de belangrijkste rol van een man is om geld te verdienen’. Dat ligt een stuk lager dan het gemiddelde van de EU (39% van de vrouwen en 45% van de mannen). En de meeste Nederlanders vinden dat het goed is voor het welzijn van het gezin als vaders en moeders ouderschapsverlof gelijk verdelen (75% van de vrouwen en 70% van de mannen).
Toch vindt bijna een op de drie vrouwen en twee op de vijf mannen in Nederland dat de moeder moet thuisblijven bij het kind en de vader zijn werk moet prioriteren als kinderopvang niet beschikbaar is. Ook is ongeveer een derde van de Nederlanders het eens met de stelling dat vrouwen de meeste beslissingen moeten maken over hoe het huishouden te runnen (plannen en organiseren van maaltijden, boodschappenlijstjes maken, doktersafspraken maken etc).

Een andere opvallende bevinding is dat ruim de helft (51%) van de vrouwen in Nederland en tweederde van de mannen (66%) het acceptabel vindt dat een man controle heeft over de financiën van zijn vrouw. Dit ligt aanzienlijk hoger dan het EU gemiddelde (26% van de vrouwen en 46% van de mannen).

Deze bevindingen weerspiegelen de hardnekkige sociale norm dat de mentale en fysieke last van het huishouden en de zorg voor kinderen vooral voor rekening van vrouwen komt, terwijl mannen over het geld gaan. Dit zien we terug in de grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, onder andere op financieel gebied.

Upgrade van de index

Voor deze laatste editie heeft de index zijn eerste grote upgrade ondergaan sinds 2013. Door de opkomst van nieuwe kwesties zijn de beleidsprioriteiten verschoven naar een grotere focus op de impact van digitalisering op ons leven en het belang van een goede werk-privébalans. De nieuwe index omvat bijgewerkte indicatoren en nieuwe gegevensbronnen met een sterkere focus op individuele gegevens (in plaats van op het niveau van huishoudens). Dat is een positieve ontwikkeling omdat hiermee ook ongelijkheid binnen huishoudens kan worden gemeten.

EIGE heeft de nieuwe methodologie toegepast op de gendergelijkheidsindex van voorgaande jaren, zodat trends in de loop van de tijd kunnen worden gevolgd.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wij gebruiken cookies om onze website te verbeteren en te analyseren hoe deze wordt gebruikt. Je kunt ervoor kiezen alle cookies te accepteren of je voorkeuren aan te passen.