Verborgen verhalen en zichtbaar verzet: archiefonderzoek bij Atria

Medewerkers in een archief
Medewerkers in een archief, 2001, fotograaf: Mieke Schlaman, collectie IAV-Atria

In de reeks Archieven van verzet duiken we in het vaak onzichtbare maar belangrijke domein van alledaags gezondheidsactivisme. In dit interview vertellen onderzoekers Hanna Blom en Dominique van Dongen over hun zoektocht in het archief van Atria naar verhalen over alledaags gezondheidsactivisme rondom menopauze en transgenderzorg. Hun ervaringen laten zien hoe archieven niet alleen het verleden bewaren, maar ook bepalen wiens verhalen zichtbaar worden – en hoe archiefonderzoek kritisch, persoonlijk en inspirerend kan zijn.

Archiefonderzoek roept misschien het beeld op van stoffige dozen, eindeloze rijen mappen en saai, repetitief werk. Maar wie zich werkelijk verdiept in het werk in en met archieven, ontdekt al snel een wereld vol speurwerk, puzzels en soms zelfs spannende roddels. Want achter ogenschijnlijk droge documenten gaan verhalen schuil over strijd, verandering en verzet.

Het is alsof je een spannend boek leest”
Dominique van Dongen

Maar let goed op: archieven zijn geen neutrale bewaarplaatsen van feiten. Het zijn plekken waar geschiedenis wordt gemaakt en betwist. Zoals archiefwetenschapper Verne Harris (2002) stelt: archieven zijn zowel uitdrukkingen als instrumenten van machtsverhoudingen. Die lange rijen mappen en spannende verhalen tonen ons niet simpelweg het verleden, maar beïnvloeden hoe we dat verleden herinneren, begrijpen en doorgeven.

Voor feministisch en queer onderzoek biedt deze realisatie belangrijke kansen en uitdagingen. Feministische archiefwetenschappers zoals Michelle Caswell (2016) en Kate Eichhorn (2015) wijzen erop dat traditionele archieven vaak de stemmen van vrouwen, mensen van kleur, LHBTQIA+ personen en andere gemarginaliseerde groepen onderbelichten of uitsluiten. Deze geschiedenissen worden in feministische archieven – zoals dat van Atria – bewaard, geactiveerd en zichtbaar gemaakt.

Maar volgens academicus en schrijver Sara Ahmed (2007) is zelfs de ordening van een feministisch archief niet neutraal. De oriëntatie ervan – wie er binnenkomt, wat wordt gecategoriseerd, wat wordt benoemd – stuurt de toegang tot kennis. Dat vraagt van onderzoekers een zekere reflexiviteit, of zoals Gunaratnam (2003) het noemt, een “radicale aandacht voor je eigen positie.” Als onderzoeker ben je nooit een buitenstaander, maar altijd medevormgever van het verhaal.

Dit idee van het archief als actief politiek terrein staat daarom ook centraal in het onderzoek dat geschiedenisstudenten Hanna Blom en Dominique Van Dongen uitvoerden bij Atria. In het interview hieronder vertellen zij hoe het is om als jonge onderzoekers het archief in te duiken. Niet alleen op zoek naar informatie, maar ook naar verbinding, context, nuance en – soms – rechtvaardigheid.

Wie zijn Hanna en Dominique?

Met een gedeelde passie voor feministische en gendergeschiedenis kwamen Hanna en Dominique bij Atria terecht voor hun afstudeerstage. Hanna richt zich tijdens hun master aan de Universiteit van Bologna op global history en sociale bewegingen. Dominique verdiept zich in haar bachelor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in de geschiedenis van feminisme, gender, moederschap en vrouwengezondheid.

“We hebben allebei een activistische achtergrond,” zegt Dominique. “Ik ben gefascineerd door mensen die buiten het dominante beeld van ‘de perfecte activist’ vallen, maar wel sociale verandering teweegbrengen.” Hanna vertelt: “Toen ik in Amsterdam kwam wonen, was het spannend om feminisme eindelijk op een hele grijpbare manier tegen te komen.”

Het onderzoek van Hanna en Dominique focuste op twee minder onderzochte onderwerpen: menopauze en transgenderzorg. “Die thema’s kwamen niet zomaar uit de lucht vallen. Er is nog zoveel onbekend over deze onderwerpen. Als cis vrouw voelde ik een verantwoordelijkheid om mijn privilege in te zetten voor meer zichtbaarheid van trans verhalen,” vertelt Dominique. Ook Hanna motiveert hun keuze: “Historisch gezien markeerde de overgang een moeilijke periode waarin vrouwen niet alleen fysieke klachten ervaarden, maar ook het verlies van hun vrouwelijke identiteit – een zwaar onderwerp waar weinig over werd gesproken. Ik wilde onderzoeken hoe vrouwen daarmee omgingen en hoe zij zich organiseerden rond deze ervaring.”

Een archief als puzzel en schatkist

De eerste stap in hun onderzoek was kennismaken met het archief: gesprekken met collectiespecialisten, literatuurstudie en het opstellen van conceptuele kaders. “We categoriseerden vier vormen van alledaags activisme,” zegt Dominique:

  • “Samenbrengen, zoals praatgroepen en bijeenkomsten

  • Informatievoorziening, bijvoorbeeld via flyers en brochures

  • Uitdragen, door bijvoorbeeld buttons op je kleding te dragen

  • Activistische beroepsuitoefening, waarbij mensen hun werk inzetten voor verandering.

"Met die bril doken we het archief in.”
Hanna Blom

“Ik begon met lokale vrouwenkranten uit de jaren ’70 en ’80,” vertelt Hanna. “Atria heeft er honderden, vol gedichten, tekeningen en thema-avonden. Gemaakt door vrouwen in vrouwencafés of vrouwenhuizen, als middel om tot de lokale feministische beweging te spreken. Ik zocht artikelen over gezondheid, vooral menopauze, en zo kwam ik bij praatgroepen en organisaties als VIDO (Vrouwen in de Overgang). Het grootste deel van mijn onderzoek bestond uit het doorspitten van archieven van deze groepen, en zo vond ik ook persoonlijke verhalen van vrouwen die de basis legden voor de beweging.”

Voor Dominique begon het anders: “Transgenderactivisme werd lang uitgesloten van het dominante feminisme, tot de jaren ’90 ongeveer. Ik moest dus eerst echt netwerken aanboren, namen verzamelen en kon dan pas de archieven induiken. Veel vond ik bij IHLIA, een archief in Amsterdam dat zich richt op LHBTQIA+ verhalen, en het Transvisie-archief bij Atria. Ik vond ook persoonsarchieven waar ik veel aan had. Er zijn zoveel mensen die zich hun hele leven inzetten voor de transgemeenschap – dat vind ik echt mooi.”

Voor beiden was het niet altijd even makkelijk om informatie te vinden. “Soms werd het specifieke woord ‘menopauze’ niet eens genoemd in archieven. Dan moest ik opzoek gaan naar woorden zoals ‘de wissel,’ of moest ik écht tussen de regels door lezen,” zegt Hanna. Voor Dominique was het archief soms ook puzzelwerk: “Dan vind je een naam of een beschrijving, en dat leidt dan weer naar iets nieuws. Er was een soort sneeuwbaleffect. Dat maakt spannend en leuk; je wil doorzoeken.”

Ontroering, leuke vondsten en de verantwoordelijkheid van archiefonderzoek doen

Het werken met intieme, persoonlijke bronnen maakte diepe indruk. “Soms voelde ik me een indringer,” zegt Dominique. “Maar juist daardoor wilde ik met zorg en respect omgaan met deze verhalen. Vooral het verhaal van een moeder van een trans kind raakte me diep. Zij richtte samen met haar partner en twee andere ouders een stichting op voor trans kinderen. In het interview dat we met haar en haar partner deden, vertelden ze hoe ze alles deden om hun kind een goed leven te geven. Als jonge activist en als mede-ouder heeft dat me zo geïnspireerd.” Hanna vertelt: “Het is moeilijk om niet geraakt te worden door sommige brieven of gedichten. Je merkt hoe persoonlijk activisme is. Ik las over vrouwen die eerst een traditioneel leven leidden – alles bepaald door hun man, geen eigen geld. Maar door hun activisme veranderde hun leven en relatie totaal. Dat raakt me.”

“Het is soms echt alsof je een spannend boek leest,” zegt Dominique. “Je weet nooit wat je gaat vinden. Een keer vond ik een kaartje met een behoorlijke ‘juicy roddel’, maar zonder context. Er was blijkbaar een heftige confrontatie geweest. Dan wil je alles weten – en dat maakt het zo leuk.” Hanna vult aan: “Ik vond een map met wel  100 brieven van vrouwen, allemaal geschreven in één week na een tv-uitzending over baarmoederoperaties die zonder goede reden werden uitgevoerd. De vrouwen herkenden zichzelf in het verhaal – iets wat ze in hun omgeving nooit hadden kunnen delen, maar nu dus wel. Het is bijzonder, maar ook grappig, om te beseffen dat ze nooit hadden kunnen weten dat een of andere stagiair, vijftig jaar later, hun intieme verhalen zou lezen.”

Beide onderzoekers ontdekten hoe kwetsbaar en politiek het is wie er wel en niet in het archief verschijnt. “Zwarte vrouwenorganisaties zijn weinig vertegenwoordigd,” zegt Hanna.  “Deels zegt dat iets over dat zwarte vrouwenorganisaties niet altijd alles op papier hebben gezet, zoals veel witte vrouwenorganisaties dat wel deden. Maar dat betekent niet dat er niets te archiveren valt.” Dominique vult aan: “Het is belangrijk om dit gebrek van het archief niet te negeren, maar te benoemen. En ook te erkennen dat ik als witte cis vrouw niet alle verhalen kan of moet vertellen. Wel kan ik ruimte maken en oproepen tot aanvulling en verandering.”

Archiefonderzoek bij Atria

De samenwerking met het Atria-team was volgens beide studenten van grote waarde. “Zoveel mensen met kennis, zoveel enthousiasme,” zegt Dominique. “Je voelt je echt onderdeel van een team. Iedereen heeft zijn eigen expertise, en daar kun je ontzettend veel van leren.” De fysieke omgeving speelde ook mee. “Genderneutrale toiletten, koffie en thee (maar niet boven de archieven!), rust en gezelligheid – het klinkt misschien onbelangrijk, maar het draagt allemaal bij aan hoe veilig en welkom je je voelt,” vertelt Hanna. “De bibliotheek zelf is geweldig. De eerste keer dat ik er stond dacht ik: ik wil álles lezen,” vult Dominique aan.

“Wat Atria bijzonder maakt, is de combinatie van professionaliteit en oprechte betrokkenheid,” zegt Dominique. “Je merkt dat de medewerkers geven om wat er bewaard wordt en dat ze jou als onderzoeker serieus nemen.” Hanna sluit zich daarbij aan: “Er is ruimte voor nieuwsgierigheid, ontdekking en scherpe analyse. Dat is precies wat je als onderzoeker nodig hebt.

Tegelijkertijd moeten we ook kritisch blijven op de beschrijvingen in het archief. Wat wordt genoemd? Wat blijft vaag? Die metadata zijn niet neutraal – ze zijn politiek. Het is belangrijk dat daar actief over wordt nagedacht.” Dominique voegt toe: “Idealiter zou een feministisch instituut aandacht geven aan datgene wat anders vergeten raakt. Ook als het op dat moment niet populair of actueel lijkt. Dat vraagt moed en visie. Maar het feit dat Atria nu een project als Archieven in verzet opzet, laat zien dat die beweging er wel al is. Dat maakt me hoopvol voor de toekomst.”

Een open blik

“Ik hoop ook dat andere activisten zich door het project laten inspireren. Niet alleen om kritischer te kijken naar hun eigen activisme, maar ook om te zien dat activisme niet altijd groots hoeft te zijn. Juist in het kleine, in het alledaagse, zit zoveel kracht. Dat heb ik echt geleerd,” vertelt Dominique. Hanna: “Ik heb geleerd dat hoe dichterbij je komt, hoe complexer de verhalen van politieke bewegingen zijn. Er zijn stromingen binnen bewegingen, tegenstrijdigheden en standpunten die echt niet passen bij het beeld wat je van tevoren had. Als onderzoeker is het belangrijk om open te staan voor die complexiteit en de geschiedenis niet te reduceren tot een makkelijk te verteren verhaal.”

Interesse in archiefonderzoek?

Het verhaal van Hanna en Dominique heeft een duidelijke boodschap: archiefonderzoek is een levende, betrokken en transformerende praktijk. Ben je na het lezen van dit artikel enthousiast geworden en wil je ook graag archiefonderzoek doen? Bekijk dan onze collectie of kom langs in de bibliotheek.

Meer informatie

Auteur: Iris Olde Hampsink, stagiair Onderzoek & Media, met een focus op alledaags gezondheidsactivisme.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wij gebruiken cookies om onze website te verbeteren en te analyseren hoe deze wordt gebruikt. Je kunt ervoor kiezen alle cookies te accepteren of je voorkeuren aan te passen.