Mienette Storm-van der Chijs – biografie
Mienette Storm-van der Chijs was wereldreizigster, publiciste en sociaal hervormster.
Mienette was de dochter van Jacobus van der Chijs (1776-1833), koopman, en Anna Susanna Bagelaar (1778-1846). Vooraanstaande personen uit het culturele en politieke leven behoorden tot de kennissenkring van haar ouders en daarmee ook tot die van Mienette. Zelfs had zij goede contacten met leden van het Koninklijk Huis. Ze maakte al als jong meisje reizen met haar vader. Al snel reisde Mienette op eigen gelegenheid. In 1833 reisde ze naar Zuid-Afrika, waar haar broer Jan Theodoor woonde. Daar bereikte haar het bericht van haar vaders overlijden. Ze keerde terug naar huis en de daaropvolgende jaren woonde zij bij haar moeder. Mienette van der Chijs trouwde op 29 januari 1845 in Delft met de predikant Willem Storm (1808-1845). Het huwelijk bleef kinderloos.
Het leven en werk van Mienette Storm-van der Chijs
In Delft was Mienette lid van de Vrouwenvereniging ‘Dorcas’ (1833-1920) Dorcas stelde zich ten doel behoeftige weduwen, alleenstaande vrouwen en grote gezinnen steun te verlenen. Dit werd gedaan door het verstrekken van levensmiddelen, kleding en brandstof. Of door het aan de vrouwen uitbesteden van naaiwerk zodat zij geheel of gedeeltelijk in eigen onderhoud konden voorzien. De ondersteuning werd gefinancierd uit de ledencontributies en uit de opbrengsten van de jaarlijkse loterij. De hierbij uitgeloofde prijzen werden ter beschikking gesteld door leden en bevriende relaties. Mienette had vaak creatieve ideeën over de financiële realisering van zulke projecten. Zo stelde zij in 1866 voor om de opbrengst van de jaarlijkse ‘Dorcas’-loterij te ‘kapitaliseren’ en daarmee ‘onbemiddelde meisjes uit de fatsoenlijke stand’ te ondersteunen.
Wie: Mienette Storm-van der Chijs
Geboortedatum: 26 augustus 1814
Geboorteplaats: Delft, Nederland
Sterfdatum: 1 januari 1895
Plaats van overlijden: Delft, Nederland
Alternatieve naam: Anna Maria Margaretha van der Chijs
Reislustig
Storm-van der Chijs was een welvarende weduwe en na het overlijden van haar moeder in 1846 ongebonden. Dat stelde haar in staat een oude liefde weer op te pakken. Het reizen. Nog datzelfde jaar bezocht ze – vergezeld door haar neef Jacob – een aantal Europese landen en in 1847 ging ze weer naar Zuid-Afrika. Daar stichtte zij een kolonie voor twintig Nederlandse weeskinderen die daar een nieuw bestaan konden opbouwen. Storm financierde de overtocht, huisvesting en voeding van de jonge kolonisten en zorgde voor een startkapitaal als zij besloten zich in Zuid-Afrika te vestigen. In 1847 reisde ze in ruim zes jaar tijd via Canada en de Verenigde Staten naar Mexico en eindigde in 1863 op Cuba. Onderweg maakte zij persoonlijk kennis met Lucretia Mott en andere vooraanstaande leden van de Amerikaanse vrouwenbeweging. Zij bezocht in New York het Cooper Institute – dat beroepsopleidingen bood aan duizenden jonge mannen en vrouwen – en oriënteerde zij zich op het gebied van landbouwproducten. Storm-van der Chijs nam een grote verzameling planten mee terug naar huis en probeerde enkele nieuwe gewassen, zoals de Mexicaanse aardappel en wilde rijst uit Wisconsin, in Nederland te introduceren.
Haar reizen waren een bron van inspiratie voor haar activiteiten in Nederland. Die spitsten zich in de jaren 1860 steeds meer toe op het (beroeps)onderwijs voor meisjes en werkgelegenheid voor vrouwen. Vanuit Amerika stuurde zij artikelen naar gezaghebbende bladen als de Economist en het Tijdschrift voor Staathuishoudkunde. Daarin beschreef zij het Cooper Institute, waar meisjes niet alleen in de traditionele vrouwenberoepen werden geschoold, maar ook werden opgeleid voor betrekkingen in handel en bedrijf, zoals boekhoudster en telegrafiste. Terug in Nederland zette Storm-van der Chijs zich in voor de oprichting van een Industrieschool voor Meisjes – een project dat de Maatschappij tot Nut van het Algemeen zou realiseren, overigens zonder haar daar verder nog bij te betrekken.
Bouw van een villa
Zij verschilde principieel van mening met Elise van Calcar (1822-1904), die pleitte voor meisjesonderwijs gericht op meer traditionele vrouwentaken. Ook de vereniging ‘Arbeid Adelt’ kreeg haar kritiek te verduren. Toen deze organisatie in 1872 het besluit nam de door vrouwen gemaakte handwerken anoniem te verkopen, besloot Storm-van der Chijs het legaat dat zij de vereniging had willen geven, in te trekken.
Zo maakte zij geld vrij voor een laatste project, de bouw van een villa in Scheveningen die leef- en werkruimte moest bieden aan kunstenaars. Het project strandde in 1884 door een samenloop van tegenslagen. Zo werd er ingebroken in de villa terwijl deze niet verzekerd was, en Maria van den Bosch die bijna veertig jaar lang haar metgezel was geweest, overleed. Deze gebeurtenissen werden Storm-van der Chijs te veel. Ze kon niet meer voor zichzelf zorgen en raakte in dusdanige staat van verwaarlozing dat haar familie in 1885 besloot haar te laten opnemen. Dat ging gepaard met enige consternatie, omdat de sleutel waarmee zij zich verzette, werd aangezien voor een revolver. Blootsvoets werd zij meegenomen naar het Sint Jorisgasthuis in Delft, waar de geneesheer de diagnose ‘vervolgingswaanzin’ stelde. Zij overleed op 1 januari 1895, na een hersenbloeding
Copyright afbeelding: Albert Greiner (portret van Anna Maria Margaretha Storm-van der Chijs, Anna Maria Margaretha)
Website: Digitaal Vrouwen Lexicon over Storm van der Chijs
Literatuur over:
- ‘Geen tweede boer’: gender, landbouwmodernisering en onderwijs aan plattelandsvrouwen in Nederland, 1863-1968 / Magreet van der Burg (2002)
- Delftse vrouwen van vroeger door Delftse vrouwen van nu / Aafke Meijer-Schaap (1996)
- Anna Maria Margaretha Storm-van der Chijs / H.P. Hogeweg-de Haart (1955)
Archieven: Storm-van der Chijs, Anna Maria Margaretha