Meer vrouwen actief in de lokale politiek vereist moed en actieve werving
Het blijft aanmodderen met de positie van vrouwen in bestuursfuncties. Minister Bussemaker heeft het vaak over het tekort aan vrouwelijke bestuurders in het bedrijfsleven, maar ook bij de overheid en in de politiek zijn er veel minder vrouwen betrokken dan mannen. Het aantal vrouwelijke raadsleden groeide de afgelopen jaren weliswaar, maar is anno 2016 nog altijd laag. Uit een onderzoeksrapport van ProDemos blijkt dat op dit moment 28,3% van het totaal aantal raadsleden vrouw is.
Bij de ChristenUnie-Jongeren vroegen we ons al een tijd af waarom er toch nog steeds significant minder vrouwen actief zijn als directeur van een bedrijf, maar ook als bestuurder of raadslid, óók bij ons in de partij. Afgelopen december namen we de handschoen op en gingen we op pad met twee vragen: waarom zijn er relatief weinig vrouwen actief als bestuurder binnen het bedrijfsleven of in de politiek en hoe kunnen we ervoor zorgen dat er meer vrouwen actief worden?
Om een antwoord te vinden op deze vragen gingen we in gesprek met vrouwen die deze functies wél bekleden. We kwamen bij hen met drie vragen: hoe ben je gekomen waar je nu staat, hoe ga je in je functie om met je vrouw-zijn en hoe denk jij dat we meer vrouwen in bestuursfuncties kunnen krijgen?
Voer zelf de regie en neem risico
Oud-Eurocommissaris Neelie Kroes: “Vrouwen zijn geneigd om te kiezen voor veiligheid, terwijl mannen niet zomaar zullen terugdeinzen voor een uitdaging. Mannen zeggen sneller dat ze iets kunnen. Ze zijn ook minder bang om fouten te maken, terwijl dát juist de manier is om als bestuurder veranderingen teweeg te brengen in je organisatie, bij onderwerpen die in je portefeuille zitten en de samenleving”.
De mogelijkheid om in een hogere bestuurlijke functie terecht te komen valt of staat met de mate waarin een vrouw de moed heeft om risico’s te nemen en uitdagingen aan te gaan. De vrouwen die we gesproken hebben zijn stuk voor stuk vrouwen die niet terugdeinzen voor een uitdaging. Oud-Tweede Kamerlid Esmé Wiegman benadrukt ook dat het van belang is dat kansen aangegrepen worden als ze voorbij komen. Daarin moeten vrouwen zelf de regie voeren. Iedere vrouw is verantwoordelijk voor haar eigen professionele loopbaan.
Aanmoediging van anderen
Aanmoediging van anderen helpt om daadwerkelijk de stap te zetten om te gaan voor een hogere functie met meer verantwoordelijkheid. Die aanmoediging moet komen van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de werving en selectie van bestuurders. Burgemeester Titia Cnossen stelt dat talentscouting van groot belang is als het gaat om het werven van geschikte kandidaten voor politieke en bestuurlijke functies. Zelf speelt zij een rol bij de werving en selectie van geschikte ChristenUnie-bestuurders en zij merkt dat het voor vrouwen bij een intakegesprek belangrijk is om te kunnen spreken over vragen als ‘ben ik wel ervaren genoeg?’ Haar ervaring is dat bij mannen die vraag een minder grote rol speelt. Een intakegesprek en de steun die vrouwen daaruit halen, helpt hen vaak over de streep om zich beschikbaar te stellen voor bijvoorbeeld een functie als wethouder of burgemeester.
Aan de slag
Het antwoord op de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat meer vrouwen politiek actief worden ligt primair bij de vrouwen zelf. Bij interesse in een bestuurlijke functie in de lokale politiek, moet ze zelf solliciteren. Anderzijds is het belangrijk dat een selectiecommissie zich ervan bewust is dat vrouwen over het algemeen meer twijfelen aan hun competenties dan mannen en om die reden het welllicht spannender vinden om zich kandidaat te stellen voor raadslid, wethouder of burgermeester. De sleutel om meer vrouwen binnen te halen ligt bij actieve werving van vrouwen. Als selectiecommissies graag willen dat meer vrouwen zich kandidaat stellen voor functies in de lokale politiek, moeten ze met die angst rekening houden en hen actiever benaderen.
Een manier om dit vorm te geven is bijvoorbeeld door de leden van de selectiecommissie of een (in-)formele groep leden te laten inventariseren welke vrouwen geschikt zouden zijn als raadslid, wethouder of burgemeester. Vervolgens kan de commissie met die vrouwen een gesprek aangaan en is er de mogelijkheid om vrouwen nog extra aan te moedigen om te solliciteren. Dit kost wat extra inspanning, maar op deze manier wordt er ruimte geboden om eventuele twijfel door te spreken en is er nog de mogelijkheid om nogmaals te benadrukken wat deze vrouwen, met hun expertise en capaciteiten, kunnen betekenen voor de lokale gemeenschap en wat het henzelf oplevert. Vervolgens is het de verantwoordelijkheid van de vrouw zelf om de uitdaging aan te gaan en het risico te nemen.
Henriëtte Rikkoert en Loes Zuidervaart zijn leden van PerspectieF, ChristenUnie-jongeren en vormen samen de onderzoekscommissie ‘vrouwen in topfuncties’.