50 jaar sinds de eerste erkende interland vrouwenvoetbal
Foto: 4 spelers uit het Nederlandse vrouwenelftal van 1973 komen op 9 november 2023 bijeen bij Atria
Het is donderdag 9 november 2023. Precies 50 jaar na de eerste interland vrouwenvoetbal van het nationale elftal tegen Engeland in 1973 komen 4 spelers uit het Nederlands vrouwenelftal weer samen bij Atria. Die wedstrijd had nogal wat voeten in de aarde. De KNVB erkende de sport namelijk jarenlang niet voor vrouwen. Hoe kijken Ellen Popeyus, Tilly van Rooijen, Marian Wellenberg en Hanneke van der Veen terug op die periode?
Konden vrouwen wel voetballen?
Over vrouwen werd lang gedacht dat ze niet geschikt waren voor voetbal. Menig arts stelde dat hun enkels en knieën er niet geschikt voor waren, en het maatschappelijke sentiment was dat het spelen van voetbal ten koste ging van vrouwelijke elegantie. Het duurde dan ook lang totdat de KNVB het vrouwenvoetbal officieel erkende. In 1973 vond op 9 november de eerste officieel erkende interland plaats. Vrouwen organiseerden echter al sinds 1919 (of misschien al wel eerder!) officieuze voetbalwedstrijden.
“Er zijn bepaalde sporten die een vrouw niet kan bedrijven, dat zijn de krachtsporten [..] en sporten waarbij de gratie en de elegantie in het gedrang komen.”
N.A.O. Wegener Sleeswijk, vrouwelijke arts, 13 juni 1963
Wat weten we over de eerste interland vrouwenvoetbal?
Er is weinig bekend over de eerste interland en de totstandkoming van het nationale vrouwenelftal. Omdat de KNVB het vrouwenvoetbal lange tijd niet erkende, zijn er geen nationale statistieken bijgehouden. In een digitale deep dive kom je enkel een persbericht van het ANP tegen over de wedstrijd: het werd 1-0 voor Engeland. Maar waarom duurde het zo lang voordat de KNVB het vrouwenvoetbal erkende? Kwam de erkenning onder druk van UEFA en de FIFA, of stond de KNVB zelf daadwerkelijk achter het vrouwenvoetbal? En hoe ervoeren de vrouwen zelf de wedstrijd?
In de familie
Hun passie voor voetbal zat vaak al in de familie. Zo vertelt Tilly van Rooijen dat haar vader voetbalde en dat ze zelf vaak met haar broers ging voetballen. Haar ouders vonden het dan ook geen enkel probleem dat hun dochter voetbalde, wat toentertijd toch enigszins opmerkelijk gevonden werd door de rest van de maatschappij. Tilly’s vader richtte een voetbalclub in Nijenrode op. Zo kon zij doorgroeien naar de districtenteams en uiteindelijk meedoen aan de selectiewedstrijden van de KNVB voor het nationale elftal.
We doen het zelf!
Toch voelde wel alsof ze niet echt meetelden in 1973. Er was weinig verslaglegging van de wedstrijd, terwijl het Nederlandse mannenvoetbal het zo voor de wind ging in de jaren ’70. Ellen Popeyus wachtte niet totdat die aandacht zou komen, maar zette zelf het eerste Nederlandse tijdschrift over vrouwenvoetbal op, getiteld Damesvoetbal. “We kregen te weinig aandacht en ik dacht: dan doen we het gewoon zelf,” zegt Popeyus.
Alle uitgaves van Damesvoetbal zijn in te zien bij Atria.
Afgedankte shirtjes
Naast het gebrek aan media-aandacht, moesten de dames ook zelf voor hun spullen zorgen. “De shirts, dat waren afdankertjes van de heren!”, vertelt Ellen Popeyus. Ze moesten ze na de wedstrijd weer inleveren, zodat ze de shirts de volgende wedstrijd weer konden gebruiken. Dat weerhield Marian Wellenberg er niet van om het shirt toch stiekem mee te nemen. Zo zien we 50 jaar na dato toch nog een shirt uit die begintijd. De KNVB maakte het 25 jaar na de wedstrijd pas goed: na afloop van hun carrière kregen de vrouwen alsnog hun “eigen” shirt.
De onofficiële interland vrouwenvoetbal van 1956
De wedstrijd in 1973 was echter niet de eerste over de grens. Vrouwen organiseerden al lange tijd officieuze wedstrijden met teams uit het buitenland. Over die niet-erkende eerste interland van het vrouwenvoetbal in 1956 weten we meer. Nederland speelde tegen West-Duitsland en verloor met 2-1. De KNVB wilde het vrouwenvoetbal in die tijd niet erkennen. Vrouwen mochten zelfs niet trainen op de velden van aangesloten clubs. Voetbalclubs die openlijk meewerkten aan het vrouwenvoetbal riskeerden een hoge boete. Er zat voor de vrouwen dus niets anders op dan zelf wedstrijden organiseren.
Lenie van Wensveen deed als 14-jarig meisje mee aan de interland van 1956 en scoorde ook nog. Dankzij haar persoonlijke documenten, foto’s en ander materiaal kunnen we beter achterhalen wat zich allemaal heeft voltrokken in de geschiedenis van het vrouwenvoetbal. Atria beheert het archief van deze voetballer van het eerste uur.
Wat is de tussenstand vandaag de dag?
Er is veel veranderd sinds 1973. Vrouwen en meisjes mogen nu ook gewoon voetballen, zowel professioneel als op amateurniveau. Ook is de beloning inmiddels heel anders. Waar de voetballers van 1973 slechts 5 gulden per dag kregen voor een uitwedstrijd, krijgen sinds juli 2022 de vrouwen in het nationale elftal evenveel salaris als de mannen. “We hebben de tegeltjes gelegd voor de volgende generaties en nu is het pad alleen maar mooier en mooier aan het worden,” aldus Ellen Popeyus op 9 november van dit jaar.
No documents, no history
Lange tijd dacht men dat materiaal over vrouwenvoetbal niet belangrijk (genoeg) was om te bewaren, denk bijvoorbeeld aan de sportshirts. En dat terwijl archiefmateriaal juist kan helpen om meer te weten te komen over de geschiedenis van het vrouwenvoetbal. “Heel veel attributen en materiaal ligt nog bij de mensen thuis,” zegt sporthistoricus Jurryt van de Vooren. Daarom zijn we blij dat deze vier voetballers materiaal bewaard hebben.
Op deze bijzondere 9 november schenkt Bertheke Hoejenbos, die speelde bij KFC’71 en zelf ook regelmatig wedstrijden voor vrouwenvoetbal organiseerde in de jaren ’70 en ‘80, verschillende foto’s en krantenartikelen over vrouwenvoetbal aan Atria. Bekijk hier de inhoud van haar archief.
Lees verder over de geschiedenis van vrouwenvoetbal
Ben je na het lezen van dit artikel enthousiast geworden? Kom dan eens langs bij Atria en duik in de collectie om te ontdekken wat er allemaal te leren valt over die eerste officieuze en officiële interlands!