Jarenlang golden er andere regels voor vrouwen in sport. Vrouwensport is nog vaak ondergeschikt aan mannen in sport.Op de Olympische Spelen in 1928 werd turnen door vrouwen voor het eerst toegestaan. Anno nu is vrouwenvoetbal de snelst groeiende sport ter wereld, óók in Nederland.
Aan het begin van de 20e eeuw sportten vrouwen volop, maar weinig vrouwen deden mee aan wedstrijdsport. Een reden was dat de vrouwenkleding moest worden aangepast om de sport goed te kunnen uitoefenen. Vrouwen moesten vrij kunnen bewegen, maar de kleding mocht niet 'onzedelijk' zijn. Er kleefden stereotypen aan 'de vrouw met de broek'. Tegenstanders van vrouwensport vonden dat vrouwen fysiek niet tot sporten in staat waren of door teveel sportbeoefening te gespierd zouden worden en daarmee minder vrouwelijk.
De laatste jaren is er meer aandacht voor vrouwelijke pioniers in de sport. Vrouwelijke topsporters zijn rolmodel en zorgen voor een grotere deelname van vrouwen aan de (wedstrijd)sport. Maar tot op de dag van vandaag is in de sportwereld nog veel winst te behalen wat betreft gelijkheid tussen man en vrouw.