Vrouwelijke wetenschappers worden regelmatig geintimideerd op de werkvloer. En nu?

blog Vrouwelijke wetenschappers

Over het chronische gebrek aan ‘follow-ups’ in nieuwsmedia

Intimidatie in de academische wereld vindt op grote schaal plaats. Vooral vrouwelijke wetenschappers zijn hiervan het doelwit. Dat was ‘nieuws’ deze week naar aanleiding van een diepgravend onderzoek in opdracht van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren.

Verschillende media besteedden aandacht aan dit onderzoek. Laten we met het positieve beginnen:

  1. Dit onderzoek is überhaupt gedaan en nu onderdeel van het wetenschappelijk en collectief geheugen.
  2. Media beschouwen het eindelijk als de moeite waard aandacht te besteden aan de slachtoffers en de consequenties van dit soort wangedrag en structuren.
  3. Bovenstaande draagt bij aan het doorbreken van de vreemde illusie dat seksisme en intimidatie niet voor zouden komen in de academische wereld. News flash (voor nog altijd een deel van onze samenleving): onze maatschappij is gestoeld op en doordrenkt van seksisme en intimidatie van vrouwen. Dat verdwijnt niet zomaar en komt dus overal voor.

Probleemstructuurtje

Grote nieuwsmedia publiceerden allen keurig een meer of minder diepgaand artikel of item, waarin onderzoeker (en eerste auteur) Marijke Naezer de bevindingen van het onderzoek uit de doeken doet. En ze vroegen reacties op het onderzoek van ‘verantwoordelijken’. Klassieke journalistieke acties. Het verhaal bouwden ze vervolgens op aan de hand van ‘een probleemstructuurtje’:

  1. Wat is het probleem? Onderzoeker Marijke Naezer vertelt.
  2. Analyse. Onderzoeker Marijke Naezer vertelt verder, soms met context van andere onderzoeken.
  3. Oplossing. De aanbevelingen uit het onderzoek komen aan bod al dan niet gecombineerd met reacties van ‘verantwoordelijken’. Zo waait de voorzitter van de vereniging van universiteiten VSNU, Pieter Duisenberg, even langs om te zeggen dat ze ‘deze signalen heel serieus’ nemen bij de VSNU (NRC). RTL Nieuws schotelt ons nog meer verontwaardiging voor in de persoon van minister Ingrid van Engelshoven.

Prima verhalen met een kop en een staart. Klus geklaard. Mooie content voor de site/krant/uitzending. En weer verder.
Zo vergaat het vele nieuwsverhalen. Het probleem wordt geschetst, geanalyseerd en afgesloten met verontwaardiging en mogelijke oplossingen: het welbekende ‘en nu?’

Vrouwelijke wetenschappers

De taak van media om te fungeren als waakhond van de democratie en als controlemechanisme van machtige instituten moet veel duurzamer worden

En nu?

Maar laten we ‘en nu?’ eens op nieuwsmedia betrekken. Blijft dit verhaal liggen tot een volgend onderzoek met vergelijkbare resultaten? Waarna het persbericht weer deels wordt gecopypasted met een interviewtje erbij van de volgende onderzoeker. Gevolgd door oooh’s en aaah’s, geschrik en geknik.

Het kan ook anders. De taak van media om te fungeren als waakhond van de democratie en als controlemechanisme van machtige instituten moet veel duurzamer worden. Zeker wanneer de veiligheid van in dit geval vrouwelijke burgers in het geding is, omdat zij niet veilig zijn op hun werkplek. Journalisten moeten scherp in de gaten houden wat er gebeurt met en na al die verontwaardiging. Zo pleiten eerste auteur Marijke Naezer en haar collega-onderzoekers voor de oprichting van een onafhankelijk instituut waar vrouwen (en mannen) terecht kunnen met klachten over intimidatie in de academische wereld. Komt dit instituut er daadwerkelijk? En wanneer?

Journalisten slepen zich voort van het ene probleem naar het andere, maar hoe gaat het verder na het ‘en nu?’?

Zowel de minister als de voorzitter van de VSNU zeggen te schrikken van de signalen en verklaren dat universiteiten een veilige werkomgeving zouden moeten zijn. Hoe gaan zij dat concreet voor elkaar boksen? Daarover moeten journalisten ze maandelijks aan de tand voelen. En wat te denken van de universiteiten afzonderlijk. Wat gaan zij concreet doen met de resultaten van het onderzoek? Roepen ze vooral om actie of ondernemen ze die ook echt?

Nederlandse nieuwsmedia lijden aan een chronisch gebrek aan ‘follow-ups’. Verhalen moeten een kop en een staart hebben en afgerond zijn. Journalisten slepen zich voort van het ene probleem naar het andere, maar hoe gaat het verder na het ‘en nu?’? Wat blijft er over van al die verontwaardiging en roep om acties. Dat blijft vaak een vraagteken.

Zoë Papaikonomou

Zoë Papaikonomou (1982) is onderzoeksjournalist, mediadocent en auteur van ‘Heb je een boze moslim voor mij?’ Na een studie Geschiedenis en Arabisch werkte zij als nieuwsverslaggever en redacteur bij de Amsterdamse stadszender AT5. Daarna was zij docent Journalistiek aan Hogeschool Windesheim. Zoë is een van Atria’s gastbloggers in 2019.

Delen:

Gerelateerde artikelen