Wat is de waarde van werk voor vrouwen die partnergeweld hebben ervaren?
Deze vraag staat centraal in het rapport Als je werkt, dan kun je echt leven en is beantwoord door de ervaringen van slachtoffers centraal te zetten.
Op basis van interviews met 22 vrouwen die partnergeweld hebben meegemaakt geeft het rapport inzicht in:
- de waarde van werk op het meemaken van partnergeweld
- de impact van partnergeweld op de waarde van werk
Lees hier het rapport Als je werkt, dan kun je echt leven
De waarde van werk in het voorkomen en stoppen van partnergeweld
“Al heb je de beste baan die je hebben kan, je hoeft maar net die verkeerde persoon te treffen.”
Hiermee verwoordt één van de geïnterviewde vrouwen een belangrijke conclusie van het onderzoek. Het hebben van betaald werk is niet de enige, en ook niet de doorslaggevende factor in het voorkomen en stoppen van partnergeweld. Vrouwen die partnergeweld hebben ervaren schetsen een optelsom aan factoren, waarbij een financieel precaire situatie maar óók het hebben van betaald werk een ‘trigger’ kan zijn. Betaald werk kan vervolgens bescherming bieden tegen herhaling van het geweld doordat het toegang geeft tot alternatieve middelen, sociale weerbaarheid vergroot, een veilige haven biedt, een potentiële signalerende functie heeft en de mogelijkheid biedt de persoonlijke identiteit te behouden. Maar er zijn meerdere factoren die een afhankelijkheidspositie en het risico op (herhaling van) partnergeweld bepalen en door de ervaring met partnergeweld verandert de waarde van werk. Zo kan de gewelddadige partner de toegang tot werk (en hiermee de potentiële waarde van werk) blokkeren. Maar ook wordt de waarde van werk gedurende, en vanwege, de gewelddadige relatie verminderd en uiteindelijk tenietgedaan.
“Het was alsof ik niet leefde. Ik voelde de vreugde van het werk ook niet meer. Het was gewoon alles op automatische piloot.”
De waarde van werk in het herstel na partnergeweld
Na beëindiging van de gewelddadige relatie volgt een fase die te duiden is als een transitie van ‘slachtoffer’ naar ‘ex-slachtoffer’. Deze transitie is grillig en volgens één van de geïnterviewde vrouwen het beste te vergelijken met een achtbaan.
“Het is als zo’n achtbaan, je hebt ups-and-downs en dan gaat die weer een scherpe bocht naar rechts of links”.
Het herstelproces is in te delen in de fasen: verwerken, oriënteren en re-integratie. De waarde van werk verschilt in elke fase.
Verwerkingsfase
De verwerkingsfase staat voor vrouwen die partnergeweld hebben ervaren, in het teken van “werken aan jezelf”. In deze fase kan betaald werk voorzien in afleiding, sociale steun en het opbouwen van zelfvertrouwen. Het betreft echter ook een onderbreking van de verwerkingsfase en daarmee een vertragende factor van het gehele herstelproces.
Gelijktijdig heerst er een taboe op slachtofferschap en hebben vrouwen de drang om, na een periode van afhankelijkheid van de gewelddadige partner, onafhankelijk te zijn. De hulp die nodig is om de impact van partnergeweld te verwerken wordt dan ook ervaren als het voortduren van een afhankelijkheidspositie, waarbij de hulpverlener bepaalt wanneer het ‘deurtje van de kooi’ geopend wordt.
“Voor mij werd het op een gegeven moment, ja, een soort vogeltje. Dat kooitje in, je moet herstellen. En op een gegeven moment dan doen ze het deurtje open en dan mag je de maatschappij weer in. En dat gevoel geeft dit een beetje. Dat dat een beetje het laatste is, en dan heb ik zoiets van: en dan ben ik gewoon weer net als iedereen. Ik werk, ik heb weekend, en dat.”
‘Werk’ krijgt daarmee ook een symbolische functie. Door betaald werk krijgen de vrouwen toegang tot hun eigen financiële middelen en zijn ze niet meer afhankelijk van hun partner, of de overheid. Vrouwen beschrijven een gevoel van vrijheid. Een gevoel van een normaal leven. En een gevoel van weer te kúnnen leven. Of zoals één van de vrouwen verwoordde:
“En als je werkt, dan kun je echt leven…Ja, ik kan het niet anders uitdrukken.”
Oriëntatiefase
In de oriëntatiefase staat het (her)ontdekken van de eigen identiteit centraal. Zo kan de arbeidsmarkt gedurende de gewelddadige relatie veranderd zijn en dienen vrouwen zich opnieuw te oriënteren op hun arbeidsmogelijkheden. Wanneer kinderen na het verlaten van de gewelddadige partner (vrijwel) volledig bij de vrouwen komen wonen, moet er ook gezocht worden naar een nieuwe werk-zorgbalans. Vrouwen die (ook) psychisch partnergeweld hebben ervaren, beschrijven niet zelden dat hun identiteit door dit geweld is aangetast en ze zich weer moeten ‘hervinden’. Zoals één van de geïnterviewde vrouwen het verwoordde:
“Het is niet alleen maar dat je fysiek bent mishandeld, je bent ook geestelijk mishandeld. Dat is nog veel erger. Je hele eigenwaarde is gewoon kapot. En dan weet je niet meer wat je zelf wilt, je weet niet meer wie je bent, je weet niet meer waar je staat. Je moet jezelf compleet hervinden op alle facetten.”
De vrouwen beschreven de oriëntatiefase als “keihard werken”, waarbij er gevoelsmatig weinig ruimte is voor betaald werk. Daarnaast is het (her)ontdekken van de rol als ‘werkende’, onderdeel van de oriëntatiefase en is er de behoefte om eerst uit te zoeken welk werk bij hen past, voordat ze met betaald werk gaan starten. Wel wordt in deze fase waarde gehecht aan andere vormen van participatie, zoals het uitbreiden van een sociaal netwerk, vrijwilligerswerk, scholing en empowerment- en re-integratietrajecten.
Re-integratiefase
Kenmerkend in de re-integratiefase is de behoefte deel te nemen aan de maatschappij. Vrouwen worden in deze fase geconfronteerd met unieke obstakels die gerelateerd zijn aan het geweld dat ze hebben meegemaakt. Naast lichamelijke en psychische klachten, laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen, is er kans op een ‘terugval’ naar de verwerkingsfase. De ‘stap naar werk’ brengt daarom spanningen met zich mee. Of zoals één van de vrouwen verwoordde:
“Nee, het is niet spannend. Het is angstaanjagend.”
Om die reden hebben vrouwen de voorkeur om de re-integratiefase stapsgewijs en via andere vormen van participatie en onbetaald werk te doorlopen.
Wat is de waarde van werk voor vrouwen die partnergeweld hebben ervaren?
Overstijgend is te concluderen dat de waarde van werk voor vrouwen die partnergeweld hebben meegemaakt veranderlijk is. Zowel gedurende als na de gewelddadige relatie overschaduwen de gebeurtenissen die gerelateerd zijn aan het geweld de waarde van werk.
Aanbevelingen voor beleid en praktijk
- Erkenning dat de afhankelijkheidspositie van vrouwen door meer dan alleen economische zelfstandigheid wordt beïnvloed en bij de preventie van partnergeweld in samenhang aangepakt moet worden.
- Erkenning dat het risico op het meemaken van partnergeweld een combinatie van factoren betreft, die niet alleen aan het individueel niveau maar ook vooral aan het relationeel niveau gerelateerd zijn en beïnvloed worden door maatschappelijke ongelijkheden en heersende gendernormen.
- Erkenning dat de waarde van werk zowel materieel als immaterieel en symbolisch van aard is.
- Erkenning dat de waarde van werk niet vaststaand is. Deze wordt bepaald door contextuele factoren (zoals de maatschappelijke norm en de beschikbare hulp) en individuele gebeurtenissen (zoals het meemaken van partnergeweld).
- Erkenning dat onbetaald werk en andere participatievormen in het herstel na partnergeweld van waarde is.
- Erkenning van slachtofferschap, ook ná beëindiging van de gewelddadige relatie.
Dit onderzoek onderstreept de noodzaak van een gendersensitieve aanpak van partnergeweld, waarbij aandacht is voor de samenhang en verwevenheid (intersecties) van andere achtergrondkenmerken. Ook dient er in de aanpak van partnergeweld meer aandacht te zijn voor het herstel na partnergeweld. Hiervoor is beleid nodig dat ingebed is in samenhangend flankerend overheidsbeleid, uitgewerkt in een integrale aanpak en waarbij aandacht is voor verschillende vormen van partnergeweld (waaronder economisch geweld en psychisch geweld). Het herkennen van de signalen en de impact van al deze verschillende vormen van partnergeweld verdient ook bredere implementatie in de uitvoeringspraktijk. Dat geldt niet alleen voor professionals die werkzaam zijn in de hulpverlening. Ook werkgevers, HR-medewerkers, bedrijfsartsen, re-integratiemedewerkers en jobcoaches dienen de signalen van verschillende vormen van partnergeweld te (h)erkennen en in de individuele begeleiding naar werk kennis te nemen van het herstelproces na partnergeweld om op die manier betaald werk van waarde te laten zijn.
Verantwoording
Atria heeft naar aanleiding van een motie van voormalig Tweede Kamerlid Van den Hul (d.d. 2-12-2019) van de directie Emancipatie van het ministerie van OCW de opdracht gekregen onderzoek uit te voeren naar het verband tussen financiële (on)afhankelijkheid van vrouwen en partnergeweld. Dit onderzoek bestond uit twee delen. Het eerste deel betreft een wetenschappelijke literatuurstudie. Het tweede deel bestond uit interviews met vrouwen die partnergeweld hebben meegemaakt en leidde tot het rapport Als je werkt, dan kun je echt leven. Het gehele onderzoek sluit aan bij het onderzoek naar de effectiviteit van De Nieuwe Toekomst dat Atria onder het ZonMw-programma Vakkundig aan het Werk uitvoert en het promotieonderzoek van Suzanne Bouma (Universiteit van Amsterdam) naar de waarde van werk in het herstel na partnergeweld.
De “wordcloud” is gebaseerd op de eerste reactie die negen van de geïnterviewde vrouwen via de mail gaven op de vraag: Wat is voor jou de waarde van werk?