In Memoriam: Carla Brünott
Carla Brünott (Utrecht, 24 juni 1938 – Amsterdam, 23 augustus 2017, links op de foto) liet zich aanvankelijk als zangeres scholen, maar werd in de jaren 70 de vrouwenbeweging ingezogen. Sindsdien heeft ze zich haar hele leven onvermoeibaar en op velerlei gebied ingezet voor emancipatie van vrouwen.
Bewogen leven
Al op jonge leeftijd moest Carla Brünott verantwoordelijkheden dragen. Omdat haar moeder vaak ziek was, zorgde ze voor haar drie zussen en haar broer. In haar levensboek Een gepassioneerde potteuze geeft ze aan soms de buffer tussen haar ouders te zijn geweest, omdat hun huwelijk niet erg goed was. Met poppen spelen vond ze maar truttig, ze voetbalde liever met jongens uit de buurt. Elke dag bezocht ze uit vrije wil de katholieke kerk, bad “voor alles en iedereen”, aldus Carla, en vond er troost.
Op de middelbare nonnenschool Maria Virgo had ze de tijd van haar leven. Aanvankelijk wilde ze Frans studeren, maar koos uiteindelijk onder invloed van haar moeder voor zang aan het Rotterdams Conservatorium. Ze haalde haar solistenexamen cum laude, maar raakte tijdens een van haar optredens haar stem kwijt. Hierna stopte ze abrupt met zingen. Niet lang daarna ging ze het klooster in. Daar voelde ze zich toch onvoldoende vrij en trad uit. In Amsterdam beleefde ze haar tweede jeugd: ze maakte voor het eerst kennis met het COC en op haar 32ste kwam ze ervoor uit dat ze lesbisch was.
Vrouweninitiatieven
Het COC werd door mannen geleid en er waren weinig vrouwen lid. Carla voelde zich meer verwant met de radicaal-feministische groep Paarse September. Aanvankelijk had ze het daar naar haar zin, maar meningsverschillen leidden ook weer tot afstand. “Ik ben zo’n heftig en gepassioneerd mens. Ik kan soms heel kwaad worden, daar schrikken mensen van. Maar het is zo weer over”, aldus Carla.
Carla Brünott stond aan de wieg van allerlei vrouweninitiatieven. Geïnspireerd door de oprichting van vrouwenboekhandel Savannah Bay in Utrecht, richtte zij in 1976 samen met vier andere vrouwen vrouwenboekhandel Xantippe op in Amsterdam. Behalve een boekhandel creëerde Xantippe ook een plek waar vrouwen elkaar konden ontmoeten om ervaringen en ideeën uit te wisselen. Carla Brünott zou tot 1984 bij Xantippe werken. Carla Brünott vond dat vrouwen gestimuleerd moesten worden om eigen ideeën te verspreiden. Daarin achtte zij een eigen drukpers als een voorwaarde. In 1978 richtte zij samen met negen gelijkgezinde vrouwen de Stichting Vrouwendrukkerij Virginia op, vernoemd naar Virginia Woolf. In 1979 kwam het Lesbisch Prachtboek uit, gedrukt bij Virginia. Geïnspireerd hierdoor was Carla betrokken bij de ontwikkeling van een nieuw lesbisch tijdschrift: ‘het lesbisch-cultureelfeministische tijdschrift’ Lust & Gratie. Na zeven jaar Lust & Gratie verliet Carla Brünott de redactie in 1989.
Vanaf de jaren 80 kwam ze regelmatig bij (de voorganger van) Atria – IIAV, later Aletta – en las veel over de geschiedenis van vrouwen uit de 19e en 20e eeuw: onder meer over de strijd voor vrouwenkiesrecht, gelijk loon en meer aandacht voor lesbische vrouwen. Een cruciaal thema was de vrouwenstrijd voor legale abortus. Carla was eerder aanwezig geweest bij de bezetting van de abortuskliniek Bloemenhove in 1976.
Gepassioneerde potteuze
Vanaf de jaren 90 zette ze zich in toenemende mate in voor verbetering van de positie van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen. Ze werkte als vrijwilliger bij Mama Cash, een organisatie die wereldwijd vrouwen-, meiden- en transgendergroepen steunt die zich inzetten om de wereld te verbeteren. Ook was zij vrijwilligster bij enkele opvanghuizen voor vluchtelingen, waar ze naast het bijhouden van de boekhouding, persoonlijk nauw betrokken was bij de ondersteuning van vluchtelingen. Ze was een veel geziene gast bij evenementen bij Atria en tot op het laatst liep ze met haar rollator mee met demonstraties – ‘Krasse Car’ werd ze genoemd – en herontdekte de muziek door te schrijven voor jonge muzikanten.
In haar latere leven keerde ze terug naar haar eerste liefde de muziek, door aan een studie Muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam te beginnen. Ze richtte de interuniversitaire werkgroep Vrouwenstudies en Muziekwetenschappen op. Tevens was zij dirigente van het lesbisch zangkoor Capella Casulana. Met grote passie zorgde zij voor de realisatie van een boek over de zangeres Cathy Berberian. Ook zette Carla Brünott haar talenten in voor vele leerorkesten.
In het levensboek dat Emma van Zalinge afgelopen jaar over haar optekende, zegt Carla: “Hoe ik herinnerd wil worden? Als een gepassioneerde pot, een strijdbare vrouw. Ook liefdevol, maar ik ben niet altijd lief hoor, laat ik dat er maar uit gooien”.
Foto: Vrouwendrukkerij Virginia, waar het affiche van Vrouwencafé Saarein gedrukt wordt. Links Carla Brünott. Amsterdam, sept. 1978 © Muriel Agsteribbe – collectie IAV-Atria