De Gerritsencollectie van C. V. Gerritsen
Foto van Carel Victor Gerritsen, fotograaf: H.C. de Graaff, collectie IAV-Atria
Carel Victor Gerritsen (1850-1905) was een politicus, feminist en vrijdenker. Op zijn 25e begint hij met het verzamelen van boeken over de vrouwenbeweging en de positionering van vrouwen in de samenleving. Na zijn huwelijk met Aletta Jacobs in 1892, breidden ze de collectie samen uit. De Gerritsencollectie groeit uiteindelijk uit tot een verzameling van maar liefst 30.000 boeken, die Gerritsen kort voor zijn dood verkoopt. De collectie bevat een enorme verrijking aan materiaal over de geschiedenis van de vrouwenemancipatie en is bij de ‘externe collecties’ van Atria te vinden. Maar wie was Gerritsen, de originele samensteller van deze collectie? En waarom verkocht hij zijn collectie? Wat gebeurde er vervolgens met deze grote collectie?
Het IAV en de collectie
Dr. Jane de Iongh is in 1935 bestuurslid van de voorloper van Atria, het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV). In een artikel over het IAV schrijft zij dat de eigen bibliotheek van Aletta Jacobs niet meer beschikbaar was. Hiermee doelt zij er op dat de collectie door Gerritsen is verkocht. (De bibliotheek is namelijk om onduidelijke redenen verkocht aan een bibliotheek in Chicago). Terwijl deze collectie, aldus de Iongh, een mooie basis had kunnen vormen voor het IAV. Toch heeft Atria nu toegang tot de collectie, die beschouwd kan worden als de grootste bron ter wereld voor de studie van vrouwengeschiedenis. In onze bibliotheek en als lid kun je digitaal deze bijzondere collectie aan boeken, tijdschriften en pamfletten inzien.
Feminist van betekenis
Gerritsen is vooral bekend als ‘de man van’. Dit is echter zeer onterecht, aangezien hij veel voor de vrouwenemancipatie heeft betekend. Gerritsen was een echte feminist, iets wat vrij uitzonderlijk was voor zijn tijd. Zo was hij tegen de reglementering van de prostitutie. Het reglementeren van de prostitutie beperkt immers de vrijheid van vrouwen. Als lid van de Amersfoortse gemeenteraad pleitte hij voor de afschaffing van gedwongen medische keuring voor prostituees. Die was ingesteld in 1851 om mannen bij hun prostitutiebezoek zo min mogelijk risico te laten lopen. Helaas werd zijn voorstel in de gemeenteraad verworpen.
Ook was Gerritsen in 1881 al actief in het pleiten voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen op het gebied van arbeid en was Gerritsen lid van de Radicale Bond. Dit was de eerste landelijke partij die vrouwenkiesrecht had opgenomen in haar programma. In 1893 kwam Gerritsen voor deze Bond in de Tweede Kamer.
Wie was Gerritsen?
Gerritsen is in 1850 geboren als zoon van een graanhandelaar in Amersfoort. Nadat hij aan de Openbare Handelsschool in Amsterdam studeerde, waar hij onder andere les kreeg van Nicolaas Gerard Pierson (die later minister van financiën zou worden), keert Gerritsen terug naar Amersfoort. Hier raakt hij in botsing met zijn ouders over zijn geloofsovertuiging en breekt in 1869 met de orthodox-protestantse kerk. Gerritsen verhuist naar Londen, waar hij bekend raakt met het neomalthusianisme.
In 1876 keert hij echter naar Nederland terug, omdat zijn vader een ernstige oogaandoening krijgt die kon uitlopen op blindheid. Samen met zijn broer neemt hij de graanhandel over. In de avonduren studeert Gerritsen en naast zijn werk besteed hij steeds meer aandacht aan arbeids- en vrouwenemancipatie. In 1881 richt hij de Nieuw-Malthusiaansche Bond op. Sociale problemen worden het beste opgelost door overbevolking tegen te gaan, aldus Gerritsen. Geboortebeperking, door middel van voorbehoedsmiddelen, is daarbij de sleutel. In 1886 verlaat Gerritsen Amersfoort en vertrekt hij naar Amsterdam, om daar colleges te volgen. Hij stopt dan ook zijn werkzaamheden voor het familiebedrijf.
Politiek
Gerritsen heeft een rijke politieke carrière: eerst gemeenteraadslid in Amersfoort en na zijn verhuizing naar Amsterdam in 1885, gemeenteraadslid in Amsterdam. In Amersfoort zet Gerritsen zich in tegen kinderarbeid, voor beter onderwijs voor meisjes en voor het beschermen van prostituees. Van 1893 tot 1897 is hij ook lid van de Tweede Kamer. Tussen 1899 en 1902 is Gerritsen wethouder in Amsterdam en de laatste vier jaar van zijn leven lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland. In de politiek heeft Gerritsen veel aandacht voor de vrouwenbeweging en de vertegenwoordiging van minderheden. Zo is hij onder andere ook voorstander van het vrouwenkiesrecht. In 1905 wordt Gerritsen opnieuw verkozen tot Tweede Kamerlid. Hij overlijdt echter in datzelfde jaar, nog voordat hij zijn benoeming kan aanvaarden.
Gerritsen en zijn collectie
Vanaf het jaar 1875, toen Gerritsen 25 jaar was, kocht hij literatuur over allerlei onderwerpen die te maken hebben met de vrouwenbeweging. Publicaties in rechten en sociale wetenschap, feministische uitgaven, maar ook antifeministische boeken. Gerritsen koopt niet alleen Nederlandstalige boeken, maar ook publicaties uit andere Europese landen, Azië, Amerika en Australië. De collectie krijgt ook steeds meer bekendheid, kranten en tijdschriften publiceren bijvoorbeeld artikelen over de Gerritsencollectie. Daarnaast wordt de bibliotheek in 1900 zelfs tentoongesteld op de Parijse wereldtentoonstelling. Ook Wilhelmina Drucker schrijft dat Gerritsen zijn unieke feministische bibliotheek beschikbaar stelde voor de Vrije Vrouwenvereeniging.
De collectie breidt zich zodanig uit, dat er in 1901 een catalogus wordt uitgegeven van maar liefst 344 bladzijden. H.J. Mehler, adjunct-bibliothecaris van de Universiteit van Amsterdam, stelt deze samen. Een Parijse uitgever drukt de catalogus vervolgens in het Frans af. In de catalogus staan 2696 titels, waaronder ruim 400 Nederlandstalig. Ook staan er 186 titels van tijdschriften, waaronder 19 Nederlandstalige. Verder staan er 332 titels in van verslagen van genootschappen in, waaronder 21 Nederlandstalige.
In 1903 verkoopt Gerritsen echter zijn gehele bibliotheek, bestaande uit ruim 30.000 titels, aan de John Crerar Library in Chicago. Een vrij nieuwe bibliotheek die zich aanzienlijk uitbreidt door de toevoeging van deze collectie.
Huwelijk met Aletta Jacobs
De steeds verder uitbreidende Gerritsencollectie maakt ook dat er contact ontstond met Aletta Jacobs. Gerritsen bezoekt Jacobs, spreekt over zijn collectie en leent boeken uit aan Jacobs. Er ontstaat uiteindelijk een relatie tussen de twee, die uitloopt op een huwelijk in 1892. Jacobs en Gerritsen breiden samen de collectie aan boeken, pamfletten en tijdschriften verder uit.
Het is onduidelijk waarom Gerritsen uiteindelijk zijn boeken verkoopt in 1903. Hadden hij en zijn vrouw het geld wellicht nodig om hun reizen te kunnen betalen? Of verdienden zij aanzienlijk minder doordat Jacobs haar artsenpraktijk neerlegt en Gerritsen in 1902 zijn baan als wethouder van Amsterdam kwijtraakt? Na de dood van Gerritsen in 1905, rept zijn vrouw Aletta Jacobs ook niet veel meer over de collectie. Men gaat er na de dood van ook Jacobs vaak vanuit dat zij de collectie heeft samengesteld. Dit is echter een misverstand. Gerritsen is namelijk zelf de collectie begonnen.
De collectie na de verkoop
Nadat zij in 1903 de Gerritsencollectie hebben gekocht, breidt de John Crerar bibliotheek de collectie uit in de jaren na 1904. In 1951 besluit de bibliotheek om minder te gaan focussen op sociale wetenschap en meer op de exacte wetenschappen. Als gevolg hiervan verkoopt de bibliotheek een groot deel van de Gerritsencollectie in 1954 aan de University of Kansas. De Kenneth Spencer Research Library brengt het vervolges onder in het Department of Special Collections.
Onder andere wegens de grote internationale betekenis van de collectie, brengt de Microfilming Corporation of America de Gerritsencollectie op microfilm en microfiche uit. Een project dat plaatsvind tussen 1974 en 1976. Dit gebeurd onder de titel The Gerritsen Collection of Women’s History, 1543-1945. De University of North Carolina voegt hier nog duizend titels aan toe van ‘The Woman’s Collection’.
De Gerritsencollectie nu
Hoe is Atria dan alsnog aan de Gerritsencollectie gekomen? Dit komt doordat de uitgebreide Gerritsencollectie die in 1976 op microfilm en microfiche uitgebracht werd, uiteindelijk het materiaal vormde voor de digitale versie. Deze versie is vervolgens digitaal gepubliceerd door Proquest. Via Proquest heeft Atria toegang tot de gedigitaliseerde uitgebreide versie van de Gerritsencollectie. En zo is de uitgebreide collectie aan boeken, pamfletten, tijdschriften en andere bronnen toch weer in Nederland te vinden.
De Gerritsencollectie staat nu bekend als een belangrijke collectie over de geschiedenis van de vrouwenemancipatie die ooit in 1875 is begonnen door Carel Victor Gerritsen, een feminist van zijn tijd. Iemand die ondanks zijn feministische collectie aan boeken, toch het beste herinnerd kan worden voor zijn vele inspanningen voor de vrouwenemancipatie op politiek gebied.
Anne Geertjes, student MA Geschiedenis van politiek en maatschappij en stagiair Collecties