Anna van Hogendorp – biografie

biografie Anna van Hogendorp Collectie: Atria

Anna van Hogendorp was sociaal hervormster, feministe en publiciste.
Zij werd geboren als jonkvrouw Anna van Hogendorp, dochter van jonkheer Dirk van Hogendorp (?-1845) (na het overlijden van zijn oudste broer op 10 juli 1838 graaf van Hogendorp), raadsheer in het Gerechtshof en buitengewoon lid van de Tweede Kamer, en jonkvrouw Mariane Catherine van Hogendorp (?-1878), evangelisch sociaal hervormster; haar zus is Mariane Catherine van Hogendorp, bekend als Marianne Klerck-van Hogendorp (1834-1909), sociaal hervormster en feministe. Zij bleef ongehuwd. Zij gebruikte de pseudoniemen Clematis en Johanna.

Wie: Anna van Hogendorp
Geboortedatum: 7 september 1841
Geboorteplaats: Den Haag, Nederland
Sterfdatum: 5 maart 1915
Plaats van overlijden: Den Haag, Nederland
Alternatieve naam: Johanna of Clematis

Het leven van Anna van Hogendorp

Anna van Hogendorp werd geboren in een Haagse adellijke familie. Haar jeugd en latere leven werden sterk beïnvloed door het orthodox-protestantse Reveil, een religieuze vernieuwingsbeweging waar haar beide ouders aanhangers van waren. Haar moeder, gravin Mariane van Hogendorp-van Hogendorp, een evangelisch sociaal hervormster, betrok haar en haar zusters Marianne en Wilhelmina bij het armenwerk onder behoeftige weduwen en bij zendingswerk en zondagsschool.

In 1857 sloot zij zich aan bij het Damesleesgezelschap, dat was opgericht door Elisabeth ‘Betsy’ Groen van Prinsterer-van der Hoop, echtgenote van politicus Guillaume ‘Willem’ Groen van Prinsterer en hartsvriendin van haar moeder. Anna van Hogendorp begon vanaf 1869 zelf te schrijven onder het pseudoniem ‘Johanna’, veelal korte biografische portretten van christelijke (adellijke) vrouwen.

Na de dood van haar moeder in 1878 nam zij met haar zus Marianne Klerck-van Hogendorp de Vereeniging ‘Vrienden der Armen’ over, opgericht door haar moeder in 1847. En na de dood van Betsy Groen van Prinsterer in 1879 zette Anna van Hogendorp het Damesleesgezelschap voort. Ook de door Betsy Groen van Prinsterer gestichte evangelisatievereniging Opstanding en Leven werd overgenomen, waaraan Anna van Hogendorp een Toevlucht voor Daklooze Vrouwen en Meisjes toevoegde.

In 1883 maakten Anna van Hogendorp en Marianne Klerck-van Hogendorp kennis met Josephine Butler, leidster van de abolitionistische beweging, die in Groot-Brittannië de voor vrouwen discriminerende zedelijkheidswetgeving bestreed en vocht voor de afschaffing van de zogeheten reglementering van prostitutie. In 1884 richtte zij met haar zus Marianne Klerck-van Hogendorp de Nederlandsche Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn op, waarvan Marianne de eerste presidente was tot 1909.

Prostitutie en vrouwenhandel

Anna van Hogendorp was bestuurslid en presidente van de afdeling Den Haag en Scheveningen. Zij schreef in het ‘Orgaan van den Nederlandschen Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn’ en het afdelingsblad ‘Hulp in de Huishouding’ onder het pseudoniem ‘Clematis’. Zij zette zij zich in voor petitionnementen aan de Tweede Kamer inzake de reglementering van prostitutie en ter bestrijding van vrouwenhandel. Prostitutie werd ook praktisch bestreden door middel van het uitdelen van informatie op stations aan alleen reizende vrouwen (het ‘stationswerk’) en het doorsturen naar Tehuizen waar zij tijdelijk konden verblijven.

Zij zag de verschijnselen waarvoor zij streed eerst als gevolg van ‘de ontzettende zonde die ons volk verteert’, maar al snel bracht zij ze in verband met de ‘dubbele zedewet’, waarvan vrouwen het slachtoffer waren. Hierdoor ging zij in de jaren tachtig van de negentiende eeuw deel uitmaken van de toentertijd groeiende beweging voor vrouwenrechten. In 1894 werd zij lid van de pas opgerichte Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.
Anna van Hogendorp, collectie: Atria
Voor de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898 organiseerden Anna van Hogendorp en Marianne Klerck-van Hogendorp samen met niet-protestantse vrouwen een congres over zedelijkheid: de Driedaagsche Samenkomst tot Bevordering der Openbare Zedelijkheid. Daarnaast bleef zij publiceren, waarvoor zij in 1902 gevraagd werd voor het lidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.

Rond 1900 verdween de reglementering van prostitutie, waarna de Vrouwenbond zich met andere organisaties richtte tegen vrouwenhandel en voor een wet tegen bordelen. In 1904 werd Anna van Hogendorp de vertegenwoordigster vanuit de Nationale Vrouwenraad van Nederland in het permanent Comité tegen Vrouwenhandel van de Internationale Vrouwenraad. Ook was zij betrokken bij het in 1905 opgerichte Nationaal Bureau van Informatie van het Nationaal Comité tot Bestrijding van den Handel in Vrouwen, dat in 1900 mede op initiatief van haar zus Marianne Klerck-van Hogendorp was opgericht.

In 1907 was Anna van Hogendorp medeoprichtster van het Consultatie-bureau voor ongehuwde Moeders, nadat het verbod op onderzoek naar het vaderschap was opgeheven. In 1911 werd de Wet tot bestrijding van zedeloosheid aangenomen, waarbij het houden van een bordeel werd verboden en prostitutie en vrouwenhandel strafbaar werd gesteld.

In 1913 redigeerde zij, samen met Cornelia van der Hart, de bundel ‘Van Vrouwenleven, 1813-1913 : ontwikkelingsgang van het leven en werken der vrouw in Nederland en de koloniën’ ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘De Vrouw, 1813-1913’. Anna van Hogendorp bleef tot haar dood in 1915 actief in de vrouwenbeweging.

Website: Publicatie ‘Levensbericht van Anna van Hogendorp 1841-1915’
Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland – biografie Anna van Hogendorp
Biografisch Woordenboek van Nederland – biografie Anna van Hogendorp

Publicaties van Anna van Hogendorp:

– Driedaagsche samenkomst tot bevordering der openbare zedelijkheid, gehouden van 28-30 juli 1898. (1899)
– Gedenkboek : vijf en twintig jaren arbeids van den Nederlandschen Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn. (1909)
– Van vrouwenleven 1813-1913 : ontwikkelingsgang van het leven en werken der vrouw in Nederland en de koloniën. (1913)
Literatuur over:
– Gevaarlijke vrouwen / Woltera den Tex. In: Zijwind. (1999) Aandacht voor het werk van Anna van Hogendorp (1849-1915), die zich in haar tijd bezig hield met het bordeelverbod.
– ‘De ‘wereld’ van Reveilvrouwen, hun liefdadige actitiviteiten en het ontstaan van het feminisme in Nederland / Tineke de Bie en Wantje Fritschy. In: De eerste feministische golf : zesde jaarboek voor vrouwengeschiedenis. (1985)
– Baanbreeksters. (1978)
– Van onze oud-tantes en tantes. (1917)

Delen:

Gerelateerde artikelen