Anna de Savornin Lohman – biografie

biografie

Anna de Savornin Lohman Collectie Atria 034-003

Beeld: Portret van schrijfster en polemiste Anna de Savornin Lohman. Fotograaf onbekend, ca. 1890 (Collectie IAV-Atria)
Atria wil graag de goede bronvermelding geven. Ken je de maker van deze foto, dan horen wij dat graag: beeld@atria.nl

Anna de Savornin Lohman was schrijfster, polemiste, journaliste en redactrice van De Hollandsche Lelie.

Zij was het vijfde kind en enige dochter van jonkheer Maurits Adriaan de Savornin Lohman, jurist en onder meer goeverneur van Suriname, en jonkvrouw Florentina Johanna Alberda van Ekenstein. Van 1901 tot haar huwelijk in 1915 woonde zij samen met haar vriendin Maria Anna Reijers. Op 19 augustus 1915 trad zij in het huwelijk met Hendrikus Theodorus Spoor; het huwelijk was kinderloos en eindigde met zijn dood op 20 juni 1919.

Wie: Anna de Savornin Lohman
Geboortedatum: 14 januari 1868
Geboorteplaats: Assen, Nederland
Sterfdatum: 23 september 1930
Plaats van overlijden: Den Haag, Nederland

Het leven en werk van Anna de Savornin Lohman

Anna de Savornin Lohman is het meest bekend om haar polemische geschriften over normen en waarden en religieuze kwesties en over de positie van vrouwen, zoals onder andere in de brochure ´De liefde in de vrouwenquestie´ (1898). Al vroeg leerde zij in de streng gereformeerde opvoeding van haar ouders dat jongens rechten hebben en meisjes alleen maar plichten. Zij had graag verder willen leren, blijkt uit haar publicatie ´Herinneringen´ (1909). Na het overlijden van haar moeder, en het verlies van het fortuin van haar vader, begeleidde zij hem toen hij werk in Indië had gekregen.
Haar carriëre als schrijfster begon met schetsjes voor het Haagsch Dagblad, met recensies als letterkundig medewerkster van het ´Soerabaiasch Handelsblad´. Haar eerste roman verscheen in 1895: ´Misere´. In 1902 werd zij redactrice van de ´Hollandsche Lelie´tot aan haar huwelijk in 1915. Zij werkte mee aan de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898, als lid van de Letterkundige en de West-Indische rubriekscommissies. Ze werd benoemd tot lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
Na het overlijden van haar man werkte zij als collectrice bij de Staatsloterijen.