#sorryJohan maar uit de kast komen is niet vanzelfsprekend
Deze blog gaat niet over de discussie of Johan Derksen wel of niet homofobe uitspraken heeft gedaan. Het gaat ook niet over Veronica Inside. Het gaat wel over de berichtgeving op social media over de ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen (LHBT personen). De laatste week trok een storm voorbij op de sociale media over vermeende homofobe uitspraken van Johan Derksen, voetbalanalyticus bij Veronica Inside. Krantenstukken werden volgeschreven. En zelfs de voorpagina van de NOS berichtte meermaals over de uitspraken van Johan Derksen en de daaropvolgende mediastorm.
Uit de kast komen een worsteling?
Naar aanleiding van uitspraken dat “uit de kast komen niet zo moeilijk was” posten een groot aantal mensen onder de hashtag #SorryJohan hun ervaringen met uit de kast komen, vaak een worsteling. Hoewel het gros van de ervaringen niet te maken had met de voetbalwereld, laat staan met de uitspraken van Derksen zelf, is het belangrijk deze ervaringen serieus te nemen. Dit geldt voor onderzoekers, beleidsmakers, gezondheidsprofessionals en de samenleving an sich. Het kan voor mensen (extreem) moeilijk zijn om uit de kast te komen of zich te uiten als een niet-heteroseksueel of niet-cisgender persoon. Terwijl uit de kast komen – geheel onterecht! – juist wordt gezien als een noodzakelijke stap voor het volledig tot wasdom komen als niet-heteroseksueel of niet-cisgender persoon.
Het is belangrijk te benoemen dat de hashtag #SorryJohan focust op de meer negatieve verhalen –een enkele positieve ervaring daargelaten – en laat daarbij een beperkt beeld zien van de ervaringen van LHBT+ personen. Lang niet alle ervaringen zijn negatief, hoewel er vrij makkelijk een beeld wordt gecreëerd door belangenorganisaties, media (omtrent deze zaak maar bijvoorbeeld ook een programma als Uit de Kast dat de nadruk legt op uit de kast komen als een stressvol, angstig en moeilijk proces) en individuele personen die niet-heteroseksueel of niet-cisgender zijn (door sommigen ook wel de slachtofferrol genoemd).
De LHBT monitor 2018 laat zien dat de bevolking steeds positiever denkt over LHBT personen, dat LHB personen minder respectloos gedrag meemaken en het percentage lesbische/homoseksuele personen dat geweldsdelicten heeft meegemaakt niet significant verschilt van heteroseksuele personen*. Hoewel het COC zegt zich niet te herkennen in dit beeld, en een bekende advocaat doet alsof deze cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau niet deugen, bevestigen deze cijfers dat de #SorryJohan ervaringen een beperkt beeld laten zien. We kunnen aannemen dat niet alleen ervaren of waargenomen negativiteit een rol speelt in het proces van uit de kast komen, maar bijvoorbeeld ook verwachte negativiteit. Het zou mij verbazen wanneer de (sociale) media daarin geen rol spelen.
Uit de kast komen is een persoonlijke keuze
In mijn proefschrift definieer ik uit de kast komen als een heteronormatieve praktijk waarin een niet-heteroseksueel (of niet-cisgender) persoon een bekentenis aflegt van Anders zijn: “Pap, mam… ik moet je iets vertellen.” Hierbij wordt expliciet de nadruk gelegd op het Anders zijn, zodat anderen met jouw niet-hetero zijn kunnen omgaan. Daarnaast kunnen LHBT+ personen hun genderidentiteit of seksuele oriëntatie ook via meer natuurlijke of spontane manieren kenbaar maken (wat ik definieer als “jezelf uiten als…”). Ik concludeer dat biseksuele personen in mijn onderzoek niet uit de kast willen komen, maar zich wel zo nu en dan willen uiten wanneer ze er zelf behoefte aan hadden of het voor hen een doel had. Met andere woorden, wanneer het voor hen relevant is. Dat is natuurlijk de essentie. Er is namelijk geen één reden waarom je wel of niet uit de kast zou moeten komen (of je zou moeten uiten). Wetenschappelijke studies laten eveneens een gemengd beeld zien: het open zijn over je seksuele oriëntatie is niet per se positief.
Je wel of niet uiten (of uit de kast komen) is een persoonlijke keuze. Sommige studies spreken over een kosten-batenanalyse: wat win ik en wat zijn de risico’s wanneer ik mezelf kenbaar maak? Met andere woorden, hoe kan ik negativiteit beperken? Dit is echter een zeer beperkt beeld van de keuzes. Het wel of niet uiten heeft lang niet altijd te maken met vooroordelen, stereotypen of angst voor negativiteit. Zoals een opsomming in de Gaykrant laat zien, het kan te maken hebben met iemands’ persoonlijke kenmerken of situatie, de omgeving waar iemand zich in bevindt, en hoe de interpersoonlijke verhoudingen liggen. Het zijn überhaupt niet altijd bewuste keuzes om wel of niet uit te komen voor je seksuele oriëntatie of voorkeur(en).
Draag bij aan een positief beeld van LHBT+ personen
Terug naar #SorryJohan. Het is enorm belangrijk dat er ruimte is voor mensen om – indien ze dit zelf willen – te praten over hun niet-heteroseksualiteit of niet-cisgender zijn. Ook binnen de voetbalwereld. Hoewel het zeker de goede kant op gaat met de acceptatie van lesbische en homoseksuele personen, ze minder respectloos gedrag en geweld ervaren, en de voetbalwereld niet per definitie negatief is jegens LHBT personen, blijft het belangrijk om een vinger aan de pols te houden en echte negativiteit te veroordelen. Verbetering is zeker mogelijk, en noodzakelijk, maar laten we niet bijdragen aan negatieve beeldvorming over LHBTI personen door constant (en onterecht!) te herhalen dat de dagelijkse realiteit van lesbische en homoseksuele personen steeds verder achteruit gaat en dat het uiten (of uit de kast komen) per se een worsteling is. Een dergelijk scheef beeld zorgt alleen maar voor meer, en wellicht ongefundeerde, angst voor toekomstige generaties. Laten we de nuance erin houden.
* De leef- en veiligheidssituatie is minder positief voor biseksuele en transgender personen.
Noot: Dat iemand geweldsincidenten meemaakt is niet per se gerelateerd aan iemands’ gender identiteit of seksuele oriëntatie.
Dr. Emiel Maliepaard promoveerde in 2018 op het eerste Nederlandse onderzoek dat zich volledig richtte op biseksuelen in Nederland (Sociale Geografie, Radboud Universiteit). Zijn interesse ligt met name in de rollen en posities van gender en seksualiteit in de alledaagse activiteiten die het sociale en werkzame leven van mensen vormgeven.