Lesbische vrouwen: een voortrekkersgroep die vaak onderbelicht blijft
Fotocredits: Gon Buurman
Lesbische vrouwen komen minder in beeld dan homomannen en dan ook nog op een stereotiepe wijze. Gelukkig zijn er vrouwelijke helden die dat beeld bijstellen, schrijft Atria in Trouw (3 augustus 2018).
Pride Amsterdam staat dit jaar in het teken van het thema heroes: ‘mensen die het voortouw nemen, ergens voor staan en dit ook uitdragen’. Pride Amsterdam roept mensen op een eigen held aan te wijzen. Wat Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, betreft zijn dat lesbische vrouwen, een voortrekkersgroep die vaak onderbelicht blijft. Hoewel Pride Amsterdam – dat in 1996 ontstond als een feestje – een emancipatoire kant omarmt, blijft het opmerkelijk hoe de Amsterdamse grachten voornamelijk gevuld worden door flamboyante mannen in leren outfits. De lhbt-monitor uit 2016 geeft aan dat 5,8 procent van de Nederlandse bevolking homo- of biseksueel is, waarvan het percentage (m/v) gelijk ligt. Waarom zien we dit in beperkte mate terug in het openbaar? Een beter begrip van de relatieve onzichtbaarheid van lesbische vrouwen begint bij de diverse en veelkleurige geschiedenis van de homobeweging. Daarin is dit patroon te herkennen –alleen al omdat mannen simpelweg vaker in de geschiedenisboeken genoemd worden. Atria draagt daarom bij aan het zichtbaar maken van de lesbische geschiedenis, met bijvoorbeeld de (YouTube)film ‘Moving Lesbians’, de levensverhalen van vijf Nederlandse lesbische vrouwen, onder wie Evelien Eshuis.
Begin jaren zestig waren ruim 500 van de 3400 leden van het COC vrouw. Daardoor was er minder aandacht voor lesbische vrouwen. Maar anderzijds hadden lesbische vrouwen ook een andere sociale en politieke agenda dan homomannen. De nadruk bij lesbische vrouwen lag in de jaren zeventig op het politiseren van sekse, en ging gelijk op met de opkomst van het feminisme, terwijl de nadruk bij homomannen lag op seksualiteit. Vrouwen eisten aandacht voor hun positie door zich af te splitsen, zoals de radicale actiegroep Paarse September. Deze vorm van radicalisme werd niet ondersteund door het COC. Demonstraties voor homorechten waren elders in de wereld al gebruikelijk. Het internationale voorbeeld werd gevolgd door de Internationale Lesbische Alliantie Nederland. Aan deze groep hebben wij in 1977 de eerste grote publieke homodemonstratie te danken (later tot Roze Zaterdag omgedoopt).
Er zijn meer vormen van lesbische cultuurpolitiek die niet in de geschiedenisboeken beland zijn, zoals bijvoorbeeld het lesbisch-cultureel tijdschrift Lust en Gratie, dat verscheen van 1983 tot 2001.
Frontlinie
Lesbische vrouwen stonden geregeld in de frontlinie van sociale en politieke veranderingen. Toch ontbreekt vaak erkenning en zichtbaarheid van hun bijdragen daaraan. Lesbische vrouwen hebben zich ook anders geëmancipeerd dan homoseksuele mannen, omdat ze soms zelf minder de behoefte hebben gehad naar buiten te treden om op zo’n manier juist buiten de heterohokjes te blijven. Immers, lesbische seksualiteit en leefstijl zijn ingelijfd in de dominante cultuur waarin heteroseksualiteit de norm is, met helaas een pornografische lading. Zichtbaarheid heeft dan ook de werking van een boemerang. Toch is zichtbaarheid noodzakelijk om politiek effect te kunnen realiseren. Aandacht voor de veelzijdige lesbische geschiedenis en rolmodellen in het heden is belangrijk om het eigenstandige verhaal van de lesbische emancipatie over het voetlicht te brengen.
In de media zijn lesbische vrouwen nog steeds vaak meer onzichtbaar dan homomannen. In Hollywoodfilms mét lhbtq+-karakters is slechts 35 procent lesbisch, tegenover 83 procent homomannen. Als de relatie tussen twee vrouwen wel verbeeld wordt, gebeurt dat vaak op een seksistische of stereotiepe manier. Zo verschenen vorig najaar op de cover van het magazine LINDA.meiden ondernemer Anna Nooshin en vlogger Monica Geuze, beiden overigens heteroseksueel, verstrengeld in een innige kus.
Wegbereiders
Volgens critici was dit beeld met een pornografische lading een bevestiging van de onuitgesproken norm dat lesbische vrouwen alleen zichtbaar mogen zijn op een manier die de toeschouwer prikkelt, waarbij het uitgangspunt is dat die toeschouwer standaard heteroseksuele normen hanteert. Gelukkig is dat stereotype ook aan het verschuiven. Denk bijvoorbeeld aan ‘ANNE+’, de eerste Nederlandse (web)serie over lesbische vrouwen die stereotypen probeert te doorbreken en die kan rekenen op enthousiaste belangstelling, ook intenationaal.
Zichtbare rolmodellen komen er steeds meer. Het is hoopgevend dat steeds meer ‘publieke vrouwen’ in politiek, bestuur en media geen geheim maken van hun seksuele oriëntatie, zoals bijvoorbeeld Pride-ambassadeur Margriet van der Linden, met haar eigen talkshow ‘M’. De emancipatie van de lesbische vrouw vraagt nog steeds specifieke aandacht. Lesbische identiteiten en geschiedenis zijn weliswaar minder zichtbaar, maar zoveel veelzijdiger en complexer dan velen denken. En ook hier zijn vrouwen vaak de wegbereiders van sociale en politieke verandering. Heldinnen te over.