De heks uithangen
Een lelijke heks kreeg ik als souvenir van mijn vader nadat hij het Zwarte Woud in Duitsland had bezocht. Zo eentje met een puntmuts, een bezemsteel en een rafelig kleedje als jurk. Toch heb ik haar met drank overgoten en thuis bij de gordijnen opgehangen. Volgens mijn vader zou dit het huis beschermen. Nou geloof ik niet zo in het occulte, maar het was een grappig ritueel en de heks heeft er nog jarenlang gehangen. Met die herinnering bezocht ik de tentoonstelling ‘De heksen van Bruegel’ in Museum Catharijneconvent in Utrecht.
Wie bepaalt eigenlijk wie heks is, en wie niet? En hoe ziet een prototype heks eruit? Vooral mannelijke wetenschappers, theologen, rechters en kunstenaars hebben zich over deze vragen gebogen en elkaar beïnvloed. De tentoonstelling laat met een prachtige verzameling heksenvoorstellingen zien hoe de beeldtaal rond heksen zich ontwikkelde in de periode van de heksenvervolgingen in Nederland (1450-1700). En hoe bestaande ideeën over de (on)deugden van vrouwen hierin werden verweven. Nieuwe technieken als de boekdrukkunst en prentkunst speelden een belangrijke rol bij de verspreiding van het beeld over heksen.
Miniatuurheksjes
De eerste afgebeelde heksjes stonden als illustratie in de marge van het Manuscript ‘Champion des Dames’ (1440-1442), een lang gedicht in de vorm van een debat over de vrouwelijke natuur, tussen voor- en tegenstanders van het geloof in heksen. De kleine afbeeldingen tonen twee vrouwen in lange jurk, met een hoofddoek en een bezem. Heksen konden overigens ook mannen zijn. Maar later verschoof het beeld van heksen steeds meer richting vrouwen. Dit hebben we in eerste instantie te danken aan ‘vrouwenhater’ en dominicaner inquisiteur Heinrich Kramer. Hij beschreef in zijn ‘handboek voor inquisiteurs’ De Heksenhamer uitvoering de misdaden van vrouwelijke heksen, hun uiterlijke kenmerken en hoe ze berecht moesten worden. Omdat hij een van de eerste was die zijn boek meteen liet drukken, raakte zijn werk breed verspreid.
Boze vrouwen
De tentoonstelling legt meer relaties met al bestaande negatieve beelden over vrouwen. Vooral oudere vrouwen moesten het hierin ontgelden: ze werden als ‘lelijk, geil, agressief en heerszuchtig’ beschouwd. Deze traditie bleek een vruchtbare voedingsbodem voor de iconografie rond heksen. Ook het christelijk geloof had de beeldvorming rond vrouwen al beïnvloed met vele voorbeelden van vrouwen die allerlei listen gebruiken om hun zin te krijgen, zoals Eva, de vrouw van Potifar en de heks van Endor.
Over hoe vrouwen zich moesten gedragen werd in de periode van de heksenvervolging al driftig door mannelijke auteurs geschreven. Hiervoor was een apart genre, het zogenaamde ‘vrouwenlof’. Voor de tentoonstelling is Atria’s oudste boekje (uit 1578) in bruikleen gegeven ‘Der vrouwenlof en der lasteringe’: alle goetheyt, deucht ende weerdicheyt der goeder: ende wederom alle de quaetheyt gebrec en valscheyt der quader vrouwen’.
Framing
Het was uiteindelijk Pieter Bruegel die met zijn invloedrijke beeldtaal de heks haar definitieve uiterlijk gaf. Bruegel was meester in het voor een groot publiek vertalen van zowel ondeugden, attributen als uiterlijke kenmerken van heksen. Dus vooral aan hem hebben we die lelijke stereotype heks te danken, die vol afgunst een geheimzinnig toverdrankje in haar heksenketel brouwt. Om daarna -al dan niet met zwarte kat- op haar bezemsteel de nacht in te vliegen om nog meer heksenstreken uit te halen.
Aan het einde van de tentoonstelling dacht ik weer aan mijn heksje uit het Zwarte Woud. Ter nagedachtenis aan haar en aan mijn vader kocht ik de catalogus, en natuurlijk een zakje geheime heksenkruidenthee….
Agnes Jansen is mediapsycholoog. Zij werkte als pr- en communicatiemedewerker bij Atria.
De tentoonstelling De heksen van Bruegel is nog tot en met 31 januari 2016 te zien in Museum Catharijneconvent. Daarna reist de tentoonstelling door naar België: van 25 februari t/m 26 juni in het Brugse Sint-Janshospitaal. Op 26 januari 2016 houdt Catherine Bij de Vaate (beleidsadviseur bij Atria) de workshop Heksen van toen, heksen van nu, over gender en stereotypen.