Gendersensitieve aanpak genitale verminking

beleidsadvies campagnebord tegen vrouwelijke genitale verminking in uganda

In het Nederlandse beleid wordt genitale verminking alleen omschreven in termen van kindermishandeling. Hierbij wordt voorbij gegaan aan de gendercomponent van de problematiek.

Genitale verminking is een ernstig gezondheidsprobleem en een schending van de mensenrechten. Zowel het recht om niet onderworpen te worden aan folteringen als het recht op gezondheid zijn in het geding.

Omvang

In Nederland wonen ruim 95.000 vrouwen die afkomstig zijn uit landen waar genitale verminking een cultureel gebruik is. Het grootste deel van hen (82%) komt uit Somalië, Egypte, Ethiopië, Eritrea, Soedan en de Koerdische autonome regio in Irak. Circa 43% van deze vrouwen is slachtoffer van vrouwelijke genitale verminking (VGV): bijna 41.000. Naar schatting lopen 4.200 meisjes in Nederland de komende 20 jaar risico op VGV.

Welke vormen van vrouwelijke genitale verminking zijn er?

De World Health Organization (WHO) onderscheidt vier vormen van VGV:

  1. Gedeeltelijke of totale verwijdering van de clitoris en/of de voorhuid (clitoridectomie)
  2. Gedeeltelijk of totale verwijdering van de clitoris en de kleine schaamlippen, met of zonder verwijdering van de grote schaamlippen (excisie)
  3. Vernauwen van de vaginale opening door wegsnijden en aan elkaar hechten van de kleine schaamlippen en/of de grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris (infibulatie)
  4. Alle overige schadelijke handelingen aan de vrouwelijke geslachtsorganen om niet-medische redenen, zoals prikken, kerven, schrapen en wegbranden

Ernstige gevolgen voor gezondheid

Verschillende studies tonen aan dat alle vormen van VGV schadelijk zijn voor de fysieke, mentale en seksuele gezondheid. De onmiddellijke gezondheidscomplicaties omvatten shock, bloeding, infecties en psychologische gevolgen. De gezondheidsrisico’s op lange termijn bestaan uit chronische pijn, infecties, vorming van cheloïden, onvruchtbaarheid, complicaties bij bevallingen, gevaar voor de pasgeborene en psychologische gevolgen.

De meest ingrijpende vorm is type 3, deze zorgt doorgaans voor de meeste gezondheidsklachten. Maar ook VGV type 1 en 2, soms als onschadelijk beschouwd, brengen ernstige gezondheidscomplicaties met zich. Zoals shock, bloeding, urogenitale complicaties, obstetrische complicaties en seksuele disfunctie.

Vanwege de ernstige gevolgen voor de gezondheid en de bijbehorende pijn en risico’s is VGV een extreme vorm van discriminatie van vrouwen, zoals ook beschreven in het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul).

Evaluatie Nederlands beleid

Het Verdrag van Istanbul biedt concrete handvatten om het beleid inzake de aanpak van VGV te evalueren. Op 20 januari 2020 publiceerde de GREVIO-commissie haar evaluatierapport over het Nederlands beleid ten aanzien van geweld tegen vrouwen. GREVIO is het orgaan van de Raad van Europa dat toeziet op de implementatie van het Verdrag van Istanbul.

De Commissie spreekt waardering uit voor de Nederlandse ketenaanpak van VGV. Deze aanpak bestaat uit een combinatie van preventie, voorlichting, zorg en strafbaarheid waarbij veel partijen betrokken zijn. O.a. sleutelpersonen uit de gemeenschappen waar VGV voorkomt. Toch raadt GREVIO de Nederlandse overheid aan om verplichte trainingen over VGV in te voeren voor medisch personeel, waaronder huisartsen. Zij spelen namelijk vaak een sleutelrol in de identificatie van slachtoffers en meisjes die risico lopen.
Als positief punt noemt GREVIO ook de bewustwordingsprogramma’s voor gezonde intieme relaties. Act4Respect is hiervan een goed voorbeeld.

Maar er is ook fundamenteel kritiek ten aanzien van de aanpak van genitale verminking. Het Nederlandse beleid definieert genitale verminking in termen van kindermishandeling. Dit gaat geheel voorbij gaat aan het gegeven dat genitale verminking vooral vrouwen treft (VGV) en tevens een vorm van gendergerelateerd geweld is.

Advies Atria

Gezien de aard, omvang en gevolgen van VGV is het onontbeerlijk om effectief beleid te voeren waarbij VGV gendersensitief geformuleerd en aangepakt wordt. Atria spreekt de hoop uit dat het GREVIO-rapport aanleiding geeft om in de aanpak van VGV adequate aandacht voor specifieke gendersensitiviteit te borgen.

Rondetafelgesprek in Tweede Kamer

Op 13 februari neemt Atria deel aan een rondetafelgesprek met Tweede Kamerleden over genitale verminking in Nederland. Deze wordt gehouden ter voorbereiding op het plenaire debat.

In de rondetafelgesprekken zal Atria pleiten voor een genderspecifieke aanpak van VGV. Een aanpak waarbij men rekening houdt met de sociaal-culturele rollen die aan mannen en vrouwen gekoppeld zijn. En met name met de verschillen die daaruit voortvloeien in macht en in de mate waarin vrouwen en mannen slachtoffer worden van geweld. Tevens zal Atria pleiten voor een uitbreiding van cultuursensitieve voorlichtingstrainingen aan professionals in de eerste en tweedelijnszorg om zo tot een sluitende ketenaanpak te komen. Tot slot zal Atria aanbieden de opgebouwde kennis en expertise in de Alliantie Act4Respect toe te passen in de aanpak van VGV. Te denken valt aan de ontwikkelde trainingsmodule ‘gender- en cultuursensitieve aanpak van geweld’.

Delen:

Gerelateerde artikelen