Kunstenaressen verkennen hun grenzen

blog Kunstenaressen verkennen hun grenzen

Grensverleggende vrouwen in de kunst

Vermeer, Rembrandt of Van Gogh: namen van mannelijke kunstenaars die direct tot de verbeelding spreken. Maar hoe hebben vrouwen in Nederland een stempel gedrukt op kunst? Of de manier waarop we naar kunst kijken? De Maand van de Geschiedenis (oktober) staat in 2016 in het teken van Grenzen. Atria haakt aan met het thema ‘grensverleggende vrouwen in de kunst’. Met 4 blogs licht Atria elke week een grensverleggende pionier, beweging of archiefstuk uit. Deze week: Atria’s ingezonden archiefstuk voor de verkiezing Stuk van het Jaar. Het gaat om een afbeelding uit de kunstcatalogus in het archief van de Tentoonstelling De Vrouw 1813-1923.

Vrouwenemancipatie in de 19e eeuw

Van 2 mei tot 1 oktober 1913 was het Amsterdamse landgoed Meerhuizen het toneel voor de tweede grote expositie van de vrouwenbeweging, de Tentoonstelling De Vrouw 1813-1913, met aandacht voor thema’s als vrouwenkiesrecht, onderwijs, geschiedenis en kunst.

De initiatiefnemers Mia Boissevain (1878-1959) en Rosa Manus (1881-1942) wilden met de tentoonstelling laten zien wat Nederlandse vrouwen sinds 1813 hadden bereikt. In het bijzonder vroegen ze aandacht voor het belang van het vrouwenkiesrecht. Opmerkelijk was dat de tentoonstelling grotendeels tot stand kwam met verkoop van publicaties, schenkingen van donateurs en entreegelden voor het publiek. In korte tijd wist de organisatie een tentoonstelling op te zetten, die ruim 300.000 vrouwen en mannen trok. Naast afdelingen over vrouwenkiesrecht, onderwijs, koloniën, geschiedenis, huisindustrie, statistiek en maatschappelijk werk, was er ook een zaal voor beeldende kunst.

En de kunst?

De speciaal voor de beeldende kunstexpositie samengestelde catalogus bevindt zich in Atria’s collectie van de Tentoonstelling De Vrouw 1813–1913. Het 30 pagina’s tellende boekje is fraai vormgegeven. Zo laat de voorkant op beeldende wijze de verschillende kunstvormen zien die vrouwen beoefenden (schilder-, teken- en beeldhouwkunst) en het materiaal dat ze gebruikten (palet, ezel, verf en kist). De catalogus bestaat uit alfabetische lijsten van de deelnemende kunstenaars en hun kunstwerk, ingedeeld naar kunstvorm. Achterin de catalogus staat een prijslijst van alle kunstwerken. Het meest kostbare werk was van Henriette Ronner-Knip (1821-1909) Le troisième larron (De derde overvaller) ter waarde van 5000 gulden. De onderwerpen van de kunstwerken varieerden van stillevens tot landschappen en figuren. De Sub-commissie voor Beeldende Kunst werd geleid door de beroemde portretschilder Thérèse van Duyl-Schwartze (1851-1918). De commissie werd overrompeld door het hoge aantal inzendingen voor de tentoonstelling: 667. Uiteindelijk werden 357 schilderijen, tekeningen en beeldhouwwerken geselecteerd.

Stuk van het Jaar

De kunstcatalogus is het archiefstuk dat Atria heeft ingezonden voor de verkiezing Stuk van het Jaar 2016. Het stuk laat zien hoe(veel) kunstenaressen hun grenzen begin twintigste eeuw verkenden en verlegden.

Lees verder:

Delen:

Gerelateerde artikelen